Voordat er degelijke beveiliging komt voor het internet-of-things is er opnieuw een gebeurtenis nodig die mensen wakker schudt, zoals de Stuxnet-affaire. Dat zegt Mikko Hyppönen, chief research officer van beveiligingsbedrijf F-Secure, in een interview met Tweakers.
"Bruce Schneier heeft gelijk, zoals hij dat heel vaak heeft. Het is een zeer intelligente man", antwoordt Hyppönen op de vraag of hij het eens is met de schatting van de Amerikaanse beveiligingsonderzoeker Schneier dat de mensheid bezig is een 'world-sized web' te bouwen. Dat web is opgebouwd uit allerlei sensoren uit verschillende apparaten die deel uitmaken van het internet-of-things en vormt als het ware een enorme robot. Deze kan op een gegeven moment ook zonder menselijke tussenkomst fungeren, schrijft Schneier.
"Het is nog niet zover, maar we gaan wel die kant op", vervolgt Hyppönen. "Het is ontzettend goedkoop om een apparaat te voorzien van internettoegang en als het maar een klein voordeel oplevert, bijvoorbeeld in de vorm van analytics, gaan fabrikanten daar gebruik van maken." Deze fabrikanten hebben volgens de Finse onderzoeker echter vaak alleen kennis van productveiligheid, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat je niet zomaar een stroomstoot krijgt van een toaster. "Ze weten over het algemeen alleen iets van safety en niet van security", legt hij uit. "Security is geen selling point voor deze fabrikanten en gebruikers realiseren zich vaak niet dat de apparaten geen doelwit zijn voor kwaadwillenden, maar een manier om bijvoorbeeld een netwerk in te komen, een vector."
Om de beveiliging van alle apparaten die het internet-of-things vormen op de agenda te krijgen, is volgens Hyppönen een tweede catastrofale gebeurtenis als de Stuxnet-affaire nodig. Stuxnet is een zeer geavanceerde vorm van malware, die hoogstwaarschijnlijk door overheden is ontwikkeld om kerncentrales in Iran te saboteren. "Net als Stuxnet tot betere beveiliging van industriële installaties leidde, zal dit ook het geval zijn bij slimme apparaten", legt hij uit. "Je kunt bijvoorbeeld denken aan een zichzelf verspreidende worm die gericht is op internet-of-things-apparaten die Linux draaien. Die worm zou niet eens een doel hoeven te hebben, zolang hij maar apparaten onbruikbaar maakt, bijvoorbeeld door de inhoud te versleutelen." Hyppönen sprak de hoop uit dat er dan vanzelf betere beveiliging wordt ontwikkeld, zonder te veel regulering via wetgeving.
Tweakers sprak ook met de onderzoeker over zijn mening in de zaak die speelt tussen Apple en de FBI. "Ik ben het helemaal met de houding van Apple eens. Het doet alles wat het kan om zijn klanten te beschermen", stelt hij. "Ik moet echter ook de FBI ermee complimenteren dat zij de telefoon uiteindelijk zonder de hulp van Apple gekraakt hebben. Dat is immers hoe het systeem hoort te werken. Het verzoek tot medewerking aan Apple ging ook niet zozeer over het verschaffen van een masterkey, maar om het creëren van iets nieuws, namelijk een kwaadaardige versie van het iOS-besturingssysteem."
Ook heeft Hyppönen een idee over de manier waarop de FBI toegang heeft weten te krijgen tot de telefoon. "Ik sprak toevallig Andrea Barisani van (beveiligingsbedrijf, red.) Inverse Path daarover en wij kwamen tot de conclusie dat het waarschijnlijk om een softwaremethode gaat en niet om nand mirroring, zoals over het algemeen wordt gedacht. Er was namelijk ook al remote code execution mogelijk in iOS 9.2 en in dit geval zou het om een soortgelijke kwetsbaarheid kunnen gaan." Dat zou ook kunnen verklaren waarom de FBI onlangs zijn hulp bood bij het kraken van een iPhone 6 in een andere zaak.
Tot slot licht Hyppönen nog een tipje van de sluier van zijn langetermijnonderzoek bij F-Secure op. "Veel kwetsbaarheden komen voort uit bugs en bugs zijn het gevolg van menselijke fouten. Wat als wij nu eens de menselijke factor uit het programmeren konden verwijderen en software door software konden laten schrijven? Ik heb hiermee al een aantal experimenten uitgevoerd. De programma's die eruit rolden waren slecht, maar ze deden het wel. De dag waarop een programma net zo goed kan programmeren als ik, is de laatste dag dat programmeurs nog werk hebben."