De Acer Predator XB323UGP is op papier een interessant scherm, al was het maar vanwege het gebruikte paneel: een van de eerste 32"-wqhd-gamingschermen op basis van de ips-technologie, waar je voorheen enkel een al dan niet gebogen VA-paneel kon kiezen. Acer heeft er een capabele allrounder van gemaakt, die vooral behoorlijk snelle responstijden weet te bieden. Het scherm toont verder een opvallend brede kleurruimte en biedt relatief goede hdr-ondersteuning. De kleurweergave had echter beter gekund. Bovendien is het scherm zowel erg duur als slecht verkrijgbaar.
De Predator-gamingbeeldschermen in de XB-serie van Acer waren in het verleden veelal voorzien van TN-panelen, maar voor de XB3-serie heeft het Taiwanese bedrijf gekozen voor ips. Dat moet een beeldscherm opleveren dat niet alleen een goede kleurweergave en dito kijkhoeken heeft, maar ook nog eens snel genoeg is voor gaming. Vooral dat laatste is traditioneel niet het sterkste punt van een ips-scherm, maar de nieuwste Predator-schermen zouden een verversingssnelheid van 1ms hebben.
Opvallend aan de Predator XB323UGB is bovenal de combinatie van formaat, resolutie en paneeltype. Het vlakke ips-paneel meet 32" en heeft een wqhd-resolutie (2560x1440 pixels). 27"-ips-gamingmonitoren met een wqhd-resolutie zijn behoorlijk gangbaar. Op het 32"-formaat zijn veruit de meeste wqhd-schermen voorzien van een VA-paneel, dat bovendien vaak gekromd is. Er waren tot nu toe wel enkele ips-opties, bijvoorbeeld de zeer betaalbare AOC Q3279VWFD8, maar daarbij bleef de refreshrate beperkt tot 60 of 75Hz. Daarin brengt de Predator XB323UGB nu verandering met een 170Hz-refreshrate. Dat is zelfs nog wat hoger dan bij de meeste 32"-wqhd-gamingschermen met VA-paneel.
De Predator XB323UGB is ook in andere opzichten een complete gamingmonitor geworden. Acer heeft het rappe ips-paneel uitgerust met ondersteuning voor FreeSync en G-Sync. Bovendien is er de belofte van een breed kleurbereik, 99 procent van de Adobe RGB-kleurruimte, en relatief goede hdr-ondersteuning, wat wordt bekrachtigd door een VESA Display HDR600-keurmerk. Daar komt nog een apart design met een bijzondere voet en veel verstelbaarheid bij.
Wie vermoedt dat een scherm met dergelijke specificaties niet goedkoop is, zit er niet ver naast. Het scherm is op het moment van schrijven bij slechts twee winkels in het assortiment. Bij het Nederlandse Amazon betaal je bijna achthonderd en bij Max ICT bijna negenhonderd euro, maar bij geen van beide winkels is al voorraad. Als alternatief kun je uitwijken naar de eveneens pas geïntroduceerde ROG Swift PG329Q van ASUS. Dat scherm is voorzien van hetzelfde paneel, maar verschilt hier en daar wat features betreft. Een van die verschillen is de verkrijgbaarheid; de PG329Q ligt wél al in de winkels.
Featureset en praktijk
Acer heeft de Predactor XB323UGP een opvallend uiterlijk gegeven, vooral te zien als je het scherm aan de achterkant bekijkt. Aan de voorkant is het juist redelijk ingetogen, met een keurig mat scherm en bezels daaromheen die nauwelijks zichtbaar zijn. Alleen de onderste rand is wat breder en daarop prijkt ook het Predator-logo. Het plastic aan de achterkant oogt als gepowdercoat metaal en is rijkelijk voorzien van sleuven voor koeling. De behuizing die de elektronica voor het scherm huisvest, is afgerond naar de randen. De boven- en onderkant van de achterkant, waar alleen het paneel bedekt hoeft te worden, is voorzien van horizontale richels.
De voet van de Predator is zijn meest 'defining' feature, met ruwweg de bekende hoefijzervormige metalen voet, die hoekig is gemaakt om een stoerder uiterlijk aan de monitor te verlenen. De verbinding tussen voet en staander, waarlangs het scherm in hoogte kan worden versteld, heeft een uitsparing. Dat is enerzijds natuurlijk om esthetische redenen, maar anderzijds kun je er ook keurig je kabels doorheen bundelen. Bij de overgang van de voet naar de staander heeft Acer zijn opvallendste uiterlijke feature aan de Predator meegegeven: een scharnier waarlangs het scherm links en rechts geroteerd kan worden en dat uit drie grote metalen ringen bestaat. Over smaak valt te twisten, maar bedenk dat je deze feature nauwelijks ziet als je pc op een bureau is opgesteld met het scherm dicht bij de muur. De rest van die staander ziet eruit als schubben met overlappende chevrons en het Acer Predator-beeldlogo bovenin.
Ergonomie
Het bovenste deel van de staander is voorzien van een groot handvat, handig om de monitor van dik tien kilogram makkelijk op te pakken en te verplaatsen. Het scherm kan ongeveer 12,7 centimeter in hoogte versteld worden en kan zowel gedraaid als gekanteld worden. Bovendien is het scherm in portretmodus te draaien, wat altijd prettig is, al is het maar om de kabels in te prikken. De voet is met een quick-releasemechanisme los te koppelen en dan kun je het scherm op de gebruikelijke 100x100mm-VESA-standaarden of beugels monteren.
