In 1969 ontwikkelden computerwetenschappers van Bell Labs de eerste versie van Unix. Het besturingssysteem is deze week vijftig jaar oud, en dat dient gevierd te worden. Unix is namelijk overal. Tegenwoordig vormt het de basis van besturingssystemen als macOS.
In de zomer van 1969 begonnen computerwetenschappers Ken Thompson en Dennis Ritchie met de eerste implementatie van Unix, met als doel het ontwikkelen van een elegant en betaalbaar besturingssysteem voor een PDP-7-minicomputer. Dit project heeft in de afgelopen vijftig jaar veel veranderingen in de techwereld teweeg gebracht. Unix vormt bijvoorbeeld de basis van macOS en iOS. Het team achter Unix heeft later de C-programmeertaal ontwikkeld; een taal die vandaag de dag nog veel wordt 'gesproken'. Ook Linux is een soort afgeleide van Unix, en is vandaag de dag een van de meestgebruikte besturingssystemen voor servers. Unix heeft een rijke geschiedenis, zoals ook te zien is op de Unix-website. Het begon allemaal vrijwel exact vijftig jaar geleden, maar de eerste zaadjes voor Unix werden al iets eerder gezaaid.
De oorsprong van Unix ligt in de jaren '60. Bell Labs, een onderdeel van AT&T, werkte aan een besturingssysteem voor de 36-bit GE-645. Dit OS heette Multics. Het initiatief werd geplaagd door technische problemen en stukje bij beetje deden gefrustreerde teamleden afstand van het project, schrijft Ars Technica. Vier ontwikkelaars, Ken Thompson, Dennis Ritchie, Douglas McIlroy en Joe Ossanna, gebruikten hun kennis voor het creëren van een eigen, simpeler besturingssysteem. In september 1969 was de eerste versie van Unix, toen nog een naamloos project, een feit.
Ken Thompson en Dennis Ritchie, twee van de grondleggers van Unix. Foto door Magnus Manske via Wikimedia. Licentie onder CC BY-SA
In 1970 werd het team het eens over de naam Unics, wat staat voor Uniplexed Information and Computing Service. Dit werd later veranderd naar het huidige Unix. Unics had in deze periode geen organisatie die het project ondersteunde. Toen het Computing Sciences Research Center Unix wilde gebruiken op een grotere computer ontving het team financiering voor een PDP-11- en een PDP-20-computer, schrijft Byte Magazine.
Nadat meerdere afdelingen van Bell Labs overgingen op de aankoop van PDP-11-systemen, besloten de laboratoria om Unix te gebruiken in plaats van het besturingssysteem van fabrikant DEC. Tegen de tijd dat versie 4 werd geïntroduceerd, gebruikte een groot deel van de medewerkers van Bell Labs Unix op hun systemen. In 1973 werd het OS herschreven in een nieuwe programmeertaal, C. In 1978 kwam het beschikbaar op een ander platform: de Interdata 8/32. Dit systeem werd uitgekozen omdat het compleet anders was dan een PDP-11. Als het team Unix naar deze machine zou kunnen porten, dan zou het besturingssysteem aanzienlijk minder afhankelijk zijn van systemen.
Aan het eind van de jaren '70 kwam Unix in de handen van de Universiteit van Californië in Berkeley. Zij maakten een eigen Unix-versie, genaamd de Berkeley Software Distribution, beter bekend als BSD. Deze versie werd opgepikt door NeXT, het bedrijf dat Steve Jobs had opgericht na zijn afgedwongen vertrek bij Apple. In 1996 kocht Apple het bedrijf op, waarna BSD de kern van OS X en iOS vormde, schrijft Ars Technica.
Aan het begin van de jaren '80 draaiden duizenden systemen Unix. De relatief kleine code, die vrijwel volledig was geschreven in C, bleek erg interessant voor gebruikers. Unix werd rond deze tijd gezien als universeel besturingssysteem. De vraag 'wat is een Unix-systeem' werd vervangen door 'is een Unix-systeem geschikt voor bedrijven en handel'. Gedurende de jaren '80 kwam er meer debat rondom de voor- en nadelen van Unix. Volgens de makers van Unix stookten concurrenten het vuur op dit gebied op. Dit deden ze volgens de ontwikkelaars om het marktaandeel van hun eigen systemen te beschermen.
Versie 7 van Unix
In 1987 ging AT&T een pact aan met Sun Microsystems, een groot voorstander van Unix en de maker van een op BSD-gebaseerd OS genaamd SunOS. Door het pact werd dit besturingssysteem, samen met enkele andere Unix-varianten samengevoegd in één enkele Unix-versie. Deze versie heette System V Release 4. Als reactie maakten meerdere concurrenten hun eigen opensourcebesturingssystemen. Dit ontketende als het ware een 'Unix-oorlog'.
Deze oorlog ging door in de jaren '90, maar de samenwerking tussen AT&T en Sun bleek toch een minder grote bedreiging voor concurrenten; de twee bedrijven scheidden hun wegen. Begin 1993 verkocht AT&T de rechten op Unix aan Novell, die een stevig OS zocht om te koppelen aan zijn NetWare-producten. Deze rechten werden al snel overgezet naar het X/Open Consortium. Vanaf hier kwamen de ontwikkelingen in een stroomversnelling. In 1991 begon Linus Torvalds met het ontwikkelen van Linux, wat al snel een grote concurrent voor Unix werd; in 1998 werd binnen Microsoft een memo gedeeld waarin werd gesteld dat Linux wel eens de Unix-markt zou kunnen gaan domineren.
In 1997 kwam versie twee van de Single Unix Specification uit, inclusief ondersteuning voor realtime, meerdere threads en 64-bit processors. Deze specificatie was gratis beschikbaar op internet, wat rond die tijd in opmars was. In datzelfde jaar koos Apple, zoals eerder geschreven, Nextstep als besturingssysteem voor zijn Mac-producten.
In 2000 werd Unix verkocht aan Caldera Systems, dat daarna zijn naam veranderde in The Open Groups. Door het barsten van de dot-com-bubbel nam het aantal Unix-versies sterk af. Enkel Solaris, HP-UX en AIX deden het nog relatief goed. The Open Groups bleef de Single Unix Specification ontwikkelen, maar Unix werd wel steeds minder populair. MacOS, dat nog altijd op Unix is gebaseerd, doet het wel relatief goed.
Sinds het begin van de jaren 2000 is Linux het meestgebruikte Unix-achtige besturingssysteem, zeker op servers. Ook op desktops speelt Linux tegenwoordig onder technologie-enthousiastelingen een rol, al heeft het Linux-ecosysteem slechts een marktaandeel van 2 procent. Onder tweakers is Linux redelijk geliefd, blijkt uit onze recente poll.
Al met al is Unix vandaag de dag nog altijd in gebruik, al is dit niet altijd aan de oppervlakte te zien. Het is misschien niet meer een van de grote spelers in de OS-markt, maar de veranderingen en innovaties die Unix heeft geïntroduceerd in de technologie, zijn onomkeerbaar.
Ontwikkelaars Thompson en Ritchie vertellen kort de geschiedenis van Unix