Inleiding
Harde schijven vormen sinds jaar en dag één van de basiscomponenten van computers. De techniek achter de roterende magnetische schijf is inmiddels meer dan een halve eeuw oud en de opslagcapaciteit steeg in die tijd van enkele megabytes naar meer dan een terabyte. In gestaag tempo groeiden de prestaties mee, hoewel zij altijd ver achterbleven bij de performance van het werkgeheugen. De achilleshiel van de harde schijf is zijn hoge toegangstijd. Terwijl de doorvoersnelheden door steeds verder groeiende gegevensdichtheden en het parallel gebruik van harde schijven in raid-arrays meegroeide met de behoefte aan meer opslagcapaciteit, bleef de toegangstijd nagenoeg gelijk. De latency van een harddisk wordt immers met name bepaald door het toerental van de platters en die werd in de loop der tijd slechts enkele keren verhoogd.
Toen Seagate in 1980 met de ST-506 de eerste 5,25"-harddisk op de markt bracht en daarmee dit opslagmedium in personal computers introduceerde, lag het toerental op 3600 omwentelingen per minuut. Tegenwoordig geldt 7200 toeren als de standaard. De toegangstijd werd met een factor zes verminderd, terwijl de transferrates momenteel honderden keren hoger liggen dan 27 jaar geleden.
Over de solid state disk, de beoogde opvolger van de mechanische harde schijf, worden al jaren de mooiste verhalen verteld. Tot voor kort waren er echter geen betaalbare producten verkrijgbaar die betrouwbaarheid met goede prestaties verenigen. Voor bepaalde professionele toepassingen bestaan er al lange tijd op ram gebaseerde oplossingen, die altijd een noodstroomvoorziening en een harde schijf of een ander veilig medium als backup nodig hebben. Op basis van een dergelijk concept bracht Gigabyte in 2005 de iRAM, een pci-kaart met vier dimm-slots en een sata-interface, op de markt. Zulke oplossingen zijn echter inherent onveilig en gecompliceerd in gebruik.
Voor solid state disks heeft niet-vluchtige geheugentechnologie veruit de voorkeur. Dankzij enorme prijsdalingen en toegenomen prestaties is flashgeheugen geschikt geworden voor gebruik in ssd's. Flashdisks voor industriële toepassingen zijn inmiddels enige jaren verkrijgbaar. De prestaties van de eerste generatie producten waren veelal teleurstellend, maar door de ontwikkeling van snellere flashchips en betere controllers is daar in snel tempo verandering in gebracht. Het is eindelijk mogelijk geworden om betaalbare én zeer goed presterende ssd's aan te schaffen, hoewel 'betaalbaar' een rekbaar begrip is. Er moet nog steeds diep in de buidel getast worden om een ssd met goede prestaties en een bruikbare opslagcapaciteit aan te schaffen, maar in ieder geval gaat het niet meer om prijskaartjes van duizenden euro's. Ook niet onbelangrijk is dat flash-ssd's tegenwoordig eenvoudig uitwisselbaar zijn met gewone harde schijven, zodat er voor wat betreft de form factor en de interfaces niets hoeft te veranderen om een systeem van ssd-opslag te voorzien.
De ssd-markt wordt momenteel gedomineerd door een aantal nieuwkomers en door bekende fabrikanten van geheugenproducten. De hardeschijfmakers kijken de kat uit de boom, hoewel er hier en daar wel stelling wordt genomen: marktleider Seagate heeft bijvoorbeeld een aandeel genomen in Sandisk en heeft verklaard dat solid state disks op de product roadmap staan. In deze review worden drie solid state disks besproken van twee opkomende fabrikanten uit het Verre Oosten, te weten het Koreaanse Mtron en Memoright uit China. De Mtron Pro 7000 en Memoright GT zijn gericht op de professionele gebruiker en de Mtron Mobi 3000 is bedoeld voor gebruik in desktops en notebooks.
Nader bekeken
De solid state disks die in deze review aan bod komen, zijn alle drie gebaseerd op single level cell-flashchips. Dit type chips biedt betere prestaties en een hogere betrouwbaarheid dan het goedkopere multi level cell-geheugen dat in veel flashkaartjes is terug te vinden. Uit de Mtron Mobi 3000-serie werd het MSD-SATA3025-016-model getest. Dit is een 2,5"-diskje met een capaciteit van 16GB en een serial ata-interface. De Mobi 3000-reeks bestaat verder uit een 2,5 inch model met een capaciteit van 32GB en 3,5-inchmodellen met capaciteiten tot 64GB. Er zijn ook pata-versies leverbaar.