Aansluitingen
Die kabels prik je onder in het scherm in de monitor: links van de voet zitten de signaalaansluitingen en rechts ervan de voeding. Aangezien de voeding in de monitor is geïntegreerd, heb je geen aparte powerbrick en als de meegeleverde kabel je niet lang genoeg is, kun je die vervangen door een andere voedingskabel met C13-stekker, ook bekend als standaard Euro-stekker. Er is plaats voor twee HDMI-stekkers, beide volgen de HDMI 2.0-standaard. Helaas ben je dus niet helemaal toekomstvast met HDMI 2.1. Voor de enkele DisplayPort-aansluiting geeft Acer om een of andere reden versie 1.2 op. Volgens het osd is het echter versie 1.4. De twee USB-poorten aan de zijkant zijn, net als de twee down-stream poorten onderaan, USB 3.2 Gen1-poorten, goed voor 5Gbit/s dus, mits je pc-poort dat ook aankan.
Via de HDMI-poorten kun je via de videokaartdriver kiezen voor weergave van 10bit-kleuren, maar de refreshrate mag daarbij niet hoger zijn dan 100Hz. Omdat het paneel een 8bit-paneel is, is die dithering noodzakelijk. Via de DP-aansluiting is het mogelijk 10bit-dithering in te schakelen tot de volle ondersteunde 170Hz. Let op dat je het scherm maar tot 144Hz kunt gebruiken als je je pc via HDMI aansluit en ook Adaptive Sync werkt alleen in combinatie met de DP-aansluiting. Het scherm ondersteunt zoals gezegd Freesync en is ook officieel G-sync Compatible. Beide werken vanaf 48Hz.
Wil je ten slotte geen headset of fatsoenlijke desktopluidsprekers gebruiken, dan kun je van de ingebouwde luidsprekers gebruikmaken. Van een stereosetje van twee 2W-luidsprekers moet je je uiteraard niet te veel voorstellen; het goedkoopste setje pc-luidsprekers zal al beter klinken. Dit is alleen bruikbaar voor 'noodgevallen', als je die kunt bedenken.
Osd
Het menu van de Predator bedien je via vijf elementen aan de achterkant van het scherm, aan de rechterkant. De bovenste knop is de powerbutton, de knop eronder activeert het menu. De andere twee knoppen zijn bedoeld als hotkeys en voor navigatie. Ook de joystick onderin is voor navigatie bedoeld, zodat je makkelijk door de osd-opties kunt klikken.
Er zijn drie door de gebruiker in te stellen persoonlijke presets: G1, G2 en G3, of Action, Racing en Sports. Er is nog een extra User-modus en verder zijn er voorgedefinieerde Standard-, ECO, Graphics- en HDR-instellingen. Ook die instellingen kun je aanpassen. Het submenu voor die instellingen bestaat uit een zestal categorieën. Picture is voor onder meer helderheid, contrast, hdr en scherpte. Color omvat kleurinstellingen, gamma en het instellen van individuele kleurkanalen. Hierin vind je ook een optie voor het wijzigen van het kleurbereik van het scherm. Helaas zit die wel heel erg verstopt. Wanneer je het Color-menu opent, moet je maar net het kleine pijltje onderaan opvallen, dat aangeeft dat er nog een tweede pagina is. Als je naar beneden scrollt is daar vervolgens de instelling voor 'Color Space' te vinden. Beter had Acer deze optie prominenter in beeld gezet, want hij is best belangrijk gezien het standaard erg brede kleurbereik van dit scherm.
Onder Audio vind je uiteraard geluidsopties. Bij OSD kun je respectievelijk de menutaal en de time-out ervan instellen, en bij System kun je inputs kiezen en vind je ook onder meer de DisplayPort-versie. Ook kun je hier de hotkeys aanpassen. Onder het kopje Gaming kun je overdrive inschakelen met Off, Normal en Extreme. Ook kun je hier AdaptiveSync inschakelen, waarbij de overdrive overigens naar Normal terugkeert. Wil je controleren welke refreshrate je ziet, dan kun je dat via een overlay in dit menu inschakelen.
Al met al werkt het OSD prima, met makkelijk vindbare knoppen, goeddeels duidelijke menu's en bovenal: geen gekke touchbuttons die nauwelijks reageren.
Testmethode en testveld
Portrait Displays SpectraCal C6-colorimeter
Voor de test van de Acer Predator XB323 vergelijken we het scherm met diverse soortgelijke schermen. We meten helderheid, contrast en kleurweergave met behulp van een Spectracal C6-colorimeter, een X-rite i1 Photo Pro 2-spectrofotometer en Portrait Displays Calman Ultimate-analysesoftware. We testen monitoren zoals ze uit de doos komen, waarbij we de helderheid voor kleurmetingen afstellen op een waarde die de 150cd/m² zo dicht mogelijk benadert. Eventuele sRGB- of Adobe RGB-modi meten we apart. Datzelfde doen we voor een eventuele hdr-stand.
Responstijden meten we met een fotosensor en de LeCroy Waverunner 6100-oscilloscoop, waarbij we de inputlag bepalen met een Leo Bodnar-tester. Om de kijkhoeken te bepalen, meten we onder een hoek van 45 graden de resterende helderheid en de kleurverandering ten opzichte van een loodrechte meting. Voor de uniformiteitsmeting kijken we naar de verhouding tussen de helderheid op vijftien meetpunten, gemeten op een volledig wit en zwart scherm. Ook bepalen we de relatieve kleurverschillen langs de randen ten opzichte van het midden. Tot slot meten we het energiegebruik van de monitor, zowel op de maximale helderheid als op een vaste helderheid van 150cd/m².
Testveld
We vergelijken de Acer Predator XB323 allereerst met een stel andere monitoren met vergelijkbare eigenschappen: 32", wqhd en voorzien van een refreshrate boven de 120Hz. Die monitoren hebben allemaal een VA-paneel, zoals in de inleiding aan de orde kwam. Het ips-alternatief van ASUS, de ROG Swift PG329Q, hebben we momenteel nog niet kunnen testen.
