Inleiding
Laten we Bob Dylan er eens bijhalen: tijden veranderen. Zo'n vijftien jaar geleden werden de betere gamingmuizen geleverd met een doosje extra gewichtjes. We hebben nog een Logitech G5 liggen met onderin een houder waarin acht gewichtjes kunnen worden geplaatst. Daarmee kan de muis van maximaal 36 gram extra gewicht worden voorzien. Modeverschijnselen kunnen echter volledig omslaan en inmiddels maken gekende fabrikanten van gamingmuizen geen extra zware, maar juist extra lichte muizen. Ook de minder bekende fabrikanten doen mee aan de rage. In rap tempo verschijnen nieuwe muizen die zich onderscheiden door een zeer laag gewicht, de zogenaamde ultralights. Je kent de plaatjes inmiddels vast wel: een muis met een behuizing die van allerlei gaten is voorzien waar in de meeste gevallen felle rgb-verlichting doorheen schijnt.
De vraag is uiteraard of het de moeite loont in een dergelijke lichte muis te investeren en welke van de vele nieuwe modellen het beste bevalt. In deze test leggen we tien modellen naast elkaar, van bekende merken als Logitech, Razer en SteelSeries en van minder voor de hand liggende fabrikanten als MSI, Glorious en Xtrfy. De enige eis die we bij het selecteren van de muizen hebben gesteld, betreft het gewicht. Met wat naleeswerk in de specs van dergelijke ultralights kwamen we op een bovengrens van 75 gram uit. Daarbij moet gezegd dat de fabrikanten een klein beetje smokkelen. Bij het wegen van de muizen gaan ze uit van het gewicht zonder snoer, terwijl de meeste muizen in deze categorie juist van een snoer zijn voorzien. Voor de liefhebbers zijn er echter ook draadloze modellen die je als ultralight kunt aanmerken.
De muizen in de test lijken sterk op elkaar en dat is best logisch. Het zijn allemaal muizen zonder al te veel luxe. Extra knoppen of andere voorzieningen zouden een muis immers zwaarder maken. De tien muizen zijn daardoor erg overzichtelijk: ze hebben allemaal de twee standaardmuisknoppen, een muiswiel en twee knoppen bij de duim. Dat is het doorgaans wel. Een aantal muizen heeft nog een zesde knop, waarmee je meestal de cpi-waarde in kunt stellen.
Dpi versus cpi
Dpi - dots per inch - is een begrip dat voor wat verwarring zorgt. Het wordt gebruikt om de resolutie van een afbeelding of printafdruk aan te geven en staat voor het aantal beeldpunten of stippen dat kan worden afgebeeld of afgedrukt binnen een inch - omgerekend naar onze eenheden zo'n 2,5cm. Een muis werkt echter niet met beeldpunten. Sommige fabrikanten gebruiken daarom de aanduiding cpi, oftewel counts per inch. Dat getal geeft aan hoeveel keer een sensor informatie doorgeeft als je hem een inch beweegt. Omdat dpi niets zegt over de sensor (hooguit iets over hoe de computer de binnenkomende informatie vertaalt naar bewegingen op het scherm), houden wij hier de term cpi aan, ondanks dat dpi meer gangbaar is.
Het meest opvallend is echter de behuizing van de muizen, en dan vooral bij de modellen waarbij de behuizing van een hele serie gaten is voorzien. Het is de meest opvallende gewichtbesparende ingreep, maar ook de meest omstreden. Bij een muis met zoveel gaten blijft het inwendige immers onbeschermd. Stof, vuil en vocht hebben vrij spel en kunnen het binnenste van de muis bereiken, met als risico dat ze de werking ervan beïnvloeden. Een beetje stof zal de elektronica waarschijnlijk niet hinderen, maar vocht kan uiteraard wel schadelijk zijn. Het is de reden waarom Cooler Master de printplaat in de MM710 heeft voorzien van een waterbestendige coating.
Het is niet de enige fabrikant die maatregelen heeft getroffen. Zo hebben Roccat en Trust wel gaten in de behuizing gemaakt, maar ook een volledig gesloten beschermende laag aangebracht. Bij Trust zit die onder de gaten, bij Roccat erboven. Bovendien heeft lang niet elke fabrikant voor een behuizing vol gaten gekozen. De muizen van Logitech, MSI en Razer hebben gewoon een gesloten behuizing, maar voldoen desondanks aan de gewichtseis. Sterker, uitgerekend de muizen van MSI en Logitech zijn de twee draadloze modellen in de test, wat wil zeggen dat de fabrikanten de daarvoor relevante elektronica hebben ingebouwd.
Hoe houd je hem vast?
Voor alle tien de muizen geldt: het is wel even wennen, zo'n lichte muis. Wie een zwaardere gamingmuis - zoals die tot voor kort gangbaar waren - gewend is, zal het verschil goed voelen. Een aantal muizen uit de test is om logische redenen aan de kleine kant. Zeker de muizen met opengewerkte behuizing zijn meestal net iets kleiner dan de gemiddelde gamingmuis, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Zo levert zowel Logitech als MSI modellen die geen gaten in de behuizing hebben en ook niet kleiner zijn dan gemiddeld, maar toch erg licht zijn.
Pak hem beet! Maar hoe?
Hier komt de grip om de hoek kijken, dus de manier waarop je de muis vasthoudt. Daar zijn grofweg drie stijlen in te onderkennen: de palm-grip, fingertip-grip en claw-grip. Bij de palm-grip rust je hele hand op de muis. Het is de meeste gebruikte manier om je muis vast te houden. Het is niet alleen comfortabel, het zorgt ook voor rustige en precieze bewegingen. Omdat de beweging gedeeltelijk uit je arm komt, is de beweging echter ook wat traag. Daarom is de fingertip-grip uitgevonden. Daarbij rust je hand niet op de muis, maar heb je hem enkel tussen je vingertoppen beet. Daardoor komt de beweging meer uit je pols en kun je snellere bewegingen maken. Het is echter ook vermoeiender en het vergt bovendien enige gewenning. Juist bij de fingertip-grip heb je voordeel bij een lichte muis. Omdat niet je volledige hand op de muis ligt, hoeft de muis ook niet per se een volledig naar de hand gevormd uiterlijk te hebben. Dit is de reden waarom we in deze categorie veel muizen zien met een enigszins symmetrische vorm. De claw-grip, tot slot, is een tussenvorm die maakt dat de behuizing van de muis wat korter mag zijn dan voor de palm-grip.
Testmethode
We hebben de muizen niet alleen in de praktijk getest, met verschillende grip-stijlen, maar wilden ook de nauwkeurigheid van elke muis meten. We gebruikten daarvoor MouseTester, waarbij we de nauwkeurigheid van elke muis op verschillende cpi-waardes hebben gemeten. Met MouseTester konden we meten in hoeverre de werkelijke cpi-waarde afwijkt van de ingestelde cpi-waarde. Het zijn metingen die we bij elke muis tien keer herhaalden, om zo de gemiddelde afwijking te bepalen. Omdat we bij sommige muizen een relatief grote afwijking constateerden, maar bleek dat de gemeten afwijking bij alle pogingen wel heel constant was, hebben we niet alleen berekend hoeveel de gemeten waardes afwijken van de ingestelde cpi-waarde, maar ook hoeveel de gemeten waardes van elkaar afwijken. Bij het meten bleek namelijk dat bij de ene muis de gemeten waardes een veel grotere spreiding vertonen dan bij de andere muis. Deze spreiding, in statistische termen de standaarddeviatie, zegt net zo goed veel over de nauwkeurigheid van de muis.
|
Prijs |
Gewicht (gr) |
Afmeting (mm) |
Verbinding |
Sensor |
Switches |
Cpi |
Polling (Hz) |
Cooler Master MM710 |
€ 48,- |
53 / 56 / 85 |
117x63x38 |
Bedraad |
PixArt PMW3389 |
Omron |
200-32.000 |
125-1000 |
Glorious Model D |
€ 54,- |
67 / 70 / 105 |
128x61x42 |
Bedraad |
Pixart PMW3360 |
Glorious |
200-12.000 |
125-1000 |
HyperX Pulsefire Haste |
€ 58,- |
59 / 59 / 84 |
124x67x38 |
Bedraad |
PixArt PAW3335 |
TTC Golden Micro Dustproof Switch |
200-16.000 |
125-1000 |
Logitech G Pro X Superlight |
€ 115,- |
63 / 61 / 97 |
125x64x40 |
Bedraad en draadloos |
Logitech Hero |
Logitech |
100-25.600 |
125-1000 |
MSI Clutch GM41 Lightweight Wireless |
€ 61,- |
74 / 76 / 113 |
130x67x38 |
Bedraad en draadloos |
PixArt PAW3370 |
Omron |
200-20.000 |
125-1000 |
Razer Viper Mini |
€ 25,- |
61 / 57 / 86 |
118x54x38 |
Bedraad |
PixArt PMW3359 |
Razer Optical Mouse Switch |
200-8500 |
125-1000 |
Roccat Burst Pro |
€ 49,- |
68 / 71 / 108 |
120x68x39 |
Bedraad |
Roccat Owl-Eye |
Roccat Titan Switch Optical |
200-16.000 |
125-1000 |
SteelSeries Aerox 3 |
€ 60,- |
59 / 60 / 88 |
120x67x38 |
Bedraad |
SteelSeries TrueMove Core |
SteelSeries Mechanical |
200-8500 |
125-1000 |
Trust Gaming GXT 960 Graphin |
€ 26,- |
74 / 72 / 110 |
126x63x40 |
Bedraad |
PixArt PMW3325 |
Onbekend |
200-10.000 |
125-1000 |
Xtrfy M4 |
€ 60,- |
69 / 72 / 106 |
120x68x39 |
Bedraad |
PixArt PMW3389 |
Omron |
400-16.000 |
125-1000 |
Cooler Master MM710
Cooler Master MM710 |
Prijs |
€ 48,- |
Gewicht |
53gr / 56gr / 85gr |
Afmeting |
117x63x38mm |
Knoppen |
6 |
Verbinding |
Bedraad |
Snoer |
180cm |
Sensor |
PixArt PMW3389 |
Switches |
Omron |
Cpi |
200-32000 |
Polling |
125-1000Hz |
Cooler Master heeft een aantal lichte gamingmuizen in het assortiment. Naast de MM710 die wij hier bespreken, heeft het ook de MM711 en de MM720 in de aanbieding. De MM720 is nog lichter dan de MM710 die wij bespreken, maar ook een stuk kleiner. Hij is zo klein dat we de vorm niet heel prettig vonden en de MM710 kozen. De MM711 lijkt sterk op de MM710. Het verschil zit vooral in de rgb-leds die bij de MM711 wel en bij de MM710 niet zijn ingebouwd. De MM710 is daardoor een fractie lichter dan de MM711, en een van de goedkoopste muizen uit de test.