De Mobi 3000 wordt door Mtron ongeschikt geacht voor het gebruik in servers en raid-configuraties. Mocht het bedrijf bij een reparatie tot de ontdekking komen dat een ssd toch op deze wijze is gebruikt, dan vervalt de garantie, die normaal gesproken een termijn heeft van drie jaar. Wij hebben overigens kunnen vaststellen dat de Mtron Mobi probleemloos functioneert met high-end raid-controllers zoals de Areca ARC-1280.

Waar de Mobi's zijn voorzien van een witte plastic behuizing, gebruikt Mtron voor de professionele Pro 7000-serie een aluminium kast. Deze modellen zijn verkrijgbaar met een 2,5"- of 3,5"-formfactor en ze zijn leverbaar met een capaciteit van 16, 32, 64 of 128 gigabyte. Ook hier is er keuze uit versies met een sata- en een pata-interface. De Pro-serie is wel geschikt voor toepassing in servers en raidsystemen en wordt bovendien geleverd met de ruimere garantieperiode van vijf jaar. Uit de Pro 7000-serie werd de MSP-SATA7035-032 getest, die is voorzien van een sata-interface, een 3,5"-behuizing en een opslagcapaciteit van 32GB.
Inmiddels heeft Mtron een opvolger voor de Pro 7000-serie aangekondigd. De Pro 7500 heeft hogere lees- en schrijftransferrates van respectievelijk 130MB/s en 120MB/s. De interface voor de 7500 is opgewaardeerd naar de serial sata-2.5-specificatie en de pata-versies zijn afgeschaft.

Memoright levert zijn GT-disks met een opslagcapaciteit van 32, 64 of 128 gigabyte. De 32GB- en 64GB-modellen bieden momenteel de beste prestaties en halen volgens de specificaties een sequentiële lees- en schrijfsnelheid van meer dan 120MB/s. Dit is beduidend meer dan de transfer rates van de Mtron Mobi 3000 en de Mtron Pro 7000. Deze drives lezen met respectievelijk 100 en 120MB/s en schrijven met 80 en 90MB/s.
De Memoright GT wordt uitsluitend geleverd met een serial ata-interface en in een 2,5"-behuizing. In dit artikel wordt de 64GB MR25.2-064S besproken. Uit de specificaties van de GT-serie kunnen we opmaken dat deze ssd's zijn voorzien van 16MB cache en een stroombackupsysteem, dat voldoende energie opslaat om de gegevens uit de cache bij stroomuitval naar de flashchips te schrijven. Mtron maakt geen melding van de aanwezigheid van cachegeheugen in zijn ssd's.

Hoewel er vrij grote onderlinge verschillen zijn in het gespecificeerde energieverbruik van de drie ssd's, is het verbruik in absolute zin zeer laag te noemen. De waardes komen overeen met die van een 7200rpm-notebookschijf en zijn ongeveer een factor zeven lager dan van een 3,5"-harddisk die 15.000 toeren maakt. In de onderstaande tabel worden de specs van de drie testkandidaten op een rij gezet.
| Mtron Mobi 3000 | Mtron Pro 7000 | Memoright GT |
Model | MSD-SATA3025-016 | MSP-7035-064 | MR25.2-064S |
Capaciteit | 16GB | 32GB | 64GB |
Cache | - | - | 16MB |
Max. leessnelheid | 100MB/s | 120MB/s | >120MB/s |
Max. schrijfsnelheid | 80MB/s | 90MB/s | >120MB/s |
Stroomverbruik actief | 2 W | 2,7 W | 2,5 W |
Energieverbruik idle | 0,5 W | 0,5 W | 1,0W |
Formaat | 2,5" | 3,5" | 2,5" |
Garantie | 3 jaar | 5 jaar | 5 jaar |
Testopstelling
De twee Mtron-ssd's werden getest op ons vertrouwde storage-testsysteem, dat bestaat uit een Iwill DK8ES nForce Pro 2200-moederbord met een AMD Opteron 248-processor en 2GB PC2100 ddr-geheugen. De Memoright-ssd bleek helaas niet compatible met de sata-controller van de nForce Pro 2200 en werd daarom getest op een Intel DB975X met een Core 2 Extreme X6800 en 1GB RAM. Omdat alle benchmarks de pure i/o-prestaties meten, heeft het verschil in de performance van de processors geen noemenswaardige invloed op de resultaten. Ook het prestatieverschil tussen de serial ata-controllers is minimaal.