Naast het 32"-vergelijkingsmateriaal zie je in de grafieken een selectie van 27"-wqhd-gamingmonitoren, waarvan de meeste juist wel zijn voorzien van een ips-paneel, zoals de Acer Predator XB323. Zo kunnen we vergelijken in hoeverre de responstijden van het nieuwe paneel zich kunnen meten met die van de kleinere concurrentie op basis van dezelfde techniek. Alle 27"-schermen hebben een refreshrate van 160 tot 170Hz, behalve de Samsung Odyssey G7 LC27G75T en de AOC Agon AG273QZ, die een 240Hz-refreshrate bieden. De eerste is op dit moment een van de snelste gamingmonitoren die je kunt kopen, zoals je kon lezen in onze eerdere review.
Responstijd en inputlag
We meten de responstijden van een monitor standaard op de hoogst ondersteunde refreshrate. De Predator XB323 kan maximaal 170Hz aan, dus daarop hebben we hem ook getest. In onze standaard reactietijdentest meten we vier verschillende transities door, waarbij we van iedere overgang ook de hoeveelheid over- of undershoot noteren. Dat doen we voor ieder scherm op de optimale overdrive-instelling. Bij de Predator XB323UGP is dat de Normaal-preset.
De Predator is zoals beloofd bijzonder rap: grijs-naar-grijsovergangen duren 2,5 of 2,6 milliseconden en diezelfde waarde meten we voor de overgang van zwart naar wit. Andersom duurt met 4ms iets langer, maar dat is nog altijd ruimschoots snel genoeg voor een 170Hz-scherm, dat immers ongeveer 5,9 milliseconden per frame heeft. Het is ook sneller dan de meeste andere schermen waarmee we hem hier vergelijken, behalve de Samsung Odyssey G7 LC27G75T en AOC Agon AG273QZ. Dat zijn beide 240Hz-monitoren op basis van een andere paneeltechniek: respectievelijk VA en TN. Van de ips-schermen in dit overzicht presteert de Predator het best. De optimale overdrive-instelling levert echter behoorlijke over- en undershoot op. Andere schermen laten de balans wat meer in de richting van beeldkwaliteit in plaats van pure snelheid uitslaan.
We hebben de beeldschermen ook getest met de overdrive in de maximale stand. Dat levert voor de Predator een grijs-naar-grijsovergang van 2ms op voor de 80-20-overgang en zelfs 1,3ms voor 20-80-transities. De zwart-naar-witovergang is met 4ms precies gelijk gebleven en dat geldt ook voor de omgekeerde overgang, die net als bij optimale overdrive 2,6ms duurt. Die iets snellere gtg-overgangen leveren echter een behoorlijke overshoot-penalty op; de overshoot stijgt tot 54 procent en de undershoot is met 8 procent ook aanzienlijk. De maximale stand is dus zeker geen aanrader als je liever geen storende artefacten in beeld wil.
Inputlag
We meten de inputlag van beeldschermen met onze Leo Bodnar-inputlagtester. De Acer Predator XB323 laat een keurig lage vertraging van om en nabij de 10ms noteren, minder dan de meeste andere monitoren in dit overzicht.
We meten de beeldschermen altijd door in de standaardmodus om zo de beeldkwaliteit te beoordelen. Voor de Predator is die standaardinstelling de Movie-preset. Allereerst meten we de minimale en maximale helderheid van het scherm, en we berekenen het contrast bij een helderheid van 150cd/m². De minimale helderheid voor de XB323UGP bedraagt een lekker lage 46cd/m²; de maximale gemeten helderheid belandt met 425cd/m² juist in de hogere regionen van dit testveld. Het contrast bedraagt 1004:1. Dat is weliswaar perfect in lijn met onze verwachtingen, maar de schermen met een VA-paneel doen het op dit testonderdeel beduidend beter. Dit paneeltype staat nu eenmaal bekend om het hoge contrast en daaraan kan het ips-paneel van de Predator niet tippen.
Het kleurbereik van de Predator XB323 is in de standaardmodus zeer breed, maar komt het meest in de buurt van Adobe RGB. Het scherm kan die kleurruimte inderdaad voor 99 procent afdekken en dat is meer dan de meeste andere gamingmonitoren. Hoewel je tegenwoordig de nodige schermen aantreft met ondersteuning voor de brede DCI-P3 kleurruimte, ook schermen die gericht zijn op gaming, ligt het groene kleurpunt daarbij niet op de goede plek voor een nagenoeg volledige Adobe RGB-dekking.
De Acer Predator XB323 biedt omgekeerd ook een goede DCI-P3-kleurdekking, doordat de Predator de kleur rood met nog meer verzadiging kan tonen dan een 'standaard' Adobe RGB-scherm. Zo beslaat het scherm een behoorlijke 95 procent van de DCI-P3-kleurruimte.
Hoewel de Predator XB323 zich met zijn brede kleurbereik zou kunnen lenen voor beeldbewerking, is een kalibratie dan wel vereist. Zo komt de gemiddelde kleurafwijking in standaardmodus weliswaar onder de waarneembare grens van een ΔE2000 van 3, maar vooral de rode kleuren wijken wat meer af, doordat de Predator die dus eigenlijk te verzadigd toont. De gammacurve verloopt voor rood en groen keurig, maar blauw is structureel laag en bij hogere helderheid is de blauwafwijking aanzienlijk. De kleurtemperatuur is met bijna 7200 kelvin aan de koele kant.
SRGB-modus
Voor bovenstaande metingen hebben we vergeleken met Adobe RGB, een kleurruimte die geen enkel ander scherm in dit overzicht voor een groot deel kan weergeven. Vandaar dat een directe vergelijking op dit punt ontbreekt. Games en de meeste andere programma's in Windows gaan standaard echter uit van een scherm dat enkel de sRGB-kleurruimte kan weergeven, waardoor de kleuren er op de Predator XB323 sterk oververzadigd uitzien. Gelukkig heeft Acer een sRGB-modus toegevoegd, die de kleuren terug regelt naar het kleinere kleurbereik. Je kunt de helderheid daarin bovendien nog bijstellen, waar sommige fabrikanten in deze stand kiezen voor een vaste helderheid die oncomfortabel hoog is. Jammer is alleen dat de functie erg verstopt zit in het menu, zoals we eerder al aanhaalden.