De MM710 is de lichtste muis uit de test. Het is ook de kleinste muis, doordat hij nog net wat korter is dan de Razer Viper Mini. Het kleine ontwerp zit de MM710 wel wat in de weg. Het is een muis waar we moeilijk grip op kunnen krijgen als we de palm-grip gebruiken, want daarbij missen we het gebrek aan lengte. Het lukt echter wel met de fingertip-grip. De MM710 voelt wat smal aan; dat komt vooral doordat de behuizing aan de achterkant niet breder is dan aan de voorkant. Zelfs als we met de fingertip-grip spelen, hadden we de muis graag wat breder gewild. Het is logisch dat Cooler Master gewicht wil besparen met een smallere en kortere behuizing, maar de fabrikant is daar met de MM710 wel erg ver in gegaan.
De MM710 is verder een behoorlijk traditionele muis. Naast de standaard muisknoppen en muiswiel vind je twee knoppen bij de duim en een knop bovenop de muis waarmee je de cpi-waarde kunt selecteren. Cooler Master heeft Omron-switches voor beide muisknoppen gekozen. Die klikken licht en dat is prettig. Het muiswiel heeft duidelijke stops bij het draaien, die zelfs wat stroef aanvoelen. Ook voor het indrukken van het muiswiel is relatief veel kracht nodig, wat uiteraard voorkomt dat je dat per ongeluk doet. Toch zijn er muizen waarvan we de actie van het muiswiel prettiger vinden. De twee knoppen bij de duim steken vrij ver uit de behuizing. De vormgeving ervan had wel wat comfortabeler gekund. De MM710 heeft een vrijwel symmetrisch ontwerp en is daarmee in theorie ook linkshandig te gebruiken. De twee duimknoppen zitten echter enkel aan de linkerkant, dus de MM710 is toch vooral geschikt voor rechtshandigen.
Cooler Master heeft de MM710 voorzien van een met stof omklede kabel die vrij breed is. Dat komt doordat de stof niet zo strak om de eigenlijke kabel zit als bij andere merken. We zien het snoer liever wat strakker. Belangrijker: het snoer is wel lekker soepel, zodat het niet in allerlei ongewenste bochten blijft liggen.
Bij de MM710 is voor de in deze categorie gebruikelijke opengewerkte behuizing gekozen. De behuizing is aan alle kanten voorzien van zeshoekige gaten die voor de voornaamste gewichtsbesparing zorgen. Het levert niet alleen minder gewicht op, het zorgt ook dat de behuizing stroever aanvoelt, en dat is prettig. Het is ook erg welkom bij een muis van dit kleine formaat.
Cooler Master levert de MasterPlus-software bij zijn gamingmuizen. Dat pakket is erg prettig, vooral doordat het niet alleen uitgebreid, maar ook erg overzichtelijk is. Alle belangrijke instellingen zijn op overzichtelijke wijze op één pagina verzameld. Daar kun je maximaal zeven standen voor de cpi-waarde instellen, die je vervolgens met de knop bovenop de muis kunt selecteren. Gelukkig kun je ook kiezen om het aantal keuzemogelijkheden te beperken en aangeven dat je met de knop uit bijvoorbeeld maar twee waardes kunt kiezen. Zo hoef je niet steeds nodeloos door zeven standen te scrollen waarvan je de meeste helemaal niet nodig hebt. Cooler Master heeft de PixArt PMW3389-sensor ingebouwd in de MM710 en de cpi-waarde daarvan kun je instellen tussen 200cpi en 32.000cpi. Die 32.000 is de hoogste waarde van alle hier geteste muizen en in de praktijk onwerkbaar hoog. Opvallend is dan ook dat Xtrfy voor de M4 dezelfde sensor gebruikt, maar daarbij een maximum van 16.000cpi hanteert (wat nog steeds haast onwerkbaar hoog is). Cooler Master lijkt dat zelf ook in te zien: op de doos van de MM710 staat vermeld dat 16.000cpi het maximum is.
Verder laat de software je kiezen tussen een hoge en lage lift off distance en kun je kiezen of je angle snapping wilt, en in welke mate. Zeker met dat laatste is Cooler Master redelijk uniek. Het is vooral heel handig voor wie shooters speelt waarbij je veel zijwaarts moet bewegen. Daarnaast kun je het gedrag van de muis aanpassen aan het oppervlak van je muismat. De software heeft daarvoor een analysefunctie, waarbij je een Z moet tekenen op het oppervlak dat je wilt gebruiken. De leerfunctie werkt echter niet vlekkeloos. Met onze zeer traditionele met stof beklede muismat wist de software in ieder geval geen raad. Tot slot heeft de software de optie om verschillende profielen samen te stellen, voor het geval je verschillende games speelt en daarbij steeds andere instellingen wilt hanteren.
Cooler Master MM710 |
|
400cpi |
800cpi |
1200cpi |
Procentuele afwijking |
2,4 % |
2,1 % |
2,7 % |
Standaarddeviatie |
1,3 |
2,6 |
1,4 |
Samengevat
Hoe enthousiast we ook zijn over de software van Cooler Master, over de MM710 zelf zijn we wat minder te spreken. Het is de lichtste muis uit de test, maar daardoor is hij naar onze smaak ook te klein. We hadden graag gewicht toegevoegd in de vorm van een iets langere behuizing. Zeker spelers die de palm-grip gebruiken, zullen lengte missen. Op die doelgroep is de muis echter duidelijk niet gericht. Verder hadden we graag een visuele indicatie gezien die duidelijk maakt welke cpi-waarde we hebben gekozen. De MM711 van Cooler Master gebruikt daarvoor een rgb-led die in de knop zit waarmee je de cpi-waarde instelt, en dat is heel prettig. De MM711 is tien euro duurder dan de MM710, maar alleen die functie is dat verschil al waard.
Glorious Model D
Glorious Model D |
Prijs |
€ 54,- |
Gewicht |
67gr / 70gr / 105gr |
Afmeting |
128x61x42mm |
Knoppen |
6 |
Verbinding |
Bedraad |
Snoer |
200cm |
Sensor |
Pixart PMW3360 |
Switches |
Glorious |
Cpi |
200-12.000 |
Polling |
125-1000Hz |
Het Amerikaanse Glorious is een vrij nieuwe en relatief onbekende speler op de markt, die voornamelijk muizen en toetsenborden maakt die volledig op gamers zijn gericht. Het heeft muizen in twee varianten in huis, de Model O en Model D, waarbij de eerste wat symmetrischer is vormgegeven dan de Model D die wij hier testen. Beide modellen zijn bovendien draadloos en bedraad verkrijgbaar. Wij kozen voor de bedrade Model D. Daarmee hebben we een muis in huis waarmee Glorious gaat voor het compromis. Doordat hij niet symmetrisch is en een vrij hoge rug heeft, kun je hem prima met een palm-grip gebruiken. Door zijn lage gewicht en vrij smalle behuizing zouden ook spelers met de fingertip-grip ermee uit de voeten moeten kunnen.
Glorious heeft de behuizing voorzien van een lichte inkeping waar je duim in rust, en een lichte uitstulping aan de andere kant, waar de zijkant van je hand op rust. Voor de palm-grip werkt dat goed. De muis vlakt wat af aan de rechterkant en daardoor ligt je hand in een comfortabele positie op de muis. Voor wie met fingertip-grip speelt, zit de uitstulping aan de rechterkant wat in de weg. Hij zorgt ervoor dat je de steun van je pink nodig hebt om voldoende grip te krijgen.
De Model D heeft zes knoppen, waarbij vooral opvalt dat de twee duimknoppen goed zijn geplaatst en zich prettig laten bedienen. De twee muisknoppen zijn iets uitgehold, wat vooral voor de palm-grip prettig is, maar ook bij de fingertip-grip veel steun geeft. Het muiswiel heeft prettige stops.
Glorious heeft gekozen voor de in deze categorie gebruikelijke open constructie, waarbij de behuizing van de nodige zeshoekige gaten is voorzien om gewicht te besparen. Je vindt de gaten op de boven- en onderkant, maar niet op de zijkanten. Daar had Glorious nog wat gewicht kunnen winnen. Glorious heeft de Model D voorzien van een met stof omklede kabel die vrij breed is. Het snoer is lekker soepel, zodat het niet in allerlei ongewenste bochten blijft liggen.
Glorious levert eigen software bij de muis, waarmee je zaken als de rgb-verlichting en de cpi-waarde in kunt stellen. Het pakket is niet zo uitgebreid als bij andere merken, maar voldoet aan de voornaamste eisen. De cpi-waarde kan in zes stappen ingesteld worden, tot een maximum van 12.000 cpi. Die 12.000 cpi is lager dan het maximum van de meeste concurrenten in deze test. Wat ons betreft is het echter hoog genoeg. Belangrijker is dat je kunt kiezen of je met de knop bovenop de muis alle zes de standen wilt kunnen selecteren, of een lager aantal. Het is erg prettig om dat aantal te kunnen beperken. Nog prettiger is de optie om de horizontale cpi-waarde anders in te kunnen stellen dan de verticale. Als je veel shooters speelt waarbij strafing belangrijk is, maar er weinig hoogteverschil is (lees: CS:GO), kan dat prettig zijn.
Toch hebben we een punt van kritiek op dit vlak. Glorious heeft een rgb-led ingebouwd in de Model D, waarvan de kleur aangeeft op welke cpi-waarde de muis is ingesteld. Dat lijkt op zich erg handig, alleen heeft Glorious de led onderop de muis geplaatst, naast de sensor. Dat is minder handig. Sommige fabrikanten gebruiken daar de led in het muiswiel voor, of een led die is verwerkt in de knop waarmee je de waarde instelt. Dat is veel prettiger dan een led waarvoor je muis op moet tillen.
Over leds gesproken: uiteraard is de verlichting te regelen met de software. De opties zijn daarbij minder uitgebreid dan je op basis van de vele rgb-leds op de muis zou verwachten. Glorious heeft de leds aangebracht in het muiswiel en aan de randen van de behuizing. Je kunt kiezen uit verschillende effecten, uit een constante kleur naar keuze, en de verlichting ook geheel uitzetten. Tot biedt de software de optie om verschillende profielen vast te leggen. Verder doet de Model D het opvallend goed in de metingen die we verrichten met MouseTester. De muis heeft met afstand de kleinste afwijking van alle geteste muizen.
Glorious Model D |
|
400cpi |
800cpi |
1200cpi |
Procentuele afwijking |
0,5 % |
0,2 % |
0,3 % |
Standaarddeviatie |
1,4 |
4,4 |
3,7 |
Samengevat
De Model D van Glorious is een prima muis. Hij is zeer accuraat en het is prettig dat de meegeleverde software je de optie biedt om de horizontale en verticale cpi-waarde apart in te stellen. Het is alleen erg jammer dat de led die aangeeft welke waarde je ingesteld hebt, onderop de muis geplaatst is. Dat is een gemiste kans. De behuizing van de Model D heeft een prettig gewicht en prettige omvang, met fijne muis- en duimknoppen. Het asymmetrische ontwerp maakt hem meer geschikt voor de palm- dan de fingertip-grip. Als je met die laatste grip speelt, doe je er goed aan om de Model D te laten liggen en de Model O te kiezen.