De prestaties van de ssd's worden op de komende pagina's vergeleken met een aantal conventionele harde schijven, te weten de Seagate Cheetah 15K.5 (3,5 inch 15.000rpm sas), de Western Digital Raptor WD740ADFD (3,5 inch 10.000rpm sata), de Seagate Savvio 10K.2 (2,5 inch 10.000rpm sas), de Samsung Spinpoint F1 (3,5 inch 7200rpm sata) en de Hitachi Travelstar 7K200 (2,5 inch 7200rpm sata). De sas-schijven werden getest op een LSI Logic SAS3442X-controller. De andere disks werden op de onboard sata-controller aangesloten.
Low-level prestaties
We beginnen bij de bespreking van de testresultaten met een aantal low-level benchmarks, die een basis bieden om de prestatieverschillen in de workloadsimulaties op de komende pagina's te verklaren. De Winbench 99 Disk Inspection Test bijt het spits af met metingen van de sequentiële transferrate aan het begin en het einde van de disk. Vanwege het kleiner worden van de diameter van de sporen neemt de transferrate bij harde schijven af naarmate de gelezen sectoren zich dichter bij het centrum van de platters bevinden. Solid state disks hebben geen last van dit verschijnsel en leveren altijd een gelijke transferrate. Zo laat de Memoright GT een uitstekende leessnelheid van 115MBps zien en de Mtron Pro 7000 en Mobi 3000 leveren met achtereenvolgens 111MBps en 104MBps ook heel respectabele snelheden.
De solid state disks zijn ten opzichte van de harde schijven fors in het voordeel bij het lezen van gegevens die zich aan de binnenkant van de platters bevinden. Hierbij moet wel de kanttekening geplaatst worden dat de ssd's een kleinere capaciteit hebben dan de harde schijven in deze test. Zou bij de harddisks enkel de eerste 16, 32 of 64GB getest zijn, dan zou dit aanzienlijk hogere eindtransferrates hebben opgeleverd.
De schrijfprestaties waren een zwakke eigenschap van eerste generatie flash-ssd's. Door het gebruik van slc-geheugen en slimme meerkanaals controllers hebben Mtron en Memoright hier verandering in kunnen brengen. De Memoright GT levert een zeer goede sequentiële schrijfsnelheid van 126MBps, vergelijkbaar met de schrijfsnelheid die de Seagate Cheetah 15K.5 op zijn buitenste sporen levert. Minder indrukwekkend maar nog steeds ruimschoots voldoende zijn de resultaten van de Mtron Pro 7000 en Mobi 3000, die respectievelijk 90 en 82 megabyte per seconde wegschrijven.
De resultaten van de solid state disks in de bovengenoemde tests zijn goed, maar van een grote sprong voorwaarts ten opzichte van magnetische opslagtechnologie is geen sprake. De meest veelbelovende eigenschap van ssd's is hun extreem lage toegangstijd. Analyzedisk laat zien dat de flashdisks hun beloftes hier volledig waarmaken. De resultaten van de ssd's zijn nauwelijks zichtbaar te maken in een lineaire grafiek waarin ook een 7200rpm-notebookschijf met een gemiddelde leestoegangstijd van ruim 14 milliseconde plaatsneemt. De Mtron Pro 7000 komt als snelste uit de test. Met zijn score van 0,06 milliseconde is deze ssd maar liefst 236 keer sneller dan de Hitachi Travelstar 7K200 en hij laat zich honderd keer sneller benaderen dan de op 15.000 toeren draaiende Seagate Cheetah 15K.5. De Mtron Mobi 3000 en Memoright GT volgen op de voet met access times van respectievelijk 0,07 en 0,10 milliseconde.
De schrijftoegangstijd werd getest met ingeschakelde cache. De metingen komen daardoor gunstiger uit dan de toegangstijd voor het werkelijk beschrijven van de media. Door de relatief hoge schrijflatencies van de flashchips en het ontbreken van een ram-cache leveren de Mtron-ssd's matige prestaties in deze test. De Memoright GT beschikt wel over een cachebuffer en zet daarmee het beste resultaat neer.