Heb je de sRGB-stand eenmaal gevonden, dan blijkt de kleurweergave gelukkig goed voor elkaar. Het kleurbereik wordt keurig bijgesteld tot 98 procent van sRGB en de gemiddelde kleur- en grijsafwijkingen komen uit beneden de grens van een ΔE2000 van 3. Dat geldt ook voor de meeste deelmetingen, al is de afwijking voor een aantal grijstinten en voor wit wel merkbaar, opnieuw door een overmaat aan blauw in het beeld. De hoge kleurtemperatuur wijst daar ook op. Desondanks behaalt de Predator XB323 in dit testveld een van de beste resultaten op dit onderdeel.
Hdr-weergave
De Predator is gecertificeerd met het VESA Display HDR600-keurmerk en dat belooft een hdr-weergave die beter is dan bij de meeste monitoren, maar nog steeds beduidend minder goed dan bij een goede hdr-televisie. We hebben het scherm in de HDR600-modus getest. Doe je dat niet, dan werkt de local dimming met zestien zones niet en dat levert een hogere helderheid voor zwart op.
De piekhelderheid die we weergeven in onderstaande grafiek, meten we ook voor andere waarden, oplopend van 2 procent witweergave tot een volledig wit scherm. De piekhelderheid loopt voor de XB323U langzaam op van net geen 600 tot ruim 700cd/m². Nogmaals: als je de hdr-stand op auto laat staan, is local dimming uitgeschakeld, maar je krijgt zo een marginaal hogere piekhelderheid. Ongeacht het percentage scherm dat verlicht moet worden, bedraagt de helderheid dan ongeveer 740cd/m².
Het contrast tussen een volledig zwart scherm en een wit beeld is bij de Predator XB323 heel erg hoog, zelfs zo'n 8400:1. Dat kan doordat Acer de backlight bij een zwart scherm bijna helemaal uitzet. Doordat de local dimming maar een handjevol zones heeft, ligt het contrast in realistische omstandigheden echter heel veel lager. Op een 4x4 checkerboard-patroon meten we nog slechts 812:1. Dat houdt bepaald niet over en in praktijk is de hdr-contrastweergave van een monitor als de Samsung Odyssey G7 superieur, door het inherent hogere contrast van het VA-paneel.
Opvallend aan de kleurweergave is opnieuw het grote kleurbereik dat de Predator XB323 weet te weergeven. Het scherm kan afgerond zelfs 87% van de BT.2020-kleurruimte laten zien. Dat is nog beduidend meer dan de recent geteste LG UltraGear 27GN950, een high-end 'Nano IPS'-monitor met eveneens een breder kleurbereik dan de meeste gamingmonitoren. Dat scherm kwam in deze test niet verder dan 70% dekking van BT.2020.
Ook in de hdr-stand kijken we naar de kleurweergave aan de hand van ΔE-waarden voor de grijsafwijking en kleurafwijking. Dat doen we met en zonder meeweging van de helderheid (w Lum en w/o Lum). Zonder luminantie mee te wegen is de grijsafwijking van de Predator XB323 bij hogere helderheid aanzienlijk, en met weging van helderheid is dat vrijwel gelijk. Opvallend is dat de kleurafwijking wel weer aardig klopt zonder luminantie mee te rekenen, maar de ΔE met luminantie levert zichtbare afwijkingen op.
Gem. grijsafwijking HDR (w/o Lum)
Gem. grijsafwijking HDR (w. Lum)
Gem. kleurafwijking HDR (w/o Lum)
Gem. kleurafwijking HDR (w Lum)
Gemiddelde grijsafwijking zonder luminantie
Monitor
LCD-paneel
Refreshrate
Gemiddelde kleurafwijking in ΔE2000 (lager is beter)
Vergeleken met de overige ips-schermen scoort de Predator XB323 niet geweldig op het vlak van de kijkhoeken. De helderheid loopt behoorlijk terug als je van opzij naar het scherm kijkt. De helderheid loopt helemaal fors terug als je van boven of onder naar het scherm kijkt. Het scherm komt dan terecht in de onderste regionen van de grafieken, tussen VA- en TN-panelen, die toch niet bekendstaan om hun geweldige kijkhoeken.
45° links resterende helderheid
45° rechts resterende helderheid
45° boven resterende helderheid
45° onder resterende helderheid
45° links resterende helderheid
Monitor
LCD-paneel
Gemiddelde resterende helderheid in % (hoger is beter)
Als we kijken naar kleurafwijking onder dezelfde hoek van 45 graden, zien we van opzij nog aardige scores; de kleuren blijven redelijk in orde, zoals je van ips-panelen gewend bent. Veel beter dan gemiddeld is het resultaat niet. Opnieuw zien we wel dat het scherm van onder of boven bekeken, net als bij de helderheid, behoorlijk in beeldkwaliteit terugloopt.
Om de uniformiteit van het scherm te meten, de mate waarin de helderheid gelijkmatig over het scherm is verdeeld dus, vergelijken we vijftien meetpunten op het scherm. In het midden van het scherm stellen we de helderheid af op 150cd/m². Daarbij kijken we naar de procentuele verschillen tussen de hoogste en laagste helderheid in zwart- en witweergave, en de verschillen tussen de helderste zwart- en witweergave ten opzichte van het gemiddelde. Een volledig uniform scherm, dat overal even helder is, zou steeds 100 procent scoren.
Meetresultaten uniformiteit: zwartuniformiteit, wituniformiteit, contrast en kleurtemperatuur op vijftien meetpunten
Backlightfoto van de Predator XB323UGP. De foto is met 15 seconden behoorlijk overbelicht, zodat de verschillen in helderheid goed zichtbaar zijn.