HyperX Pulsefire Haste
HyperX Pulsefire Haste |
Prijs |
€ 58,- |
Gewicht |
59gr / 59gr / 84gr |
Afmeting |
124x67x38mm |
Knoppen |
6 |
Verbinding |
Bedraad |
Snoer |
180cm |
Sensor |
PixArt PAW3335 |
Switches |
TTC Golden Micro Dustproof |
Cpi |
200-16.000 |
Polling |
125-1000Hz |
HyperX heeft al een paar jaar ook muizen in het assortiment en een daarvan valt in de categorie ultralight. De naam Pulsefire Haste geeft al aan wat HyperX met deze muis hoopt te bereiken: een muis die licht is en dus snel over een muismat kan worden verplaatst. HyperX heeft de Haste dan ook een bijpassend, bijna symmetrisch uiterlijk meegegeven. De muis is overal even breed en het hoogste punt zit keurig midden op de behuizing. Er ontbreekt een duidelijk inkeping waar je duim op rust. Het model lijkt daarmee geschikt voor zowel links- als rechtshandigen, maar de twee duimknoppen bevinden zich uitsluitend aan de linkerkant, zodat die voor linkshandigen niet zijn te gebruiken.
De Haste is met 38mm erg plat, wat ook al past in het plaatje. Met 124mm is hij vrij kort, maar omdat hij zo plat is, voelt dat niet zo. Dat komt ook doordat het hoogste punt wat verder naar voren ligt dan bij sommige andere muizen. Hij behoort ook tot de lichtste muizen in deze toch al behoorlijk lichte verzameling. Met dergelijke eigenschappen neemt HyperX duidelijk stelling: de Pulsefire Haste is gericht op spelers die de fingertip-grip gebruiken.
Als je de muis op die manier beetpakt, valt op dat de behuizing aan de gladde kant is. Hoewel beide muisknoppen een licht uitgehold profiel hebben, kunnen je vingers wegglijden. Dat geldt ook voor de zijkanten. Groot is het risico gelukkig niet. We hebben er tijdens het spelen weinig last van gehad. Toch onderkent HyperX het risico. Het levert daarom een setje stickers mee die je op beide zijkanten en beide muisknoppen kunt plakken. Daar wordt de muis echter niet mooier en ook niet lichter van. We hebben dan ook niet overwogen ze te gebruiken. Als je met de traditionele palm-grip speelt, heb je sowieso geen last van de gladheid. HyperX levert de Haste met een heerlijk soepel snoer.
HyperX heeft voor de uit deze categorie bekende opengewerkte behuizing gekozen. De boven- en onderkant zijn voorzien van kleine, zeshoekige gaten. De gaten zijn niet op de zijkanten aangebracht. Er had dus nog wat gewicht bespaard kunnen worden. Wat meer opvalt, is dat HyperX de verlichting beperkt heeft gehouden. Alleen het muiswiel is voorzien van een rgb-led, waar je de kleur van in kunt stellen en allerlei effecten op los kunt laten. Dat is niet alles. De led geeft ook kortstondig aan welke cpi-waarde je gekozen hebt. Als je de bijbehorende knop bovenop de muis indrukt, krijgt het muiswiel kortstondig een kleur die je in de software hebt ingesteld. Een erg handige functie die andere fabrikanten van gamingmuizen direct mogen pikken, wat ons betreft.
Nu we het toch over de software hebben: HyperX heeft het pakket Ngenuity gedoopt, maar de software is lang niet zo uitgebreid als de naam doet vermoeden. Omdat er niet zoveel leds zijn ingebouwd, zijn de opties om daarmee te spelen vrij beperkt. Belangrijker zijn uiteraard de opties om pollingrate en cpi-waarde in te stellen. Bij de cpi-waarde kun je waardes tussen 200cpi en 16.000cpi kiezen en je kunt zelf bepalen hoeveel waardes je instelt. Je kunt elke waarde dus een kleur meegegeven, die via de led in het muiswiel duidelijk maakt welke waarde is gekozen. Je kunt verder profielen vastleggen, zodat je per game met andere instellingen kunt spelen. Toch is dat vrij beperkt. Hier krijg je niet de optie om de horizontale en verticale cpi-waarde apart in te stellen, net zo min als je de lift off-afstand in kunt stellen of angle snapping in kunt schakelen.
Er is iets opmerkelijks aan de hand met de Pulsefire Haste. HyperX heeft gekozen voor de PixArt PAW3335. Een prima sensor, alleen zijn de paw-modellen wat zuiniger dan de pmw-modellen en dus vooral bedoeld voor draadloze muizen - en dat is de Pulsefire Haste niet. De muis geeft bovendien een flinke afwijking in de test die we uitvoerden met MouseTester. Zeker bij lagere cpi-waardes is de afwijking die we hebben gemeten behoorlijk groot. De afwijking neemt echter sterk af als de cpi-waarde wordt opgevoerd. Vooral dat laatste is vreemd, omdat muizen doorgaans een vergelijkbare afwijking laten zien, die hooguit marginaal toeneemt als de cpi-waarde wordt verhoogd. De Haste wordt dan dus juist preciezer.
Wel is de Haste erg constant. Toen we een waarde van 400cpi instelden en vervolgens herhaalde metingen in MouseTester uitvoerden, kwam daar steeds een waarde uit van ongeveer 490cpi. Veel te hoog, maar de uitkomsten van de metingen wijkten nauwelijks van elkaar af. We hebben de meting twintig keer herhaald en daarbij constateerden we niet meer dan vijf cpi verschil tussen de hoogst en laagst gemeten waarde. De muis is dus zeer consistent. We vonden dezelfde - zeer constante - afwijking op hogere waardes. Bij hogere cpi-waardes is de procentuele afwijking daardoor echter kleiner. De afwijking bleek steeds zo'n 90cpi, maar als we de standaaddeviatie berekenen, is die juist erg klein. Als we gaan speculeren wat er hier aan de hand zou kunnen zijn, kunnen we ons voorstellen dat er iets fout gaat in de software. Het lijkt erop dat de waarde die je instelt in de software anders is dan de waarde die muis vervolgens hanteert, en daar steeds zo'n 90cpi verschil in zit. Daar moet bij worden opgemerkt dat je in de praktijk vooral de consistentie merkt. Of de muis op 1200 of 1290cpi is ingesteld, merk je niet. Of de muis consistent is, merk je wel.
HyperX Pulsefire Haste |
|
400cpi |
800cpi |
1200cpi |
Procentuele afwijking |
23,6 % |
10,8 % |
6,6 % |
Standaarddeviatie |
1,7 |
2,2 |
4,1 |
Samengevat
HyperX gaat met de Pulsefire Haste voor spelers die de fingertip-grip hanteren. De vormgeving is daar volledig op afgestemd. Als je de palm-grip gebruikt, zijn er betere alternatieven. De Haste is echter aan de gladde kant. Gelukkig los je dat op met de meegeleverde stickers. Toch is dat een minder fraaie oplossing. De muis is erg licht. maar voelt desondanks niet klein aan. Dat is prettig. De software is handig, maar ook wat beperkt. HyperX heeft de verlichting beperkt gehouden, maar de led in het muiswiel heeft een erg handige functie. De sensor van de muis presteert zeer consistent, hoewel er een afwijking in de cpi-waarde zit.
Logitech G Pro X Superlight
Logitech G Pro X Superlight |
Prijs |
€ 115,- |
Gewicht |
63gr / 61gr / 97gr |
Afmeting |
125x64x40 mm |
Knoppen |
5 |
Verbinding |
Bedraad en draadloos |
Snoer |
180cm |
Sensor |
Logitech Hero |
Switches |
Logitech |
Cpi |
100-25.600 |
Polling |
125-1000Hz |
Logitech maakt met de Logitech G Pro X Superlight een duidelijke keuze. De vormgeving is afgestemd op spelers die de fingertip-grip hanteren. De muis is vrijwel symmetrisch, langgerekt, overal even breed en relatief laag, waarbij het hoogste punt in het midden ligt. De vorm is afgestemd op spelers die hun hand boven de muis houden en niet op de muis laten rusten. Dat laatste kan uiteraard wel, maar bij asymmetrische muizen - waarvan Logitech er genoeg in het assortiment heeft - voelt dat natuurlijker. De vorm van de Pro X Superlight is daar niet op afgestemd. Helemaal symmetrisch is de muis niet. De twee muisknoppen vind je alleen links, wat de muis geschikt maakt voor rechtshandige spelers.
Logitech levert de muis in een witte en zwarte variant. Wij probeerden de witte variant, maar wellicht is een keuze voor de zwarte variant beter. Daar komen we zo op terug. De Pro X Superlight is met afstand de duurste muis uit de test. De prijs is gedeeltelijk te verklaren doordat de Pro X Superlight zowel draadloos als bedraad kan worden gebruikt. Dat geldt echter ook voor de Clutch GM41 Lightweight van MSI en die is 25 euro goedkoper. MSI levert er voor dat geld bovendien een handige standaard bij waarop je de muis kunt plaatsen om op te laden. De vraag is dus of de Pro X Superlight zijn geld waard is.
Voor dat geld - 115 euro - haal je een muis is huis die weinig opvallende maten heeft. In zowel lengte, breedte, hoogte als gewicht valt de Pro X Superlight in de middenmoot. Er is echter wel een opvallend punt aan het uiterlijk van de muis: hij mist een knop. Het is de enige muis uit deze test met vijf in plaats van zes knoppen. Waar de overige muizen een knop achter het muiswiel hebben waarmee je de cpi-waarde in kunt stellen, ontbreekt die knop hier. Op de plek van die knop zit hier een kleine led die aangeeft of de muis nog voldoende energie heeft of opgeladen moet worden. Ook handig, maar we hadden daar liever een cpi-knop gezien. Op zich kun je in de software van Logitech de functies van alle knoppen veranderen. Je kunt het wisselen van cpi-waarde dus aan een andere knop toewijzen. Aan de twee knoppen bij de duim bijvoorbeeld, of aan het indrukken van het muiswiel. Maar daar verlies je een andere optie mee.