De door Analyzedisk gemeten read buffer transfer rates lijken sterk afhankelijk van de gebruikte i/o-controller. Bij de sata-schijven was dit de sata-controller van de nForce Pro 2200, met uitzondering van de Memoright GT die op een Intel ICH7R werd getest. De sas-schijven werden getest op een LSI Logic SAS3442X-sas-raid-adapter.
De write buffer transfer rates zijn beter vergelijkbaar. De Memoright GT biedt hier de beste prestaties. De resultaten van de beide Mtron-ssd's bevinden zich op het niveau van de snelste harde schijven.
De Iometer Fileserver-simulatie is een populaire benchmark waarmee gepoogd wordt om de workload van een fileserver te simuleren. De test wordt gevormd door een toegangspatroon dat voor 80 procent uit leesacties bestaat en transfers met een grootte van 512 bytes tot 64KB op volledig willekeurige locaties uitvoert. Vanwege het kunstmatige karakter van deze benchmark is het twijfelachtig of er werkelijk overeenkomst bestaat met fileserverworkloads uit de echte wereld. Real-world workloads bieden vaak kansen voor caching terwijl dat in de Iometer Fileserver-simulatie nauwelijks mogelijk is vanwege het volkomen willekeurige toegangspatroon. De benchmark geeft daardoor wel een mooi beeld van de random i/o-prestaties.
De Memoright GT doet nog eens flinke schep bovenop de al uitzonderlijk goede prestaties van de twee Mtron-ssd's. De snelste van dit tweetal, de Mtron Pro 7000, weet de performance van een Cheetah 15K.5 al met 132 procent te overtreffen. De Memoright GT verwerkt bijna vijf keer meer i/o's dan de 15.000rpm-harddisk. Dit belooft wat voor de workloadsimulaties die op de komende pagina's aan bod zullen komen.
Desktop- & workstationprestaties
De benchmarks op de voorgaande pagina hebben laten zien dat de solid state disks wat betreft hun sequentiële transfer rates op hetzelfde niveau presteren als de snelste harde schijven van dit moment. Op het gebied van de toegangstijden, en daarmee ook bij de random i/o-performance in de Iometer-test, ontketenen de ssd's een ware revolutie. Om antwoord te krijgen op de vraag in hoeverre de ssd's in staat zijn om dit voordeel in de praktijk uit te buiten, hebben we de drives blootgesteld aan onze workloadsimulaties in Intels Ipeak Storage Performance Toolkit. Ipeak SPT maakt het mogelijk om i/o-bewerkingen op Windows-systemen te isoleren en op willekeurige andere machines af te spelen. De prestaties van de schijven bij i/o-workloads van echte applicaties kunnen zo onder perfect gecontroleerde omstandigheden getest worden.
Ipeak meet de zuivere i/o-prestaties op basis van de gemiddelde responstijd van de afgespeelde i/o's. De performance van de cpu en het geheugen hebben geen significante invloed op het resultaat. De prestatieverschillen tussen harde schijven, solid state disks en raid-controllers kunnen daardoor duidelijk en ruisvrij blootgelegd worden. Een harde schijf die in deze tests 20 procent beter presteert dan een ander model, is simpelweg een 20 procent snellere harde schijf bij de desbetreffende workload. Een upgrade naar deze schijf wil echter niet zeggen dat de systeemprestaties per definitie met 20 procent verbeteren. Het is immers denkbaar dat de processor, het geheugen en andere onderdelen in het systeem niet altijd even goed meeschalen bij het verwerken van de data. Voor het maken van een aankoopbeslissing maakt dat echter niet uit; dan wil je simpelweg de meeste prestaties per euro.
Voor het benchen van de desktop- en workstationprestaties werden traces gemaakt van een groot aantal applicaties en databewerkingen. De resultaten hiervan worden verwerkt tot een gewogen en geïndexeerd gemiddelde, waarbij een resultaat van 100 punten gelijk staat aan het prestatieniveau van de Raptor WD360GD, Western Digitals eerstegeneratie-10.000rpm-sata-schijf. In de Desktop Storagemark 2006 Index zijn onder andere traces opgenomen van het booten van Windows, het werken met officeapplicaties, het uitvoeren van een virusscan en lichte databewerkingen zoals het kopiëren en comprimeren van bestanden. De drie ssd's komen meteen goed uit de startblokken en verslaan de snelste harde schijf met een prestatieverschil van minimaal een factor twee. De Mtron Pro 7000 is zelfs 2,6 keer sneller dan de Samsung Spinpoint F1, die als snelste harde schijf uit de vergelijking komt. Dat is fors, gegeven dat het prestatieverschil tussen de snelste en de traagste harde schijf slechts een factor 1,7 is. Wie zijn 7200rpm-notebookschijf vervangt door een Mtron Mobi 3000 kan bijna een verviervoudiging van de i/o-prestaties tegemoet zien.