De wituniformiteit van de Predator XB323U is matig; ons sample laat aan de randen een aanzienlijk lagere helderheid zien, met in het uiterste geval een afname naar slechts 126cd/m². Ook de zwartuniformiteit is verre van geweldig; vooral de linkerboven- en rechteronderhoek van ons testsample vertonen flinke backlightbleeding, waardoor de helderheid op die meetpunten bijna tweemaal zo hoog is als in het midden. Dat levert in de hoeken ook weinig contrast op en de kleurtemperatuur varieert met ongeveer 400 kelvin, met warmere temperaturen in de hoeken en randen, en de koelste in het midden.
Opgenomen vermogen
Voor een scherm met een beeldiagonaal van 32" is het opgenomen vermogen van de Predator XB323UGP aan de hoge kant, maar alleszins acceptabel, zeker gezien de relatief hoge refreshrate. Ook als we de helderheid op maximaal zetten, zien we geen grote verrassingen, zeker ook omdat we dan met ruim 425cd/m² een bak licht genereren. Die helderheid zal in de praktijk niet vaak voorkomen en ook met hdr ingeschakeld laat je het scherm geen volledig wit licht uitstralen. Het stand-byverbruik is net binnen de EU-norm van 0,5W en ook uitgeschakeld verbruikt het scherm nog een paar tienden van een watt.
De Acer Predator XB323UGP is op papier een interessant scherm, al was het maar vanwege het gebruikte paneel: een van de eerste 32"-wqhd-gamingschermen op basis van de ips-technologie. Het is alleen een beetje jammer dat het paneel, dat van AUO afkomstig is, niet bijster goed leverbaar lijkt. Dat zie je niet alleen in dit Predator-scherm, maar ook in de ROG Swift PG329Q, die hetzelfde paneel aan boord heeft en eveneens nauwelijks verkrijgbaar is.
Kun je de Predator XB323 ergens vinden, dan ben je spekkoper als je zat te wachten op een gamingmonitor op basis van ips-technologie met een grotere diagonaal dan 27 inch. Het is niet goedkoop; mocht het je lukken het scherm of de ASUS-variant te pakken te krijgen, dan betaal je daar een kleine achthonderd euro voor. Dat is bepaald geen wisselgeld, zeker omdat je de helft van de concurrerende gamingmonitoren met VA-paneel al in de winkels terugvindt. Acer heeft er tenminste een capabel scherm van gemaakt. De verversingsfrequentie van 170Hz is nog altijd behoorlijk hoog, ook al zijn er nu 240Hz-panelen op dit formaat. Bovendien zijn de reactietijden erg snel en met ondersteuning voor zowel Nvidia's G-Sync als AMD's FreeSync zit je met het scherm ook goed als je ooit nog eens van videokaart wisselt. Al met al blijft er voor gamers niet veel te wensen over.
De Predator ondersteunt een opvallend brede kleurruimte, maar heeft ook goede mogelijkheden om zichzelf terug te regelen naar sRGB. Dat is lang niet altijd een gegeven. Wil je gamen in hdr? Ook dan heeft de XB323 goede papieren met een VESA HDR600-certificering. De helderheid is behoorlijk hoog, maar de backlight met zestien localdimmingzones houdt niet over, zeker in combinatie met het van zichzelf minder contrastrijke ips-paneel.
Het Predator XB323U-scherm is vrij uniek gepositioneerd als 32"-wqhd-scherm voor gaming met ips-paneel, waar je voorheen altijd gedwongen was een al dan niet gebogen VA-paneel te kopen. Het scherm is niet bijster goedkoop en bovendien is de leverbaarheid nog niet geweldig. Je koopt wel een behoorlijke alleskunner en juist op het belangrijkste punt van responstijden en inputlag doet de Predator het goed.
Ik zou nog wel willen toevoegen voor mensen die dit formaat overwegen dat 32" echt heel erg groot is voor een gaming scherm op een normaal bureau. Ik heb zelf een goedkoper AOC Q3279VWFD8 model staan waar ik ook op game, en daar zit ik één armlengte zo'n 60-70cm vanaf.
Voor productiviteit is het prima, en ook voor tragere games waar je met zulke kijkhoeken dan lekker immersed bent. Als je echter een wat snellere game (vaak shooters) wilt spelen, waar 170 Hz zich natuurlijk goed voor leent, dan merk ik zelf dat dit echt een maatje te groot is om echt goed op te presteren.
dat is toch eerder persoonlijk denk ik. Ik heb zelf een predator z321qu (31,5, 165hz, 1440P, VA, Gsync) waar ik ook +-60-70cm vanaf zit en ik speel er alles op en ja het is groot maar dat is net fijn. Voordien had ik 27" en dat was oke maar vind dit een pak aangenamer voor alles! Je moet er wel absoluut de ruimte voor hebben en ver genoeg zitten van het scherm
Dat is voor de casual gamer inderdaad een persoonlijke afweging tussen beleving en prestatie. Maar als je op hoog niveau shooters speelt draait het puur om prestatie en wil je gewoon alles kunnen zien zonder te hoeven bewegen. Boven de 27 inch wordt dat echt lastig en dat heeft niet zoveel te maken met voorkeur, maar meer met de field of view van onze ogen. Voor zover ik weet gebruiken ze op professionele toernooien ook alleen maar 24-inch schermen (maar dat is ook deels om uniformiteit te creëren tussen de deelnemers).
Dat gezegd hebbende lijkt dit me een zeer mooi 32 inch scherm voor de normale gamer die ook nog regelmatig wat werk wil verrichten op het zelfde scherm of sporadisch een paar fotootjes wil bewerken. Die prijs doet alleen wel een beetje pijn.