Als je de Pro X Superlight in gebruik neemt, valt verder direct op hoe glad de behuizing ervan is. Logitech heeft niet gekozen voor een opengewerkte behuizing, maar houdt het simpelweg op een gesloten, maar lichtere constructie. Daar kunnen we ons in vinden. Zo kan er tenslotte ook geen stof, vocht en vuil in de behuizing komen. Alleen is die behuizing wel erg glad. Vooral in de palm-grip is dat onprettig, hoewel we er ook bij de fingertip-grip last van hadden. Logitech onderkent dat en levert, net als bijvoorbeeld HyperX, een vel stickers mee die op maat zijn van beide muisknoppen en de twee zijkanten van de muis. Dat helpt. Door de stickers op de muis te plakken, wordt hij beduidend stroever. De zwarte stickers maken onze witte muis er echter niet mooier op. Bij de zwarte variant van de muis vallen de stickers veel minder op. Het is bovendien een precisiewerkje om de stickers op de muis te plakken.
De Pro X Superlight heeft overigens wel een zesde knop. Onderop bevindt zich een aan/uit-schakelaar, die handig is als je hem draadloos gebruikt. Verder vind je onderop een rond klepje waaronder je de USB-ontvanger van de muis op kunt bergen. Verder levert Logitech een verloopje van Micro-USB naar USB-A mee. Daarmee kun je de kabel die Logitech meelevert gebruiken om de ontvanger vlakbij de muis op je bureau te leggen. De Pro X Superlight heeft dus nog altijd een Micro-USB-aansluiting, waar andere merken al zijn overgestapt op USB-C.
Je kunt bij de Pro X Superlight kiezen of je bedraad of draadloos speelt. We hebben beide geprobeerd en ook beide opties gemeten. De resultaten liggen zo dicht bij elkaar dat we hier alleen de cijfers van de bedrade opstelling geven, zodat ze vergelijkbaar zijn met die van de andere muizen uit de test. De draadloze overdracht is dus prima, mits je de opstelling gebruikt die Logitech adviseert: de ontvanger aan het meegeleverde snoer op je bureau, op hooguit 20cm afstand van de muis.
De Pro X Superlight laat zich erg prettig bedienen. De beide muisknoppen klikken heerlijk licht en ook de beide duimknoppen zitten op precies de juiste plek en klikken prettig. Ook het wiel heeft prettig zachte stops. Er moet alleen wel bij worden gezegd dat de beide muisknoppen prettiger klikken zonder de meegeleverde stickers. Met stickers krijgt de actie iets stroperigs en dat is jammer, want door de gladde behuizing zijn de stickers haast onvermijdelijk.
Iets dergelijks geldt voor het snoer dat Logitech meelevert. Waar vrijwel alle fabrikanten kiezen voor een met stof omwonden snoer, kiest Logitech voor een snoer met rubber en huls. Dat maakt het snoer wat stugger dan die van de meeste andere muizen en dat is jammer. Juist bij een lichte muis als deze Superlight is dat lastig, want de kans bestaat dat hij verschuift als je hem even loslaat.
Logitech heeft de luxe dat het eigen switches en vooral een eigen sensor kan ontwikkelen. Het is dus niet afhankelijk van veelgebruikte sensoren van PixArt. De Hero-sensor presteert prima. De waardes die we hebben gemeten, wijken nauwelijks af van de ingestelde waardes en ook de standaarddeviatie is zeer klein. De sensor kan bovendien erg hoge cpi-waardes aan, tot 25.600, wat zelfs voor de meeste pro-gamers onwerkbaar hoog is. Gelukkig kun je de muis ook instellen op lagere waardes, waarbij je kunt variëren in stapjes van 50cpi.
We zijn helaas wat minder te spreken over de opties die de software van Logitech biedt. Zeker het instellen van de cpi-waardes is minder eenvoudig dan bij de meeste andere merken. Je kunt hier vijf verschillende waardes kiezen en dat is prettig, maar je hebt niet de mogelijkheid om dat aantal te variëren en met de knoppen op de muis te variëren tussen slechts twee of drie waardes. Dit is iets dat bij veel concurrenten wel kan.
Logitech G Pro X Superlight |
|
400cpi |
800cpi |
1200cpi |
Procentuele afwijking |
3,6 % |
3,6 % |
3,9 % |
Standaarddeviatie |
0,7 |
0,6 |
2,0 |
Samengevat
Logitech heeft met de Pro X Superlight een zeer nauwkeurige muis gemaakt. De onderscheidende factor van de muis is dat hij zowel draadloos als bedraad kan worden gebruikt, wat bij muizen met een dergelijk laag gewicht weinig voorkomt. De draadloze overdracht is prima, mits je je aan de voorschriften van Logitech houdt. Toch zijn we niet zo enthousiast over de Pro X Superlight. Hij is erg duur en heeft een erg gladde behuizing. De stickers die Logitech meelevert verhelpen dat euvel, maar maken de muis er niet mooier op. Bovendien klikt het minder prettig als de stickers worden gebruikt.
MSI Clutch GM41 Lightweight Wireless
MSI Clutch GM41 Lightweight Wireless |
Prijs |
€ 61,- |
Gewicht |
74gr / 76gr / 113gr |
Afmeting |
130x67x38mm |
Knoppen |
6 |
Verbinding |
Bedraad en draadloos |
Snoer |
200cm |
Sensor |
PixArt PAW3370 |
Switches |
Omron |
Cpi |
200-20.000 |
Polling |
125-1000Hz |
MSI is niet de grootste speler op de markt van gamingmuizen, maar de Taiwanese fabrikant heeft toch een flink arsenaal in de aanbieding, waaronder de ultralight GM41. Die is er in twee smaken: bedraad en draadloos. Wij testen de Clutch GM41 Lightweight Wireless, die niet alleen draadloos, maar ook bedraad kan worden gebruikt. De muis heeft een Micro-USB-aansluiting waar je de meegeleverde kabel op aan kunt sluiten. MSI heeft ervoor gezorgd dat de aansluiting zeer stevig in de behuizing is verankerd. Als het snoer eenmaal zit, is het haast niet meer van een bedrade aansluiting te onderscheiden.
MSI levert bovendien een kleine standaard bij de muis. Ook daar kun je het meegeleverde snoer op aansluiten, waarna het dient als verlengsnoer voor de USB-dongel die dient als ontvanger voor het signaal van de muis. Je kunt de dongel rechtstreeks in je laptop of pc steken, maar dus ook in de standaard, zodat je de dongel dichter bij je muis kunt plaatsen. MSI laat zich er in de beschikbare documentatie niet over uit, maar concurrent Logitech, die ook een draadloze lichtgewicht muis in de aanbieding heeft, raadt aan om muis en dongel niet meer dan 20cm uit elkaar te plaatsen.
Met de standaard heeft GM41 een stevig pluspunt ten opzichte van de Logitech G Pro X Superlight. De standaard is meer dan alleen een houder voor de dongel; hij fungeert ook als oplader voor de muis. In de bodem van de muis zitten twee contactpunten, en dat zorgt ervoor dat je de muis simpel en snel op de standaard kunt plaatsen om hem op te laden. Waar je bij een concurrent als de Pro X Superlight een snoer uit een la moet toveren, hoef je de muis hier alleen maar op de prettig kleine standaard te leggen.
De Clutch GM41 is met afstand de langste muis uit de test en hij hoort ook bij de breedste. Het is dus een behoorlijk grote muis, hoewel MSI hem opvallend plat heeft gehouden. De GM41 is vrijwel symmetrisch, hoewel de twee duimknoppen alleen links zijn te vinden, wat de muis minder geschikt maakt voor linkshandigen. Met zijn lagere profiel en symmetrische ontwerp mikt MSI op spelers die de fingertip-grip gebruiken, hoewel de lange behuizing hem ook opvallend comfortabel maakt bij toepassing van de palm-grip. De GM41 heeft ook aan beide zijkanten een kleine uitsparing waar de duim bij de palm-grip comfortabel in rust. Ook de plek van de twee duimknoppen is goed gekozen, en hij past bij beide speelstijlen. MSI heeft beide zijkanten voorzien van een iets stroever materiaal, waar bovendien een profiel in is aangebracht dat voor lekker veel grip zorgt.
MSI maakt gebruik van standaard Omron-switches met een lekker lichte klik. De muisknoppen zijn behoorlijk lang en en zijn een klein beetje uitgehold, waarbij opvalt dat het diepste punt van de uitholling niet in het midden van de knop te vinden is, maar bij beide knoppen meer naar de zijkant is verschoven. Dat zorgt ervoor dat je vingers bij gebruik van de palm-grip wat ver uit elkaar worden gedwongen. Dit had van ons niet gehoeven. MSI heeft er bovendien voor gekozen om het muiswiel wat verder te laten zinken dan gebruikelijk. Het muiswiel is niet kleiner dan bij andere muizen, maar steekt wat minder ver boven de behuizing uit. Ongebruikelijk, maar het maakt wel dat je lekker snel het wiel te pakken hebt. Bij het draaien aan het wiel is de klik die je voelt wat minder prominent aanwezig dan bij veel andere muizen.
Nvidia Reflex
De Clutch GM41 is een van de eerste muizen die overweg kan met Nvidia Reflex. Dat is een api van Nvidia die gericht is op het terugdringen van system latency - de vertraging in de hele keten van muisklik via cpu en gpu naar beeldscherm. Gebruik van Reflex vraagt om Nvidia-kaarten, hoewel alle kaarten vanaf de RTX 900-serie er geschikt voor zijn. Het vraagt echter ook om geschikte monitoren en die zijn er - net als muizen - nog niet zo veel. Het vraagt bovendien om een aanpassing in de game en ook dat is pas bij een beperkt aantal games gebeurt. Reflex moet vooral voordeel opleveren in competitieve games. Games als Fortnite en Apex Legends zijn dus aangepast, net als Overwatch, Valorant en de recente Call of Duty-games. Omdat we tijdens onze tests geen monitor ter beschikking hadden die met Reflex overweg kan, hebben we de optie niet kunnen testen.
Met zijn grote maten, ingebouwde draadloze ontvanger en metalen contactpunten, is de GM41 eigenlijk best zwaar voor een muis die als lichtgewicht wordt aangeprezen. Samen met de GXT960 van Trust is het de zwaarste muis uit deze test en dat voel je duidelijk als je speelt. Zeker als je de fingertip-grip hanteert, merk je dat de muis minder snel is te verplaatsen.
Als je de GM41 bekijkt, lijkt het of het een muis is met slechts vijf knoppen. Dat is echter niet het geval. Onderop de muis vind je nog twee knoppen. Enerzijds gaat het om een aan/uit-knop die logisch is bij een draadloze muis. Je vindt er echter ook een kleine en niet zo handig te bedienen knop waarmee je de cpi-waarde kunt veranderen. Met die laatste knop kun je kiezen uit vijf cpi-waardes. De ingestelde waardes kun je via de software van MSI aanpassen; het aantal echter niet. Bij veel concurrerende muizen kun je instellen dat je maar tussen twee waardes kunt afwisselen, wat veel prettiger is als je in een game verwikkeld bent. In dat geval is het ook prettiger als de cpi-knop niet onderop, maar bovenop geplaatst is, zoals bij veel concurrerende modellen. Via de software kun je het wisselen van cpi-waarde ook aan andere knoppen toewijzen, bijvoorbeeld aan de twee duimknoppen. Dat werkt prima, maar die kun je dan niet meer voor andere functies gebruiken.
