Na vier jaar onderzoek demonstreerde de TU Eindhoven afgelopen week RoboEarth. Dit is een internet voor robots, dat dienst moet doen als leerplatform. Door verzamelde gegevens op te slaan in de cloud kunnen allerlei verschillende robots van deze data gebruikmaken. Neem bijvoorbeeld een robot die voor het eerst een ruimte binnenkomt. Deze scant de omgeving met zijn Kinect-camera en uploadt de verzamelde data via een wifi-dongle naar de cloud. Een andere robot kan deze data vervolgens downloaden zodat hij bij binnenkomst van diezelfde ruimte direct weet hoe de omgeving eruit ziet en waar obstakels of objecten staan. Ook kunnen de robots samenwerken, door met z'n tweeën een ruimte te scannen en de verzamelde data samen te voegen waardoor een sneller en completer beeld ontstaat. Op deze manier kunnen robots dus constant bijleren en zijn ze niet beperkt tot de intelligentie die ze in eerste instantie 'meekrijgen'.
De meest voor de hand liggende toepassing voor RoboEarth is volgens het ontwikkelteam de zorgsector. Vanwege de toenemende vergrijzing verwachten zij dat hier de komende jaren veel handen nodig zijn, en dan kunnen slimme robots hier aan bijdragen. Voor de demonstratie had het team van RoboEarth dan ook twee ziekenhuiskamers nagebootst. De robots zouden hier patiënten helpen aan een drankje of chips. Robot 1 zou dat in kamer 1 doen, waarna robot 2 de verzamelde data van robot 1 zou ophalen uit de cloud en dezelfde handelingen sneller in kamer 1 kunnen uitvoeren. Helaas kwam hier uiteindelijk vrij weinig van terecht, onder andere door problemen met het wifi-netwerk.
De TU van Eindhoven werkte voor dit onderzoeksproject samen met vier andere Europese universiteiten en kreeg bovendien hulp van Philips. Daarnaast steunde de Europese Unie het project met een bedrag van 5,6 miljoen euro.