Kan aan mij liggen hoor, maar als je op een 24 inch monitor bijvoorbeeld 1080px in de breedte ziet, of je hebt een 34 inch met 3440px, dan zie je toch letterlijk meer in game? Al zouden de randen buiten je gezichtsveld liggen (wat volgens mij ook niet zo is, tenzij je op 20cm gaat zitten) dan zie je toch nooit minder dan iemand op 24 inch?
Kortom; op grotere resoluties wordt je gezichtsveld breder, dus kun je meer zien. But correct me if I'm wrong!
Het punt is juist dat die randen bij een normaal bureau, waar een monitor op hooguit 70-90cm van je ogen staat, ver buiten je scherpe gezichtsveld liggen bij grotere monitoren (probeer bij een 32 inch scherm maar eens de hoek van het scherm te lezen met je ogen op het midden gefocust, op de 32 inch die hier voor mijn neus staat lukt dat niet). Dat betekent dat zaken aan de randen van het scherm zoals de kaart en andere informatie niet meer te gebruiken zijn zonder je ogen actief een 'groot' stuk te verplaatsen. Die constante verplaatsingen van je ogen kosten telkens een heel klein extra beetje tijd. Als normale gamer neem je die extra tijd voor lief, en is de toegevoegde beleving van zo'n groter scherm en hogere resolutie fantastisch. Als er echter geld op het spel staat zal die beleving je een worst wezen en draait alles alleen maar om snelheid, dan is een groot scherm waarbij je heel actief je ogen moet bewegen alleen maar een belemmering.
PS: Snap ook niet helemaal waarom mijn comment hierboven als ongewenst is aangemerkt? Volgens mij geef ik keurig aan dat voor gamers die op professioneel niveau shooters spelen een 32-inch niet ideaal is, maar dat zo'n scherm voor de normale gamer zeer mooi kan zijn. Dat eerste stuk van mijn comment was alleen maar naar aanleiding van de comment van FuriousB dat de schermgrootte puur een persoonlijke voorkeur zou zijn. Omdat menselijke ogen qua gezichtsveld niet veel van elkaar verschillen zie ik niet hoe gamers die puur voor prestatie gaan daar een sterk verschillende voorkeur in zouden hebben (24 inch-27 inch noem ik in dat geval geen sterk verschillende voorkeur, maar 32 inch wel).
Thanks voor de uitleg Wouter, ik begrijp het inderdaad beter wat je nu bedoelt. Ik vraag me wel af hoeveel het een tegen het ander afweegt. Ik kan bijvoorbeeld niet scherp zien uit mijn ooghoeken, maar ik kan wel nog dingen waarnemen. Dus stel je voor dat je met een 32/34 inch scherm een breder gezichtsveld hebt en daardoor een tegenstander ziet die normaliter buiten het scherm was gevallen, weegt dat dan niet op tegen het kijken naar de map? Kan me namelijk voorstellen dat esporters die map minder nodig hebben dan de casual gamers.
Qua afstand op het bureau, ik heb een bureau van 80cm diepte, een 34 inch curved scherm dat ongeveer 55-60cm van mn gezicht af. Ben natuurlijk geen professionele gamer, maar ik vind het zelf wel erg fijn gamen. Heb het gevoel dat ik meer zie en juist minder moeite hoef te doen. Voor andere games, bijvoorbeeld RTS of citybuilders is het ook handig omdat er simpelweg meer binnen een veld valt. Combinatie met de mogelijkheid om bij werk nu meerdere vensters in een scherm te kunnen plaatsen, maakt het qua afmeting echt top.
Doorgaans kun je in-game field-of-view (FoV) aanpassen naar wens of de resolutie van je game uiteraard gewoon wijzigen. In bijvoorbeeld CS:GO zijn er zelfs wat professionele spelers die een 4:3 verhouding gebruiken (stretched of met black bars) ipv 16:9, zodat het deel van het scherm waar ze naar moeten kijken nog compacter is (en omdat ze ooit begonnen zijn op 4:3...). Ze vertrouwen er dan op dat de zijkanten en achterkant altijd voldoende gedekt zijn door teamgenoten, waardoor ze die extra view aan de zijkant niet nuttig vinden. Maar goed, dat soort ongein gaat mij ook wat ver! Ik heb zelf jaren geleden vrij fanatiek een andere shooter gespeeld waar ik als team captain soms tot wel 10% van de tijd naar de kaart zat te gluren om iedereen aan te sturen. Als er dan geld op het spel staat wil je dat die kaart en je eigen crosshair zo dicht mogelijk bij elkaar zitten en kan enige vorm van 'immersiveness' je gestolen worden haha.
Voor ander type games zoals bijvoorbeeld RTS of citybuilders, maar ook zeker voor de beleving en lol van het gamen ben ik het volledig met je eens dat een groter scherm daar aan kan bijdragen! 34 inch curved lijkt me dan ook een zeer mooi scherm. Zelf ben ik inmiddels gestopt met fanatiek gamen en heb ik 32 inch scherm op m'n bureau gezet waar ik ook niet meer zonder kan.
Zeker niets ongewenst aan je uitleg hoor. Is logisch wat je zegt.. Ik speel zelf geen pvp stuff op dagelijkse basis.. Wel veel crafting /building games en daarvoor is het absoluut top dus ik kan me helemaal vinden in wat je zegt
Bij niet curved schem ben ik het hier in met je eens. Maar in geval van curved scherm niet.
Mijn 32"curved scherm is maar iets breder dan 27" niet curved scherm.
Wel moet ik zeggen dat vooral in games 32" curved scherm juist vele malen fijner kijkt danzij curve.
Voor de meeste mensen is wat je zegt waar, ook voor mij.
En toch heeft mijn partner 2x 32" op het bureau staan en speelt shooters erop, ik zou dat echt niet kunnen (niet op de normale afstand die ik zit in ieder geval)
Zelf heb ik een 27" en een 24" scherm staan, al wordt die laatste binnenkort vervangen omdat ik liever 2x 1440p wil.