De software die MSI meelevert, is helaas niet zo gebruiksvriendelijk. Zeker het installen van de cpi-waardes had beter gekund. Gelukkig biedt de software wel wat extra functionaliteit. Zo kun je kiezen tussen twee standen voor de lift off-afstand en kun je angle snapping inschakelen, wat handig kan zijn bij een shooter als CS:GO. Bovendien kun je kiezen uit vier standen voor de polling rate, hoewel we dat bij alle muizen terugvinden. Opvallend is wel dat de software niet de optie biedt om de verlichting van de muis aan te passen. De GM41 heeft een rgb-led onder het logo dat op de rug van de muis geplaatst is, en daar kun je allerlei effecten op loslaten. Instellen via de software zou makkelijk zijn, maar bij de GM41 gebruik je daar een combinatie van muisknoppen voor. Dat is minder eenvoudig, maar zorgt er wel voor dat je niet afhankelijk bent van software en je de verlichting dus ook aan kunt passen als je speelt op een systeem waar dat pakket niet op is geïnstalleerd. De led onder het logo geeft ook aan wanneer de batterij van de muis bijna leeg is. Dat is prettig.
Mocht je overigens bedraad willen spelen met de GM41: het snoer dat MSI meelevert is met stof omkleed en dat stof zit lekker strak om het snoer. Het snoer is echter wel erg stijf en de bochten die in het snoer zitten als je het uit de verpakking haalt, zullen nog lang zichtbaar en voelbaar blijven. Zonde, want bij concurrerende muizen wordt juist een erg soepel snoer geleverd waar je geen hinder van zult ondervinden. MSI heeft bij de GM41 gekozen voor de PixArt PAW3370-sensor, een logische keuze voor een draadloze muis. Daarmee presteert de muis goed, maar niet uitzonderlijk. Net als bij de Logitech G Pro X Superlight merkten we geen verschil tussen bedraad en draadloos spelen, wat na de metingen die we hebben verricht ook niet was te verwachten. Tot slot geldt dat de GM41 een van de eerste muizen is die Nvidia Reflex ondersteunt (zie kader). Het effect daarvan hebben we helaas niet kunnen testen.
MSI Clutch GM41 Lightweight Wireless |
|
400cpi |
800cpi |
1200cpi |
Procentuele afwijking |
4,3 % |
4,0 % |
4,0 % |
Standaarddeviatie |
1,1 |
2,2 |
2,0 |
Samengevat
MSI probeert met de Clutch GM41 Lightweight Wireless veel waar voor je geld te bieden, maar slaagt daar slechts ten dele in. De muis biedt wel heel veel, maar niet alles is even geslaagd. Met de vormgeving richt MSI zich op gamers die met de fingertip-grip spelen, al kun je door de ruim bemeten behuizing en de vormgeving van de zijkanten ook best met de palm-grip spelen. De GM41 is aan de zware kant voor een lichtgewicht muis, en dat zit in de weg als je met de fingertip-grip speelt. Voor de palm-grip had de muis wel wat hoger mogen zijn. Ook de indeling van de knoppen is niet ideaal, vooral doordat de cpi-knop onderop is geplaatst. De meerwaarde van de GM41 zit hem dan ook vooral in de draadloze verbinding die mogelijk is, en vooral in de standaard waarop je hem op kunt laden. Dat is een optie die veel draadloze concurrenten in hetzelfde segment niet bieden.
Razer Viper Mini
Razer Viper Mini |
Prijs |
€ 25,- |
Gewicht |
61gr / 57gr / 86gr |
Afmeting |
118x54x38mm |
Knoppen |
6 |
Verbinding |
Bedraad |
Snoer |
180cm |
Sensor |
PixArt PMW3359 |
Switches |
Razer Optical |
Cpi |
200-8500 |
Polling |
125-1000Hz |
De Viper Mini van Razer doet zijn naam eer aan; het is de kleinste muis uit de test. Hij is kort, smal en plat, hoewel Razer de muis wel een duidelijke curve heeft meegegeven. Ondanks dat is het niet de lichtste muis uit de test en dat komt waarschijnlijk doordat Razer niet meedoet aan de rage om de behuizing te voorzien van gaten. De Viper Mini heeft gewoon een gesloten behuizing. Je hoeft dus niet bang te zijn dat stof, vocht of vuil zich op kan stapelen in de muis. Ondanks dat er lichtere muizen zijn, voelt de Viper Mini aan als een vederlichte muis. Hij is lichter dan je op basis van de cijfers zou vermoeden.
Razer heeft de Viper Mini een zeer traditioneel uiterlijk meegegeven en hem ook wat voorzieningen betreft heel eenvoudig gehouden. De muis heeft de gebruikelijke zes knoppen en een verlicht logo op de rug. Het licht van de led komt ook naar buiten via een rand onderop de muis. Dat geeft een mooi subtiel effect als je in een donkere kamer speelt. Razer heeft voor twee muisknoppen gekozen, waaronder eigen switches verscholen gaan. Die klikken heerlijk licht. De knoppen zelf heeft Razer een lichte uitholling gegeven die erg prettig is. Ook de zijkanten van de symmetrisch vormgegeven muis zijn enigszins hol, wat voor net iets meer grip zorgt. Het muiswiel heeft duidelijke ribbels aan de buitenkant, die veel grip geven tijdens het draaien. De stops tijdens het draaien zijn daarentegen vrij subtiel. Het snoer dat Razer gekozen heeft, is redelijk soepel, maar niet zo soepel als dat bij sommige concurrenten.
Duidelijk is dat Razer met de vorm en het gewicht van de Viper Mini een heldere keuze heeft gemaakt: de muis is vooral geschikt voor wie de fingertip-grip gebruikt. Samen met de Logitech G Pro X Superlight is de Viper Mini daar het meest uitgesproken in. Voor gebruik met de palm-grip is de Viper Mini echt te licht en vooral te klein. Zelfs bij de fingertip-grip is de muis door zijn gerichte omvang en gewicht lastig hanteerbaar.
De Viper Mini heeft een PixArt PMW3359-sensor waarbij de cpi-waarde tot 'slechts' 8500cpi kan worden opgevoerd. Dat is in de praktijk nog steeds behoorlijk snel en hoger dan wij praktisch bruikbaar achten. De instelmogelijkheden zijn wat ons betreft dus nog steeds ruim genoeg. De sensor is voldoende nauwkeurig, zeker als hij op hogere waardes wordt ingesteld. Om te wisselen van cpi-waarde heeft de Viper Mini bovenop een knop die vrij klein is. Het is prettig dat Razer de optie beidt om via de software de waardes in te stellen waarmee je via de knop varieert en vooral ook dat je kunt kiezen hoeveel verschillende waardes je wilt gebruiken. Je kunt maximaal vijf waardes kiezen.
Je kunt via de software uiteraard ook de functie van de verschillende knoppen wijzigen en de verlichting instellen, en dat allemaal vastleggen in verschillende profielen. Toch zijn de opties die de software - en daarmee de muis - biedt beperkt. Hier geen angle snapping of het apart instellen van de cpi-waarde voor horizontale en verticale bewegingen. Eerlijk gezegd hadden we van Razer meer verwacht, ook omdat dergelijke ultralight-muizen gericht zijn op hardcore gamers. Razer heeft onlangs een flinke prijsverlaging voor de Viper Mini doorgevoerd.
Razer Viper Mini |
|
400cpi |
800cpi |
1200cpi |
Procentuele afwijking |
3,5 % |
1,9 % |
0,6 % |
Standaarddeviatie |
1,6 |
2,2 |
4,1 |
Samengevat
De Viper Mini van Razer is licht, klein en goedkoop, maar juist omdat hij zo licht en klein is, is hij ook wat lastig te hanteren. Iets meer muis om beet te houden zou prettig zijn, zelfs als je de fingertip-grip gebruikt. Daarmee schiet de Viper Mini zijn doel een beetje voorbij. De muis presteert verder prima, al is de software - en daarmee de hoeveelheid opties - die de Viper Mini biedt wat beperkt.
Roccat Burst Pro
Roccat Burst Pro |
Prijs |
€ 49,- |
Gewicht |
68gr / 71gr / 108gr |
Afmeting |
120x68x39mm |
Knoppen |
6 |
Verbinding |
Bedraad |
Snoer |
180cm |
Sensor |
Roccat Owl-Eye |
Switches |
Roccat Titan Optical |
Cpi |
200-16.000 |
Polling |
125-1000Hz |
De Burst Pro is een vrij recent verschenen muis en Roccat heeft dus even kunnen kijken hoe andere merken de ontwikkeling van een ultralichte muis hebben aangepakt. Dat is vooral te merken aan de behuizing van de Burst Pro. Dit is geen behuizing vol gaten, zoals bij veel andere ultralight-muizen. De kast van de Burst Pro is gesloten, maar onder die gesloten behuizing zijn toch de bekende zeshoekige gaten zichtbaar. De kast is gemaakt van vrij dik kunststof waarin zeshoekige gaten zijn gemaakt, maar daar overheen ligt een dunne laag kunststof. De opbouw wordt goed zichtbaar als de verlichting van de muis aangaat en je de zeshoeken opeens op ziet lichten. Dat zie je overigens voornamelijk aan de achterkant van de muis, terwijl ook de bodem onder de muisknoppen van zeshoekige uitsparingen is voorzien. Zo heb je eigenlijk het beste van beide opties: een lichte muis die toch geen stof staat te happen.
Overigens is de Burst Pro binnen deze categorie aan de zware kant. Roccat heeft het gewicht net onder de 70 gram kunnen houden. Voor een muis is dat licht, maar er zijn ultralight-muizen die nog zo'n 15 gram lichter zijn. Dat gewicht komt ook voort uit de maten van de Burst Pro. In vergelijking met andere ultralights is hij breed en ook vrij hoog. Roccat heeft, geheel in de ultralight-traditie, de vorm vrijwel symmetrisch gehouden. Alleen de knoppen bij de duim zijn asymmetrisch; ze zijn enkel aan de linkerkant van de muis te vinden. Het hoogste punt van de muis ligt in de breedterichting keurig in het midden. In de lengterichting is het hoogste punt opvallend ver naar achteren geplaatst. Bij muizen die gericht zijn op spelers die de palm-grip hanteren, is dat gebruikelijk. Bij muizen die gericht zijn op het gebruik van de fingertip-grip ligt het hoogste punt doorgaans verder naar voren. Roccat hinkt hier dus op twee gedachten.