De Workstation Storagemark 2006 Index legt een grotere nadruk op workstationapplicaties, zoals Photoshop en Premiere, en zware databewerkingen op onder andere audio- en videobestanden. De ssd's kunnen hier uitstekend mee uit de voeten en zetten de harde schijven op forse achterstand. De Samsung Spinpoint F1 komt weer als snelste uit de bus met een achterstand van een factor twee op de Mtron Pro 7000. De Memoright GT moet opnieuw zijn meerdere erkennen in de beide Mtron-disks.
De toegangspatronen van games kenmerken zich door kleine transfers die verspreid plaatsvinden over de aan het betreffende spel toebehorende data. De toegangstijd heeft daardoor een grote invloed op de prestaties, terwijl striping door het gebrek aan sequentiële en gelijktijdig plaatsvindende i/o's nauwelijks voor betere prestaties kan zorgen. De solid state disks weten wel raad met dit soort workloads en verslaan de harde schijven met grote verschillen. Het beste resultaat is wederom in handen van de Mtron Pro 7000, die een factor 3,6 beter presteert dan de Samsung Spinpoint F1. Achter de Pro 7000 nemen de Mobi 3000 en de Memoright GT de tweede en derde plaats in.
Solid state disks zijn door hun hoge prijs per gigabyte en lage opslagcapaciteit momenteel nog ongeschikt voor massaopslag. Ssd's zijn echter wel geschikt als boot- en applicatiedisk. Een capaciteit van 32GB biedt in dat geval al toepassingsmogelijkheden, hoewel een ssd van 64GB voor een gemiddelde Vista-installatie beter geschikt is. Speciaal voor dit type toepassing werd de Boot & Launch Storagemark 2008 Index samengesteld. In deze index zijn traces van het booten van Windows XP en het starten van een grote variëteit aan applicaties en games opgenomen. De solid state disks leveren uitmuntende prestaties. Het mag inmiddels geen verrassing meer heten dat de Mtron Pro 7000 aan de leiding gaat, terwijl de Memoright GT de derde plaats inneemt. Het snelheidsverschil tussen de Raptor WD740ADFD en de snelste ssd bedraagt bijna een factor vier.
Serverprestaties
De solid state disks hebben tot nu toe fantastische prestaties geleverd en dat terwijl de echte killerapplicatie nog aan bod moet komen. Server- en databasebeheerders zwoegen al jaren met enorme arrays van mechanische harde schijven om acceptabele i/o-prestaties aan hun databasesystemen te onttrekken. Dankzij de zeer lage toegangstijd is solid state disk de heilige graal van de database-opslag. De drie ssd's in deze test weten deze belofte moeiteloos in te lossen. In de Database Storagemark 2006 Index, bestaande uit traces van Mysql en Exchange in verschillende gebruiksscenario's, wordt het prestatieniveau van de Seagate Cheetah 15K.5 door de snelste ssd met een factor 5,4 overtroffen. Bij het zien van zulke enorme verschillen lijken de onderlinge prestatieverschillen tussen de harde schijven opeens nauwelijks meer relevant. De Cheetah is maar 33 procent sneller dan een 7200rpm-notebookschijfje.
Tot slot de prestaties in fileserverworkloads. Voor de berekening van de Fileserver Storagemark 2006 Index maakten we gebruik van traces van disk-to-disk-backupservers, streaming-mediaservers en fileservers in verschillende gebruiksscenario's. De ssd's leveren ook in deze workloads zeer goede prestaties en verslaan de Seagate Cheetah 15K.5 met ongeveer een factor twee. Desalniettemin blijft het twijfelachtig of de flashdrives hun hoge prijs per gigabyte voor fileservertoepassingen waard zijn. De Memoright GT weet dankzij zijn goede schrijfprestaties eindelijk de voor desktopgebruik bestemde Mtron Mobi 3000 te verslaan. De hoogste score is echter wederom in handen van de Mtron Pro 7000.