Op deze grootte scherm is het toch veel mooier om 4K te nemen? De DPI gaat namelijk wel flink naar beneden tov. een 27 inch 2560x1440. Ik denk dat je op deze schermgrootte zeker het verschil tussen 1440p en 4k kan merken
2560x1440 op 32" heeft dezelfde 91 DPI als 1920x1080 op 24", dus ik begrijp wel dat mensen dat scherp genoeg vinden.. Met 3840x2160 (4K) op 32" ga je meteen naar 137 DPI wat best hoog is, ik zou daarom voor 4K ook echt niet kleiner willen dan 32".. Voor mezelf ligt de sweetspot rond de 109 DPI wat een 27" 2560x1440p monitor je geeft, of een 3440x1440 34"of 3840x1600 38" widescreen..
[Reactie gewijzigd door Inflatable op 24 juli 2024 10:39]
Waarom zou je niet kleiner willen? Want hoe hoger je DPI(PPI), hoe minder aliasing er optreedt. Je games krijgen minder jagged edges waardoor je ook weer wat FPS bespaart omdat je geen anti-aliasing hoeft aan te zetten. Bovendien zullen al je interfaces en fonts nóg smoother renderen!
2560x1440 op 32" heeft dezelfde 91 DPI als 1920x1080 op 24", dus ik begrijp wel dat mensen dat scherp genoeg vinden..
FHD op 24" is absoluut niet scherp genoeg. Scherp genoeg zou zijn wanneer je letters niet kan lezen omdat ze te klein zijn zonder onscherp te worden.
FHD op 24" heeft veel te grote pixels om dat waar te maken, letters worden een wazige ongedefinieerde rommel voordat je nog maar in de buurt komt van te klein.
Dat kan jij wel vinden, maar het feit dat de overgrote meerderheid van de PC gebruikers nog steeds dat soort schermen gebruikt geeft aan dat mensen het kennelijk goed genoeg vinden..
Zelf vind ik 91 DPI ook te laag, zoals ik aangaf ligt voor mij de sweetspot zo rond de 109 DPI, wat dus 2560x1440 op 27" is..
Ik gebruik ook een 27" QHD-scherm, maar het blijft een compromis. Het is niet onwerkbaar, verre van, maar ik zou liever scherpere tekst kunnen zien op mijn scherm.
De reden waarom veel mensen het houden bij 24" FHD-schermen is volgens mij tweeledig:
- ze willen of kunnen niet dokken voor een setup met een UHD- of '5k'-scherm met de bijkomende hardware die zulke resoluties kan aansturen (of ze willen zich niet wagen aan de problemen van de matige schaling van Windows - is dat trouwens al verbeterd in de laatste jaren?)
- ze weten niet beter, ignorance is bliss
EDIT: even mijn persoonlijke motivaties toelichten, ik heb graag héél veel tekst tegelijk zichtbaar op m'n scherm. Dat dwingt mij tot het gebruiken van kleinere letters. Die kleine letters zien er helaas vaak vrij wazig uit, alsook is er het probleem dat er zodanig weinig pixels zijn om mee te werken dat elke stap bij het kleiner maken van letters de vormgeving zodanig verandert dat het storend werkt. Moest ik nu de letters pakweg 20% kleiner kunnen maken zonder ze zichtbaar veranderen van vorm, dan zou dat een pak beter zijn. Ik zal waarschijnlijk niet tot het merendeel van de mensen behoren met dit soort wensen, ok fair.
[Reactie gewijzigd door RuddyMysterious op 24 juli 2024 10:39]
Akkoord dat 'scherp genoeg' voor iedereen wat anders kan betekenen. Voor mij persoonlijk niet. Ik zit al jaren te hunkeren naar letters die zodanig gedetailleerd worden gerenderd op een scherm als in een magazine. We gaan al de goeie richting uit met UHD en hoger, maar ik heb het gevoel dat we blijven 'plakken' bij die oeroude PPI's omdat er zo veel mensen zijn die zich er maar bij neerleggen (of het goed genoeg vinden) en dan afkomen met uitspraken "ja het is goed genoeg voor de meesten, waarom moet het scherper?".
Ik heb 32 inch qhd scherm, nu heb ik geen direct vergelijk gemaakt met 4k gemaakt maar zelf vind ik hem al aardig scherp. 4k zal vast wel scherper zijn maar het is nou niet dat je de pixels goed kan zien ofzo. Zie overigens dat het eenzelfde DPI heeft als mijn vorige full hd 24 inch scherm. Zou graag 4k hebben maar 32 inch 4k 144hz schermen met IPS zijn helaas niet te betalen, een oled is goedkoper.
4k zal vast wel scherper zijn maar het is nou niet dat je de pixels goed kan zien ofzo
Het gaat niet per se over het zien van pixels, maar over het zichtbaar mooi (i.e. scherp) kunnen renderen van tekst op leesbare grootte.
MS heeft dankzij cleartype al voor verbetering gezorgd, maar het blijft maar een pleister op een grote wonde. Letters zijn vormgegeven met mooie curves maar die zien we niet omdat de schermen niet in staat zijn zo veel detail te tonen. Als je een scherm met 2x of zelfs 3x de pixeldichtheid gebruikt, dan zal je zien dat letters er pas zo mooi uitzien als in een magazine. Dát is de manier waarop letters bedoeld zijn gelezen te worden, niet zoals de wazige rommel die je ziet op schermen rond de 100PPI.
Inderdaad, 92 DPI is zeker niet 'superscherp' op normale (werk/gaming aan buro) kijkafstand.
Voor alleen gaming maakt het vaak niet zo heel veel uit maar voor de meeste andere toepassingen is een hogere DPI te prefereren.
Onlangs de stap van 96 DPI (29" 2560x1080) naar 110 DPI (38" 3840x1600) gemaakt en dat verschil is voor mij duidelijk te zien, maar wel vooral bij web/tekst/foto bewerking. Voor mijn type gaming (vooral sim racing, en geen ruimte voor een multi-monitor/vaste setup) is vooral 38" groot fijn en de DPI minder belangrijk, maar misschien is dat ook persoonlijk.
