Gek genoeg
Tijdens onze bezoekjes aan de Computex komen we elk jaar gekkere en opvallendere behuizingen tegen: volledig open, van glas of zelfs van plastic. Dat zijn natuurlijk behoorlijke eye-catching verschijningen, maar lang niet iedereen zit te wachten op een bizarre behuizing; een degelijke kast is voor veel tweakers al gek genoeg.
Uiteraard konden we het niet laten in onderstaande video naar een of twee opvallendere designs te kijken en we sluiten de video af met de opvallendste casemods, waarin nog nauwelijks een computer te herkennen is. In dit overzicht kijken we echter ook naar traditionelere behuizingen, waarvan je sommige zonder meer in je woonkamer zou kunnen zetten of die in je slaapkamer niet zouden misstaan.
We gaan daarom een aantal behuizingen af bij de grote fabrikanten die hun waar op de Computex prestenteren, zoals be quiet, Cooler Master, In Win, NZXT en Phanteks. Voor wie denkt dat we Corsair in dit rijtje vergeten: dit jaar richt het Amerikaanse bedrijf zijn pijlen op andere producten. Fractal Design, bij veel tweakers geliefd om zijn stille kasten, was helaas niet op de beurs aanwezig; Fractals laatste wapenfeit was de Define S2.
Be quiet en Cooler Master
We trappen af met een gedegen behuizing van be quiet. De Deutsche gründlichkeit die we van dat bedrijf gewend zijn, heeft zich vertaald in een instapbehuizing. Waar het bedrijf vorig jaar nog met nieuwe versies van de Dark Base Pro 900 kwam, zet het dit jaar met de Pure Base 500 aanzienlijk lager in. Zoals bekend vormt de Pure Base de instapserie van het bedrijf en met de Pure Base 500 heeft be quiet er een betaalbare behuizing bij. De Pure Base 500 is wat compacter dan de Pure Base 600, die alweer uit 2017 stamt, maar kan nog steeds een volledig atx-systeem in zijn midtower huisvesten.
De Pure Base 500 heeft een flink lagere instapprijs dan de 600. De goedkoopste uitvoering, in stemmig zwart en met gesloten zijpanelen, kost 70 euro, waar de Pure Base 600 een introductieprijs van 90 euro had. Een uitvoering met een glazen zijpaneel kost 10 euro meer, waarmee de zwarte versie met glas op 80 euro uitkomt. De behuizing is echter ook in het gunmetalgrey of in het wit met zwarte accenten verkrijgbaar. Beide uitvoeringen kosten 6 euro meer dan hun geheel zwarte equivalenten. Alle versies worden geleverd met twee elementen om de bovenkant te bedekken. Een fijn gaas is bedoeld voor kasten die van waterkoeling worden voorzien, terwijl een dichte bovenkant voor stille systemen wordt meegeleverd.
Hoewel de behuizing compact is, heb je nog altijd plaats voor waterkoeling met radiators tot 360mm en je kunt vijf ssd's en twee harde schijven kwijt. De psu-tunnel neemt het kabelmanagement grotendeels voor zijn rekening en be quiet levert twee Pure Wings 2 van 140mm mee om de componenten stil te houden. De zijpanelen zijn bedekt met geluiddempend materiaal en uiteraard zijn openingen van stoffilters voorzien.
Cooler Master
We blijven even in het stille segment, want bij Cooler Master kwamen we de opvolger tegen van een behuizing die zeven jaar na introductie nog steeds populair is: de Silencio 352. Cooler Master heeft in de verschijning van de S400 een opvolger uitgebracht en ook de grotere Silencio heeft een update gekregen met de S600. De S400 is een stille behuizing voor matx-moederborden en de S600 is geschikt voor atx-moederborden. Beide varianten moeten al half juni beschikbaar zijn en respectievelijk 80 en 90 euro gaan kosten. Voor de versies met glazen zijpanelen moet een tientje extra worden betaald.
Cooler Master heeft het bekende deurtje van de Silencio-serie behouden, evenals, een beetje tegen de tijdsgeest in, nog 5,25"-drivebays. In de S400 zit er een en in de S600 zijn twee drivebays beschikbaar. Het deurtje is bekleed met schuim van lage dichtheid om geluid te dempen en de zijpanelen zijn juist voorzien van zwaarder geluiddempend materiaal om extra gewicht te geven. Het lichte schuim moet turbulentie door de inlaatventilators voorkomen en ook de roosters zijn daarop ingericht door de lamellen wat omlaag te richten.
Om de behuizingen zo stil mogelijk te krijgen, zijn de technici van Cooler Master maandenlang met het Eindhovense bedrijf Sorama in de weer geweest. We zijn daar in 2015 langs geweest om hun speciale microfoons te bekijken. Stilte is niet het enige speerpunt van de S400 en S600, want de warmte moet natuurlijk ook afgevoerd kunnen worden. Daarom zijn de inlaatsleuven aan de voorkant groter gemaakt voor een betere airflow en levert CM twee 120mm-ventilators mee. Bovendien kun je desgewenst, bijvoorbeeld tijdens gamesessies, de bovenkant verwijderen voor extra warmteafvoer.