Dat blijkt ook als we de muis van boven bekijken. De Burst Pro is iets breder aan de achterkant, terwijl muizen die op fingertip-spelers gericht zijn doorgaans geen verbreding aan de achterkant hebben. De verbreding is slechts licht en de Burst Pro heeft ook niet de typische asymmetrische vorm die veel muizen hebben, maar het maakt wel duidelijk dat Roccat op twee paarden wedt. Roccat heeft ook goed nagedacht over het oppervlak van de muis. Dat is glad, maar niet zo glad dat de muis lastig te hanteren wordt. Dat komt vooral doordat Roccat de zijkanten van de muis van een licht profiel heeft voorzien, zodat ze net wat stroever zijn. Het profiel is slechts licht, maar precies goed genoeg om de muis een prettige grip te bieden. De vorm van de Burst Pro is daarmee eigenlijk goed gekozen. We konden er met beide grip-stijlen prima mee uit de voeten, en dat geldt voor geen enkele andere muis in deze test.
Roccat heeft het verder heel overzichtelijk gehouden. Net alle de meeste andere muizen in deze categorie heeft hij slechts zes knoppen. Opvallend is dat Roccat de beide muisknoppen niet van een licht uitgehold profiel heeft voorzien. Dat hebben veel andere muizen wel, hoewel dat voor met name de fingertip-grip niet per se noodzakelijk is. Verder heeft de muis twee vrij ruim bemeten duimknoppen en een knop achter het muiswiel waarmee je de cpi-waarde in kunt stellen. Ook die is vrij ruim bemeten. Roccat maakt zelf switches. De Burst Pro is voorzien van de Roccat Titan Switch Optical, die vrij zwaar klikt en ook vrij ver moet worden ingedrukt. De switches hebben een heel duidelijk actuatiemoment en dat is prettig. We kunnen ons echter voorstellen dat er spelers zijn die de actie van de switches te zwaar vinden. Het muiswiel heeft een wat lichtere actie, met lichte stops tijdens het draaien. De Burst Pro heeft een erg soepel met stof omwonden snoer dat voor weinig weerstand zorgt.
Nvidia Reflex
De Roccat Burst Pro is een van de eerste muizen die overweg kan met Nvidia Reflex. Dat is een api van Nvidia die gericht is op het terugdringen van system latency, van de vertraging die de hele keten - van muisklik via cpu en gpu naar beeldscherm - probeert te verminderen. Gebruik van Reflex vraagt om Nvidia-kaarten, hoewel alle kaarten vanaf de RTX 900-serie er geschikt voor zijn. Het vraagt echter ook om geschikte monitoren en die zijn er - net als muizen - nog niet zo heel erg veel. Het vraagt bovendien om aanpassing aan de game en ook dat is pas bij een beperkt aantal games gebeurt. Reflex moet vooral voordeel opleveren in competitieve games. Games als Fortnite en Apex Legends zijn dus aangepast, net als Overwatch, Valorant en de recente Call of Duty-games. Omdat we tijdens onze tests geen monitor ter beschikking hadden die met Reflex overweg kan, hebben we de optie niet kunnen testen.
Roccat heeft de muis voorzien van twee rgb-leds. De eerste is in de behuizing geplaatst en verlicht vooral de achterkant, het deel dat onder je hand verdwijnt als je speelt. De tweede, fellere led is verwerkt in het muiswiel. Het licht van de leds is in te stellen via de software. Opvallend is dat de verlichtingsopties eigenlijk vrij summier zijn. Er zijn slechts zes verschillende effecten, waarbij je enkel de basiskleur kunt veranderen.
Gelukkig is de software op belangrijkere punten juist heel uitgebreid. Het pakket blinkt niet uit in bedieningsgemak, maar biedt wel functies die we verder nergens vinden. Zo kun je de dubbelkliksnelheid instellen en de scrollsnelheid, zaken die doorgaans via Windows ingesteld worden. Verder kun je de pollingrate kiezen en de lift off-afstand variëren van 'laag' tot 'erg laag'. Uiteraard kun je ook de cpi-waarde kiezen. Je kunt hem in vijf stappen variëren, maar ook instellen dat je tussen minder standen kunt kiezen. Mocht je willen, dan kun je zelfs de verticale en horizontale cpi-waarde anders instellen, wat handig kan zijn in shooters waarin je je muis vooral horizontaal beweegt.
Roccat maakt voor de Burst Pro gebruik van de eigen Owl-Eye-sensor. Die blinkt niet uit in nauwkeurigheid en vertoont een vrij grote standaarddeviatie, al moet daarbij gezegd dat het nog steeds om zeer marginale verschillen gaat. Eigenlijk zijn alle moderne sensoren goed. Het is niet zo dat je van de onnauwkeurigheid in de praktijk veel merkt. Wij hebben er tijdens de games die we gespeeld hebben niets van gemerkt, maar dat zegt wellicht ook iets over onze vaardigheden op dat vlak. Sterker, eigenlijk vonden de Burst Pro best een fijne muis, juist doordat hij geschikt is voor verschillende grip-stijlen.
Roccat Burst Pro |
|
400cpi |
800cpi |
1200cpi |
Procentuele afwijking |
5,9 % |
5,6 % |
4,6 % |
Standaarddeviatie |
3,1 |
7,4 |
10,4 |
Samengevat
De Burst Pro is een muis waarmee Roccat goed voor de dag komt. De vormgeving is slim gekozen waardoor hij geschikt is voor zowel de palm-grip als de fingertip-grip, en dat geldt voor erg weinig muizen. Roccat levert er bovendien uitgebreide software bij, waarmee je vooral de cpi-instellingen geheel naar je hand kunt zetten. Het is niet de allerlichtste muis, maar de goede vormgeving maakt dat goed. Dit is een muis waar we met veel plezier mee hebben gespeeld.
SteelSeries Aerox 3
SteelSeries Aerox 3 |
Prijs |
€ 60,- |
Gewicht |
59gr / 60gr / 88gr |
Afmeting |
120x67x38mm |
Knoppen |
6 |
Verbinding |
Bedraad |
Snoer |
180cm |
Sensor |
SteelSeries TrueMove Core |
Switches |
SteelSeries Mechanical |
Cpi |
200-8500 |
Polling |
125-1000Hz |
SteelSeries levert met de Aerox 3 de archetypische ultralight gamingmuis: licht, met een opengewerkte behuizing waar je het inwendige doorheen kunt zien, en voorzien van felle rgb-verlichting. Wij kozen voor de bedrade Aerox 3, maar SteelSeries heeft ook een draadloze variant in de aanbieding. Beide zijn leverbaar in zwart en wit. Logischerwijs is de draadloze variant iets zwaarder dan de bedrade variant (en beduidend duurder). Dat is de voornaamste reden waarom we voor de lichtere, bedrade variant hebben gekozen.
De Aerox 3 lijkt een symmetrisch ontwerp te hebben, maar dat is niet het geval. De behuizing is vrijwel symmetrisch, maar de linkerkant is net iets anders vormgegeven dan de rechterkant. Links vind je boven de plek voor je duim twee knoppen, die op een opvallend ver uitstekende richel zijn geplaatst. Die richel zorgt ervoor dat je duim niet omhoog kan glijden en dus vast op zijn plek blijft. Toch is het even wennen. De knoppen zitten vrij laag, dus als je een brede duim hebt, zit die steeds tegen de knoppen geklemd, met het risico dat je ze per ongeluk indrukt. Je kunt er daardoor echter ook altijd heel makkelijk en snel bij. Verder heeft SteelSeries het sober gehouden. Naast de twee standaardmuisknoppen en het muiswiel vind je alleen een knop bovenop de muis, die bedoeld is om snel te kunnen wisselen van cpi-waarde. Je kunt kiezen tussen vijf presetwaardes en die waardes naar eigen inzicht aanpassen in de software.
SteelSeries levert erg prettige software voor zijn muizen, die uitblinkt in overzichtelijkheid en bedieningsgemak. Je kunt niet alleen de cpi-waarde instellen, maar ook de pollingrate variëren, tussen 125Hz en 1000Hz. Daarnaast kun je zaken als acceleration en deceleration instellen en kun je angle snapping toepassen, wat ervoor moet zorgen dat de rechte lijnen die je probeert te trekken met je muis ook echt recht zijn. Dat kan handig zijn in shooters waarin je veel zijwaartse bewegingen maakt. De software bevat tot slot een macro-editor waarmee je toetsencombinaties kunt koppelen aan een muisknop, wat handig kan zijn voor de twee duimknoppen.
Uiteraard kun je ook de verlichting van de muis aanpassen. De verlichting van de Aerox 3 is zelfs verdeeld in drie zones, waarbij je voor elk van de zones de verlichting apart in kunt stellen. Je kunt ook de helderheid regelen en dat is hier best verstandig omdat de ingebouwde leds behoorlijk fel zijn. Je kunt de verlichting ook helemaal uitschakelen. Het licht komt overigens niet alleen door de gaten in de bovenkant van de muis naar buiten. Aan de onderkant is een smalle witte richel aangebracht waar ook iets van het licht naar buiten komt. Het geeft een lichte gloed op je muismat. Wat ons betreft had het daarbij mogen blijven.
SteelSeries heeft voor de Aerox 3 een vrijwel symmetrische behuizing ontworpen die bij de muisknoppen iets smaller is dan aan de achterkant. Veel muizen in deze categorie zijn overal even breed, vanuit de gedachte dat dergelijke lichte muizen vooral gebruikt worden door spelers die de fingertip-grip gebruiken en daarbij is een dergelijk breder deel niet wenselijk. Een bredere achterkant zien we vooral bij muizen die gericht zijn op gamers die de palm-grip gebruiken. De Aerox 3 is inderdaad net iets minder comfortabel als je met de fingertips speelt. Daarvoor is de overgang van smal naar breed wat te abrupt. Ook bij gebruik van de palm-grip valt die abrupte overgang op, maar daarbij is hij minder hinderlijk.
Het is jammer, want de Aerox 3 is verder gemaakt van een prettig stroeve kunststof die maakt dat de muis lekker aanvoelt. Dat laatste komt uiteraard ook door het gewicht. De Aerox 3 behoort tot de lichtste muizen uit de test. Door de vorm en de afwerking van het kunststof ligt hij echter prettig in de hand, al zou er iets van de overgang van smal naar breed mogen worden afgeschaafd.
Opvallend is dat het lijkt of de Aerox 3 draadloos is. Het snoer van de muis is los te koppelen, zoals dat bij draadloze muizen gebruikelijk is. Op de USB-C-aansluiting van de muis kun je dus een willekeurige kabel aansluiten, mocht je de overigens heerlijk soepele kabel die SteelSeries meelevert kwijt zijn. Vreemd genoeg heeft SteelSeries geen vervangende kabel in de aanbieding, terwijl dat toch de voornaamste reden lijkt om de muis te voorzien van een losse kabel. Vervangende kabels zijn er wel voor muizen met een Micro-USB-aansluiting, maar niet voor muizen met USB-C. Die gaan er volgend jaar wel komen, meldt SteelSeries, en zullen dan in verschillende kleuren verkrijgbaar zijn.