Hoe stuur je zo een scherm met een hoge refresh rate aan met een usb-C hub/dock? Behalve degene met Thunderbolt3 (wat je laptop maar net moet ondersteunen) doen die allemaal zo te zien max 60hz...
Het zou wel handig zijn als je je laptop met 1 enkele kabel kan aansluiten aan scherm, toetsenbord, muis,... En tegelijkertijd ook laten opladen met usb-pd.
Omdat het een 'alleskunner' is lijkt het scherm me ook wel interessant voor thuiswerken + gaming
[Reactie gewijzigd door quizzical op 24 juli 2024 10:39]
De huidige USB-C voor video maakt gebruik van het DisplayPort protocol. Dit protocol ondersteund momenteel 8K/ 60fps en 4K/144fps. USB-C_DP is in feite niets anders dan een andere connector voor Display Port
Dus je kan hem zeker aansturen met een laptopdock als die video over usb ondersteund
[Reactie gewijzigd door A_Trouwborst op 24 juli 2024 10:39]
Goed om te horen! Dan moet ik maar verder zoeken want ik vind dus geen USB hub/dock waar niet staat dat het max 4K/60Hz is! (Behalve de extreem dure thunderbolt3 docks en dat ondersteunt mijn werklaptop bvb niet).
Als er iemand 1 weet, hoor ik het heel graag!
Dit scherm is niet 4K. 4K is 3840×2160 (>8 miljoen pixels), en dit scherm is WQHD/1440p en dat is 2560×1440 (3.6 miljoen pixels). Dat je dock dus niet sneller kan dan 60hz op 4K zegt niks over hoe snel het kan op dit scherm.
Helemaal waar voordeel dat hij minder ruimte inneemt en minder verbruikt, ook heeft hij geen HDR600, edit: hij heeft ook HDR600 maar ook brak, maar aangezien de implementatie van HDR600 van dit scherm ook niet je-van-het is lijkt me dat geen verlies.
Ik denk dat de meeste mensen sowieso een 27" 4k scherm meer kunnen waarderen dan een 32" want dat is écht groot/breed. De aanname is gedaan met de meestgangbare bureau dieptes van 50 tot 80cm en zelfs bij een "extra diep" bureau van 90cm vond ik zelf de tenniswedstrijd op een 34" scherm al te veel van het goede.
Edit 2: Als je wilt gamen op de native resolutie dan wel, ik ben denk een van de weinige die het totaal geen probleem vind om op halve resolutie te spelen en vooral winst ziet voor de overige 8 uur per dag.
[Reactie gewijzigd door GewoonWatSpulle op 24 juli 2024 10:39]
Edit 2: Als je wilt gamen op de native resolutie dan wel, ik ben denk een van de weinige die het totaal geen probleem vind om op halve resolutie te spelen en vooral winst ziet voor de overige 8 uur per dag.
Dat is natuurlijk een iets andere doelgroep / use case, maar ook dan is 32" 1440p volgens mij helemaal niet slecht.
Heb zelf 27" 1440p momenteel, vroeger 24" 1200p gehad. Heb geen ervaring met 27" 2160p maar het voordeel lijkt mij zo beperkt.
Ik denk dat de meeste mensen sowieso een 27" 4k scherm meer kunnen waarderen dan een 32" want dat is écht groot/breed.
Heb je de 49" super-wides al gezien?
Of de triple-screen setups die veel sim racers gebruiken.
Een tenniswedstrijd is ook wel iets anders dan een (FPS) game natuurlijk, daar hoef je niet de hele tijd van links naar rechts te kijken.
[Reactie gewijzigd door Olaf van der Spek op 24 juli 2024 10:39]
Tenniswedstrijd was niet letterlijk, ik doelde op het nekdraaien om alles op het scherm te zien op een relatief beperkte kijkafstand. Ik heb dan ook de voorkeur voor een enkel 24" 1920×1200 scherm terwijl er een 34" 3440×1440 vanuit werk aangeboden is voor de thuiswerkplek.
Voor wat betreft de ultrawides ja zeker ik heb al even in de winkel naar een 49" "5k" (pricewatch: Samsung C49RG90 Zwart) scherm maar hoe gaaf het er ook uit ziet ik zou mij helemaal dood ergeren aan het nog meer nekdraaien. Voor sim racers soms nog niet eens ideaal, losse schermen kunnen een eigen camera positie krijgen, en voor FPS een beetje onnodig aangezien hun focus meer op het middelste deel van het scherm gericht is, ook al zijn je ooghoeken iets sneller in het verwerken van beweging.
Maar om terug te komen op dit scherm, ik zie de markt er niet voor met deze prijs. 27" en 32" is ook echt geen wereld van verschil.
Wat ik mis in de review is of dit scherm 4k kan downsamplen naar qhd.
Meer console gamers spelen op een monitor en PS5 kan (nog) niet qhd als t resolutie. Nu gaat dat misschien nog komen maar tot die tijd zijn qhd schermen die 4k kunnen downsamplen nog een aardig alternatief aangezien 4k nog duur is.
4k downsamplen geeft een veel scherper resultaat dan 1080 upsamplen.
De top foto laat alleen in 1 klap zien hoe goedkoop Acer werkt. Dit achterpaneel op de voet na gebruiken ze voor vrijwel elke monitor in hun assortiment op de paar fancy prdocutivity monitoren en ultrawides na. Dat al voor 7 jaar nu.
[Reactie gewijzigd door Sn0wblind op 24 juli 2024 10:39]
Gewoon goedkoop plastig en vrij bol, puur om de kosten te besparen. Dus 1 achterpaneel voor bijna al hun monitoren ongeacht of het dunner kan of niet. Naast het gekozen materiaal is erg ondermaats voor 2021.