Er bestaan veel synthetische benchmarks waarmee je met één druk op de knop een test kunt draaien waar vervolgens een score uitrolt. Hoe die score wordt uitgedrukt en tot stand is gekomen, verschilt sterk per benchmark. Sommige programma’s richten zich puur op één onderdeel, zoals de videokaart of processor, terwijl andere software met een totaalscore komt voor het hele systeem. Ook is niet elke ontwikkelaar even transparant over hoe de resultaten van een benchmark tot stand komen, of wordt zelfs terloops de formule voor de eindscore aangepast.
Met een goede synthetische benchmark is in principe niets mis. Het geeft de mogelijkheid om op een eenvoudige manier hardware met elkaar te vergelijken. Een van de bekendste benchmarksuites voor pc-hardware is 3DMark. De verschillende tests die ontwikkelaar UL beschikbaar heeft, zijn vooral gericht op het meten van de grafische rekenkracht en capaciteiten van uiteenlopende apparaten. De graphics score die 3DMark na een benchmark toont, is bijvoorbeeld ontwikkeld om de gpu-prestaties zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen zonder andere hardware daar een rol in te laten spelen. Daarom geeft deze graphicsscore vrij makkelijk een overzicht over de grafische prestaties van videokaarten relatief ten opzichte van elkaar.