Een studententeam van de Universiteit van Zuid-Californië heeft met een zelfgemaakte raket de ruimte bereikt. De vier meter hoge raket kwam tot honderd kilometer hoogte en tikte daarmee de symbolische grens met de ruimte aan. Het is de eerste keer dat een studententeam daarin slaagt.
De studenten van het Rocket Propulsion Lab lanceerden hun zelfgemaakte Traveler IV-raket op 21 april. Na het analyseren van de data concluderen de studenten nu dat de raket tot 103,5 kilometer hoogte is gekomen. Dat is net over de Kármán-lijn, de symbolische grens van de ruimte die ook door ruimteagentschappen als de NASA en ESA wordt gehanteerd.
Een aantal studententeams van over de hele wereld is al jaren bezig met een onofficiële wedstrijd om als eerste een raket de ruimte in te sturen. Tot nu toe was dat nog niet gelukt; het record stond op zo'n zestig kilometer hoogte. Ook een studententeam van de TU Delft doet eraan mee. Het Delft Aerospace Rocket Engineering-team, of DARE, probeerde met de Stratos-raketten het record te verbreken. Het behaalde met de Stratos II-raket in 2015 een hoogte van 21,5 kilometer. De opvolger, de Stratos III, ontplofte tijdens de lancering in 2018.
De Traveler IV-raket van het Rocket Propulsion Lab steeg op vanaf Spaceport America, een lanceerplaats in New Mexico waarvan ook Virgin Galactic zijn suborbitale ruimtevluchtjes omhoog stuurt. De raket heeft slechts één trap, weegt 136 kilo, en maakt gebruik van vaste brandstof. De studenten willen in de toekomst naar eigen zeggen naar vloeibare brandstof toe, maar motoren daarvoor zijn moeilijker te maken. Het DARE-team uit Delft maakt gebruik van een hybride vorm van vaste en vloeibare brandstof.