SteelSeries maakt eigen switches en eigen sensoren. De SteelSeries Mechanical die gebruikt wordt voor beide muisknoppen klikt heerlijk licht. De beide knoppen hebben een heel lichte uitholling aan het uiteinde, die ervoor zorgt dat je vingers net iets prettiger op de knoppen liggen. Dat geldt wel voornamelijk als je de palm-grip gebruikt. SteelSeries heeft het muiswiel wat verder verzonken in de behuizing dan gebruikelijk, en het wiel levert tijdens het draaien ook net wat meer weerstand dan gebruikelijk.
De TrueMove Core-sensor die SteelSeries ingebouwd heeft presteert goed, maar niet zo goed als de beste PixArt-sensors of de Hero-sensor van Logitech. De afwijkingen die we meten zijn echter alleszins acceptabel. Opvallend is wel dat de sensor niet verder gaat dan 8500cpi, ook al is dat een waarde die ruim hoger ligt dan wij werkbaar achten. Concurrerende muizen zijn op veel hogere waarden in te stellen, maar dat zijn waarden die wij niet zouden gebruiken.
SteelSeries Aerox 3 |
|
400cpi |
800cpi |
1200cpi |
Procentuele afwijking |
2,3 % |
7,6 % |
5,7 % |
Standaarddeviatie |
2,0 |
2,3 |
5,7 |
Samengevat
SteelSeries levert met de Aerox 3 een muis die veel sterke kanten heeft. De muis is lichter dan de meeste concurrenten en de behuizing heeft een prettig stroef oppervlak. De knoppen hebben allemaal een lekker lichte klik en het muiswiel heeft prettig lichte stops. De kabel is heerlijk soepel en kan desnoods vervangen worden. SteelSeries levert bovendien overzichtelijke software. Het enige nadeel van de muis is dat SteelSeries een wat uitgesproken vorm heeft gekozen die vooral bij de fingertip-grip wat minder comfortabel is.
Trust Gaming GXT 960 Graphin
Trust Gaming GXT 960 Graphin |
Prijs |
€ 26,- |
Gewicht |
74gr / 72gr / 110gr |
Afmeting |
126x63x40mm |
Knoppen |
6 |
Verbinding |
Bedraad |
Snoer |
180 cm |
Sensor |
PixArt PMW3325 |
Switches |
onbekend |
Cpi |
200-10.000 |
Polling |
125-1000Hz |
Het zal je wellicht niet verbazen dat de Trust GXT 960 Graphin tot de goedkoopste muizen uit deze test hoort. Het is waar het Nederlandse merk om bekendstaat. Trust heeft daarbij goed naar de concurrentie gekeken, want de GXT 960 voldoet aan alle conventies op het gebied van ultralight-muizen. De GXT 960 heeft een langwerpige, haast symmetrische vormgeving die over de gehele lengte vrijwel even breed is. In tegenstelling tot de meeste gamingmuizen is het deel bij de muisknoppen zelfs een fractie breder dan de achterkant. De GXT 960 hoort bij de langste en hoogste muizen uit de test. Je hebt dus heel wat beet, in tegenstelling tot bij veel andere muizen in dit genre, die beduidend kleiner zijn.
De GXT 960 ligt daardoor opvallend prettig in de hand. Dat geldt voor zowel de palm-grip, waarbij je voordeel hebt van de lengte en de hoogte, als voor de fingertip-grip. In dat laatste geval heb je prettig veel grip aan de zijkanten van de muis en de lichte uitholling van de muisknoppen.
Dat comfort heeft wel een prijs, want de GXT 960 is de zwaarste muis uit de test. Hij is zelfs zo zwaar dat hij nauwelijks aanvoelt als een ultralight, al komt dat ook doordat de tpfe-voetjes onder de muis net iets minder makkelijk glijden dan bij de concurrentie. De muis ligt dus lekker in de hand, hij is alleen niet zo licht als de andere muizen in deze test. Hij vliegt minder makkelijk over mat en scherm als de gemiddelde ultralight. Trust heeft de muis een dun, met stof omwonden snoer gegeven dat minder soepel is dan het snoer van sommige concurrenten, en dat is jammer.
Dat gewicht wordt misschien ook veroorzaakt door de extra laag die Trust in de behuizing heeft verwerkt. De GXT 960 heeft de bekende honingraatgaten in de behuizing om hem lichter te maken. Om te voorkomen dat vuil, vocht en stof ophoopt in het interieur van de muis heeft Trust echter een dunne witte laag aangebracht onder de zwarte buitenkant. Omdat de extra laag de hele bovenkant en zijkanten beslaat, voegt hij best wat gewicht toe.
Trust heeft de GXT 960 voorzien van de zes knoppen die standaard zijn in deze categorie. Voor de twee muisknoppen gebruikt Trust switches van een onbekend merk, die vrij zwaar klikken. Het muiswiel draait juist vrij soepel, met heel lichte stops. De twee knoppen voor de duim zijn vrij klein, maar schakelen erg licht. Bovenop de muis vind je de knop waarmee je de cpi-waarde kunt kiezen. Die is klein en daardoor wat makkelijk te missen.
Met de cpi-waarde komen we bij het opvallendste punt van de GXT 960. De software blijkt vrijwel identiek aan de software die we aantroffen bij de Model D van Glorious. Of Trust de software van Glorious gebruikt of andersom - of dat beide de software van dezelfde externe leverancier betrekken - is niet duidelijk. Er zijn echter kleine verschillen. Zo kun je bij beide muizen kiezen uit verschillende lichteffecten, maar de keuze is bij Glorious wat groter dan bij Trust.
Gelukkig kun je bij beide muizen op dezelfde wijze instellen hoe hoog je de cpi-waarde van de muis wilt hebben. Je kunt maximaal zes verschillende waardes opgegeven en daartussen wisselen met de knop bovenop de muis. Gelukkig kun je ook minder dan zes waardes instellen. De software heeft een verrassend prettige functie in de vorm van een overlay die kortstondig in beeld is en dan aangeeft op welke cpi-waarde je de muis via de knop hebt ingesteld. Dat niet alleen: aan elke cpi-waarde kun je een kleur weergegeven en de verlichting van de led brandt kortstondig fel in die kleur als je de waarde verandert. Verder heeft de software nog wat opties die je ook in Windows terugvindt, zoals het instellen van de scollsnelheid en de dubbelkliksnelheid. Uiteraard kun je alles vastleggen in verschillende profielen. Mooi en uitgebreid is de software niet, maar hij heeft de belangrijkste functionaliteit aan boord en het werkt prima. Trust heeft de PixArt PMW3325-sensor in de GXT 960 gebouwd. Ook daarvoor geldt dat het een degelijke sensor is die het goed, maar niet uitzonderlijk doet.
Trust Gaming GXT 960 Graphin |
|
400cpi |
800cpi |
1200cpi |
Procentuele afwijking |
1,0 % |
7,0 % |
5,4 % |
Standaarddeviatie |
1,5 |
1,4 |
1,6 |
Samengevat
Trust levert met de GXT 960 Graphin een opmerkelijk goed product af. De muis is goed vormgegeven en ligt daardoor prettig in de hand. De actie van de knoppen is wat zwaar, terwijl die van het wiel juist vrij licht is, maar dat hoeft geen onoverkomelijk probleem te zijn. Zeker niet als we het gewicht van de muis meetellen. De GXT 960 is voor een ultralight behoorlijk zwaar. Voor de echte ultralight-fans is het dus geen goede keuze. Als je moeite hebt met de supersnelle ultralights, maar wel graag met de fingertip-grip speelt, kan de GXT 960 een goed alternatief zijn. Zoals altijd bij Trust: voor de prijs hoef je het niet te laten.
Xtrfy M4
Xtrfy M4 |
Prijs |
€ 60,- |
Gewicht |
69gr / 72gr / 106gr |
Afmeting |
120x68x39mm |
Knoppen |
6 |
Verbinding |
Bedraad |
Snoer |
180cm |
Sensor |
PixArt PMW3389 |
Switches |
Omron |
Cpi |
400-16.000 |
Polling |
125-1000Hz |
Het hippe Zweedse gamingmerk Xtrfy heeft drie verschillende ultralights in de aanbieding, waarvan wij hier de M4 testen. Onze versie heeft de Retro-kleurstelling, wat betekent dat hij twee tinten grijs heeft, en accenten in een mooie donkerrode kleur. Over accenten gesproken: net als de andere twee modellen van Xtrfy heeft de M4 een opengewerkte behuizing waarin ronde gaten zijn aangebracht. Daardoor zie je het licht van de ingebouwde rgb-leds naar buiten komen, al heeft Xtrfy het effect ervan opvallend subtiel gehouden. Het licht komt vooral naar buiten via een witte strook over de zijkant van de muis - en via het Xtrfy-logo dat diep in het binnenste van de muis zichtbaar is. Het geeft een sfeervol effect. Zeker in deze Retro-kleurstelling zijn we zeer te spreken over het uiterlijk van de M4.
Xtrfy maakt duidelijke keuzes bij de drie lichte muizen in zijn assortiment. De M42 en MZ1 zijn symmetrische muizen. Beide zijn kort, licht en laag en duidelijk bedoeld voor gamers die de fingertip-grip gebruiken. Bij de M4 is dat anders; die is vrij breed en vooral vrij hoog. Hij is bovenal niet symmetrisch. De M4 heeft een duidelijke bult aan de rechterkant en een inkeping aan de linkerkant, zoals veel zwaardere gamingmuizen die hebben. De muis heeft de zogenaamde ergonomische vorm die gebruikelijk is bij muizen die gericht zijn op gamers die de palm-grip hanteren. Daarmee geeft Xtrfy je dus de keuze. Bij een paar andere fabrikanten zien we dat ze zoeken naar een compromis tussen beide vormen, maar daar doet Xtrfy niet aan mee. De vorm is uitgesproken en duidelijk gericht op één bepaalde speelstijl, en dat is te waarderen. Wat de M4 betreft kunnen we ook alleen maar beamen dat hij prettiger in de hand ligt als je met de palm-grip speelt. Speel je met fingertips, dan is de muis te hoog en mis je grip aan de rechterkant.
Xtrfy heeft de M4 voorzien van Omron-switches die lekker licht klikken. Opvallend is ook het heerlijk licht draaiende muiswiel dat desondanks duidelijke stops heeft tijdens het draaien. De M4 heeft verder lekker grote duimknoppen. Xtrfy heeft een erg soepel snoer aan de muis geknoopt, dat echter wel wat ruim in zijn stoffen jasje zit. Dat had best wat strakker gemogen. Nu vangt het snoer nodeloos veel stof. Xtrfy heeft de PixArt PMW3389-sensor ingebouwd. Dat blijkt niet de meest nauwkeurige sensor uit de test, hoewel de afwijkingen in de praktijk alleszins acceptabel zijn.
