Drones zijn al jarenlang vaste prik op de CES. In met netten afgeschermde zones demonstreren bedrijven als Parrot en DJI de laatste jaren hun quadcopters, hexacopters en andersoortige vliegmachines. De laatste jaren zagen we vooral vooruitgang in de kwaliteit van de meegeleverde camera's, de complexiteit en mogelijkheden van de afstandsbediening en de 'intelligentie' van de software.
Dit jaar lijkt alles in een stroomversnelling geraakt. Niet langer is het een handjevol grote bedrijven die hun drones etaleren; de zuidhal van het Convention Center in Las Vegas leek bijna exclusief voor dronefabrikanten gereserveerd te zijn. Het overgrote deel komt uit Azië en is pas sinds kort actief in de markt voor consumentendrones. Vaak gaat het dan om bedrijven die ervaring hebben in de zakelijke en militaire sector en het potentiële geld geroken hebben van de consumentenmarkt.
Verder zien we dit jaar veel verschillende soorten drones en ook valt op dat bekende namen een stukje van de taart willen. Zo introduceerde chipfabrikant Qualcomm een nieuw platform voor het slimmer maken van drones, gebaseerd op zijn mobiele Snapdragon-soc's, toonde Intel een drone van Yuneec die obstakels kan ontwijken en liet Parrot een drone in de vorm van een vliegtuig zien die compleet autonoom kan vliegen. Het toppunt van de beurs was toch wel de Ehang 184, een gigantische drone waar je in plaats kunt nemen en die je autonoom naar je eindbestemming moet vliegen.