Conclusie
Solid state versus magnetische opslag
De resultaten van de benchmarks op de voorgaande pagina's laten niets aan duidelijkheid te wensen over. De prestaties van de solid state disks mogen met recht revolutionair genoemd worden. Ik kan me in de afgelopen twintig jaar geen ontwikkeling herinneren die de harddiskprestaties in één klap met een factor twee tot zes deed verbeteren. Belangrijk is verder dat de goede performance niet de enige troef is die solid state disk in handen heeft. Ook ten aanzien van het energie- en ruimtegebruik en de geluidsproductie hebben ssd's gunstige eigenschappen. De nadelen beperken zich tot een geringe opslagcapaciteit en een hoge prijs per gigabyte.
Helaas zijn deze nadelen vooralsnog zo groot dat ssd's voor het merendeel van de thuistoepassingen ongeschikt zijn. Het vervangen van een 115 euro kostend terabyteschijfje door slc-flashdrives kost om en nabij de zeventien ruggen. Het is derhalve onrealistisch om te denken dat ssd's op korte termijn de harde schijf uit desktopmachines zullen verdrijven.
Tweakers die waarde hechten aan snelle boottijden en supersnel startende applicaties, kunnen de huidige solid state disks met een opslagcapaciteit tussen 16 en 128GB wel prima inzetten als applicatie- en bootdisk. Dit zijn tevens de toepassingen waarin ssd's de grootste prestatiewinst boeken. Het verwerken van data op desktops en workstations heeft meestal een sequentieel karakter of wordt zelfs helemaal niet beperkt door de prestaties van het opslagmedium. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij het afspelen van films en muziek. Solid state disks bieden voor dergelijke toepassingen geen revolutionair betere prestaties ten opzichte van harde schijven. Door het besturingssysteem en de applicaties weg te zetten op een ssd en harde schijven te gebruiken voor de data wordt het beste van twee werelden gecombineerd.
Voor de toepassing van solid state disks in servers zal eerst de nodige scepsis over de langetermijnbetrouwbaarheid van flashopslag overwonnen moeten worden. Aan de prestaties zal het in ieder geval niet liggen en ook de kosten zijn voor servertoepassingen een minder groot obstakel. In de eerste plaats is er vaak meer budget beschikbaar. Ten tweede hebben ssd's als voordeel dat er met veel kleinere raid-arrays gewerkt kan worden, zodat dure externe behuizingen achterwege gelaten kunnen worden. Dit heeft tevens als voordeel dat er op rackspace wordt bespaard en dat er een aanzienlijke verlaging van het energieverbruik mogelijk is. De schaalbaarheid van ssd's in raid-configuraties zal in een follow-up van dit artikel besproken worden.
De ontwikkelingen in de ssd-markt vinden momenteel in een zeer snel tempo plaats. Niet alleen worden de flashchips sneller en betrouwbaarder, ook neemt het aantal kanalen per controller toe. De prestaties kunnen daardoor veel sneller verbeterd worden dan bij harde schijven mogelijk is. Mtron heeft de Pro 7000, die in deze test schitterde, al weer laten opvolgen door de Pro 7500. Een maand geleden maakte het bedrijf bekend dat er voor zijn komende generatie ssd's een controller in ontwikkeling is die transferrates tot 260MBps mogelijk maakt. Voor thuisgebruikers is vooral de komst van goedkopere ssd's op basis van mlc-flashgeheugen interessant. De OCZ Core is hiervan een voorbeeld. Tweakers.net zal binnenkort enkele van deze drives aan een test onderwerpen.
Mtron versus Memoright
De personen die nu de knip willen trekken voor een supersnelle ssd weten één ding zeker, namelijk dat er binnen niet al te lange tijd producten op de markt zullen komen die weer sneller en goedkoper zijn. Vormt die wetenschap geen belemmering, dan zijn de Mtron Pro 7000 en Mtron Mobi 3000 de beste keuzes voor respectievelijk server- en desktopgebruik. De Mobi 3000 valt af voor de eerste groep toepassingen vanwege het ontbreken van bijpassende garantie en ondersteuning. Hoewel de Mtron Pro 7000 in desktoptoepassingen over de hele linie beter presteert dan de Mobi 3000, is hij zijn soms forse meerprijs niet waard. De Memoright GT levert uitstekende prestaties ten opzichte van de harde schijven maar blijft in nagenoeg alle belangrijke benchmarks achter op het Mtron-duo, terwijl de prijs van de 64GB-uitvoering 130 euro hoger is dan die van een vergelijkbare Mtron Pro 7000.

Dankwoord
De in dit artikel besproken Mtron MSP-SATA7035032 werd beschikbaar gesteld door PC Extreme.