Het opvallendst aan de M4 is echter wat hij niet heeft: bijbehorende software. Xtrfy levert nieuwe firmware, maar geen software waarmee je zaken in kunt stellen. Het is de enige fabrikant uit deze test die daarvoor kiest. Je kunt wel degelijk van alles instellen, maar dat verloopt via de verschillende knoppen van de muis. De knop bovenop de muis is een soort Shift-toets die je gebruikt in combinatie met alle andere knoppen. Op die manier kun je allerlei rgb-effecten instellen.
Dat is een gemiste kans, want doorgaans dient die knop om de cpi-waarde van de muis te variëren en dat hadden hier ook liever gezien. Die optie is er wel, maar daarvoor dient een klein knopje onderop de muis. De waarde wordt aangegeven via een kleine rgb-led naast het knopje. Je zult de handleiding ernaast moeten houden om te zien welke waarde je hebt ingesteld. Er zijn acht smaken waar je uit kunt kiezen, tot een maximum van 16.000cpi. We zien liever een optie om wat makkelijker te wisselen en wat waardes uit het assortiment te laten, zodat je bijvoorbeeld snel tussen slechts twee waardes kunt wisselen. Onderop vindt je ook een schuifje waarmee je kunt kiezen uit drie waardes voor de pollingrate.
Het is een wat omslachtige methode die uiteraard ook voordelen heeft. Je kunt de instellingen veranderen als je speelt op een systeem dat nieuw voor je is en je bent niet afhankelijk van het besturingssysteem waarop je speelt. De software die bij de verschillende muizen uit deze test geleverd wordt is er doorgaans enkel voor Windows. Met de X4 kun je ook onder Linux naar hartenlust met de instellingen spelen.
Xtrfy M4 |
|
400cpi |
800cpi |
1200cpi |
Procentuele afwijking |
5,1 % |
5,5 % |
5,9 % |
Standaarddeviatie |
3,0 |
3,9 |
8,0 |
Samengevat
Xtrfy heeft met de M4 een compromisloze muis gemaakt. Hij is enkel en alleen gemaakt voor gamers die de palm-grip gebruiken. Speel je met de fingertip-grip, dan heeft het merk andere modellen in de aanbieding. Die keuze kunnen we waarderen, want de vorm bevalt goed. Voor een ultralight is de muis vrij groot en zwaar, maar als je de geëigende grip hanteert is dat geen bezwaar. Het grootste nadeel is dat het instellen van de verschillende functies van de muis handiger had gekund. Xtrfy levert geen software waarmee je instellingen kunt veranderen; dat gaat enkel via de verschillende knoppen van de muis en vooral het wisselen van cpi-waarde had prettiger gekund. Voordeel is wel dat je de muis daardoor ook moeiteloos met een ander OS kunt gebruiken.
Conclusie
Vrijwel alle fabrikanten van gamingmuizen hebben inmiddels een ultralight-gaming muis in het assortiment. Het zijn muizen die gericht zijn op de professionele spelers, op de e-sporters die snelle shooters spelen. Maar zoals dat gaat met dergelijke apparatuur: wat goed is voor dergelijke topspelers komt al snel op de markt voor een breder publiek. Toch is het goed om in het achterhoofd te houden waar deze muizen voor gemaakt zijn. Het zijn muizen die echt heel specifiek gericht zijn op het spelen van games waarbij je veel en nauwkeurig moet mikken. Het zijn daarmee compromisloze producten die voor andere toepassingen - lees: de dagelijkse pc-taken - veel minder geschikt zijn.
Daar komt ook de vormgeving van de meeste muizen uit deze test vandaan. Pro-gamers denken na over de manier waarop ze hun muis vasthouden. Veel topspelers leggen hun hand niet zomaar op hun muis, maar kiezen voor een manier van vasthouden waarbij de palm van je hand boven de muis zweeft en je de muis enkel met de vingertoppen beet houdt. Met deze fingertip-grip beweeg je de muis voornamelijk vanuit je pols in plaats van met de hele onderarm. Dat maakt dat je snellere bewegingen kunt maken. De andere manier van vasthouden vraagt ook om een andere vormgeving van de muis en dat zien we duidelijk terug bij de muizen uit deze test. De vormgeving van veel muizen in de test is aangepast op de specifieke wensen van spelers die de fingertip-grip hanteren.
De typische fingertip-muis is plat, symmetrisch en langgerekt. We zien de vorm terug bij de muizen van HyperX, Logitech, MSI en Trust. Om nog meer gewicht te kunnen besparen, kiezen sommige fabrikanten ervoor om hun muis vooral klein te maken en de langgerekte vorm in te ruilen voor een kortere behuizing. Het is de aanpak die Cooler Master en Razer volgen. Niet toevallig zijn hun muizen ook de twee lichtste uit de test. Fabrikanten als Roccat en Glorious zoeken het compromis door een muis te maken geschikt is voor de fingertip-grip, maar ook goed in de hand ligt als je je hele hand op de muis laat rusten. Bij de Roccat Burst Pro is dat beter geslaagd dan bij de Glorious Model D. Tot slot is er Xtrfy, dat met zijn M4 een heel andere kant opgaat. De M4 is volledig afgestemd op spelers die de traditionele palm-grip gebruiken. Voor fingertip-spelers heeft het merk andere modellen in de aanbieding.
Als het op grip aankomt, dus op de pasvorm van de muis bij de verschillende speelstijlen, gaat onze voorkeur uit naar de Pulsefire Haste van HyperX. Dat is althans de muis die wat ons betreft het best in de hand ligt als je de fingertip-grip hanteert. Er zijn wat muizen die daarbij in de buurt komen. De Aerox 3 van SteelSeries bijvoorbeeld, al heeft die wat ver uitstekende duimknoppen die in de weg zitten als je met je vingertoppen speelt. De Pro X Superlight van Logitech heeft de juiste vorm, maar is veel te glad. Meegeleverde stickers lossen dat op, maar da's geen mooie oplossing. De Pro X is bovendien erg duur. Ook de GM41 ligt goed in de hand, maar is eigenlijk te zwaar en dat geldt ook voor de GXT 960 van Trust. Dan ligt de Burst Pro van Roccat veel beter in de hand. Sterker nog, Roccat heeft wat ons betreft een uitstekend compromis gevonden: een muis die goed in de hand ligt bij zowel de palm-grip als de fingertip-grip.
- Procentuele afwijking
- Standaarddeviatie
Bij een muis, en zeker bij een gamingmuis, is de nauwkeurigheid uiteraard van groot belang. En die nauwkeurigheid kun je meten. Daar is speciale software voor. Zo'n meting zegt echter niet alles. De vraag is hoeveel je in de praktijk merkt van de gemeten afwijking? Het antwoord: niet zoveel. Bij gamingmuizen wordt steevast vermeld welke sensor in de muis zit. Logisch, dat is tenslotte het onderdeel dat de bewegingen die je maakt detecteert en omzet in het signaal dat naar de pc gestuurd wordt. Toch durven we hier te stellen dat de sensor tegenwoordig nauwelijks nog een onderscheidende factor is. Sensoren zijn nog steeds van groot belang, maar er zijn nauwelijks nog slechte sensoren op de markt.
Grote merken als Logitech en SteelSeries maken eigen sensoren en vooral de Logitech Hero, ook gebruikt in de Pro X Superlight, blinkt uit in nauwkeurigheid. Fabrikanten die het zich niet kunnen veroorloven om een eigen sensor te ontwikkelen, kloppen tegenwoordig allemaal aan bij PixArt. Dat Taiwanese bedrijf levert verschillende sensoren voor zowel draadloze als bedrade muizen en eigenlijk presteren ze allemaal naar behoren. Ook in de goedkoopste muizen uit deze test zit een sensor van PixArt die in de praktijk prima presteert. Ja, de Hero-sensor van Logitech doet het uitstekend, maar ook met een PixArt-sensor ben je nauwkeurig genoeg. Wij hebben in de praktijk niets kunnen merken van de afwijkingen die we hier gemeten hebben. Op papier lijkt de afwijking hier en daar groot, maar in de praktijk hebben we daar geen hinder van ondervonden.
Een meer onderscheidende factor is de bediening met de muis. Bij de twee muisknoppen gaat het meestal wel goed. Alle fabrikanten gebruiken heerlijk licht klikkende switches. Eigenlijk klikken alleen de knoppen van de Roccat Burst Pro en Trust GXT 960 wat zwaarder, hoewel het ook daar niet hinderlijk is. De verschillen zitten vooral in de andere knoppen en dan vooral de knoppen voor aanvullende functies als het wisselen van cpi-waarde. Bij de meeste muizen zit de knop daarvoor vlak achter het muiswiel, wat een uitstekende plek is. Bij de muizen van HyperX, SteelSeries en Trust krijg je daar ook handige feedback op via de ingebouwde rgb-leds, en bij HyperX, Razer en Trust krijg je via een kleine overlay ook in beeld te zien dat je een andere cpi-waarde hebt gekozen. Bij de Pro X van Logitech missen we een dergelijke knop en bij de muizen van MSI en Xtrfy is die onderop geplaatst, wat ook niet echt handig is.
Tot slot zit er veel verschil in de software die de meeste fabrikanten beschikbaar stellen. Alleen Xtrfy heeft geen software. Bij de M4 en andere muizen van het Zweedse bedrijf stel je alles in via een combinatie van verschillende knoppen op de muis. Dat werkt niet per se prettig, maar zorgt er wel voor dat je onder alle omstandigheden en op alle besturingssystemen instellingen kunt wijzigen. Bij de software die meegeleverd wordt valt op dat de pakketten van HyperX, Logitech, MSI en Razer nogal summier zijn. De pakketten van Glorious en vooral Roccat zijn veel uitgebreider, waarbij opvalt dat we de software van Glorious in vrijwel ongewijzigde vorm ook terugvinden bij Trust.
Als we op basis van al die factoren naar het totaalplaatje van de verschillende muizen kijken, steken er een paar bovenuit. Als we ons even pro-gamer wanen en voorstellen dat we enkel en alleen met de fingertip-grip zouden spelen, zouden we de HyperX Pulsefire Haste kiezen. Die heeft wat ons betreft een erg goede ergonomie en HyperX levert er eenvoudige, maar erg overzichtelijke software bij. De Aerox 3 van SteelSeries is ook een goede keuze, maar ligt net wat minder prettig in de hand. De Trust GXT 960 presteert ook goed, maar is eigenlijk iets te zwaar om als ultralight door het leven te mogen. Mocht je een muis zoeken die licht is, maar ook goed in de hand ligt als je de traditionele palm-grip gebruikt, dan raden we de Roccat Burst Pro aan. De vorm daarvan is een uitstekend compromis en Roccat levert de meest uitgebreide software mee.