In Win
We beloofden ons in dit overzicht vooral met reguliere behuizingen bezig te houden, maar het paradepaardje van In Win mocht toch niet ontbreken. Er is nog heel weinig bekend over dit project Yǒng, maar wat we wel weten, prikkelde ons behoorlijk. Zo kon een prijs nog niet worden meegedeeld, maar goedkoop zou deze behuizing niet worden. Ook een introductiedatum is nog gissen, maar wellicht maakt de uiteindelijke prijs dat irrelevant. Wat deze behuizing wel letterlijk uniek maakt, is de manier waarop hij wordt geproduceerd; de Yǒng-behuizingen worden met een 3d-printer vervaardigd.
Met behulp van een grote printer, voor zover we hebben kunnen opzoeken moet dat er een zijn van een bedrijf dat Massivit 3D heet, wordt met een speciale gel, Dimengel, een lichtgewicht frame voor de behuizing geprint. Het precieze ontwerp zou procedureel gegenereerd kunnen worden, door middel van een website waarop een gebruiker enkele parameters kan variëren. Zo zou elke behuizing uniek zijn. Na het printen moet het uitgeharde Dimengel nog wat geschuurd en gespoten worden, wat grotendeels handwerk is. Dat zou een aardige indicatie moeten zijn voor een antwoord op de vraag: "Kan ik dit betalen?"
Overigens is niet de volledige behuizing van 3d-geprint Dimengel gemaakt; het is enkel het frame eromheen. In het centrum van de volledig open behuizing zit een vrij standaard chassis van aluminium, waarop je je componenten zoals moederbord, videokaart en waterkoeling monteert. In welke oplagen In Win de Yǒng gaat produceren, is nog niet zeker, maar het wordt, net als de meeste In Win signature-behuizingen, een gelimiteerde oplage. Hadden we al gezegd dat we een stevig prijsje verwachten?
Project Alice
De Yǒng-behuizing zal voor weinigen weggelegd zijn, maar een ander interessant concept van In Win vonden we in Project Alice, geïnspireerd door Alice in Wonderland. Ook dat is een plastic behuizing, maar naar het zich laat aanzien een stuk betaalbaarder. In Win maakt namelijk gebruik van injection molding om een behuizing van abs te maken. Dat wordt een heel basale behuizing, want vooralsnog denkt In Win er zelfs niet aan een frontpanel-connector in Alice in te bouwen.
Het plastic van de behuizing is niet het enige speciale aan Alice, want ook de bovenkant en bekleding, en dat laatste bedoelen we letterlijk, zijn anders dan anders. Ten eerste kan de bovenkant in willekeurige kleuren en designs, tot imitatiehout aan toe, worden uitgevoerd, omdat abs zich zo makkelijk laat bewerken. En om alle hardware en het chassis aan het oog te onttrekken, hebben de Alice-behuizingen een bekleding van stof. Dat wordt over de behuizing heen getrokken en blijft door een elastieken zoom op zijn plaats. Als de behuizing vies of stoffig wordt, kun je de bekleding eenvoudig wassen.
Als je een compleet andere behuizing wil, kun je gewoon een ander stuk stof uitzoeken. In Win onderzoekt of het mogelijk is om klanten via zijn website een eigen design te laten uploaden en dat op de stof voor de behuizing te laten printen. Zo kan Alice nog persoonlijker worden. Wie overigens denkt dat een plastic behuizing met een stoffen omhulsel een slap geheel is, kunnen we gerust stellen. Dankzij dwarsribben in de staanders van de behuizing is een Alice-behuizing niet alleen bijzonder licht, maar ook verrassend sterk.
/i/2002790102.jpeg?f=imagenormal)
Overigens kreeg ook de 307-behuizing een update en kreeg een stuk meer adresseerbare leds en ook de software om ze te configureren is eenvoudiger gemaakt. Zo krijg je een volledig controleerbare led-matrix in je frontpanel.
NZXT en Phanteks
We gingen bij NZXT langs vanwege de updates op de populaire H-serie. Van de drie afmetingen, de kleine H200, de midtower H500 en de grote H700, zijn nieuwe versies uitgebracht die de aanduiding H210, H510 en H710 hebben gekregen. Van elke behuizing is weer een aantal varianten uitgebracht. De reguliere versie heeft geen achtervoegsel, maar de uitvoeringen met een i achter hun naam zijn voorzien van hard- en software om de verlichting van je behuizing naar wens aan te passen. De i-versies hebben namelijk een Smart Device v2 aan boord om rgb-ventilators en andere rgb-verlichting door middel van NZXT Cam aan te passen. Met de Smart Device v2 kun je de verlichting van twee rgb-kanalen en drie ventilatorkanalen aansturen. Bovendien laat de software de ventilators zachter draaien bij lage belasting, zodat je minder geluidsproductie hebt. Ook kun je je videokaart in de i-versies haaks monteren.
Het kleinste model, de H210 en H210i, is een mitx-behuizing van 27 liter en wordt geleverd met twee 120mm-ventilators. Je kunt voorin de H210(i) een 240mm- en achterin een 120mm-radiator kwijt. Alle uitvoeringen in de vernieuwde H-serie hebben een usb 3- en een usb c-aansluiting, samen met een gecombineerde audio-out- en microfoonjack in het frontpaneel. Ook is het gehard glazen zijpaneel eenvoudiger te bevestigen: daar is nog maar één schroefje voor nodig en de onderrand haakt vast om het paneel op zijn plaats te houden.
De grootste modellen, de H710 en H710i, zijn geschikt voor eatx-moederborden, en uiteraard voor meer en grotere radiatoren; achterop nog steeds een 120mm-versie, maar voorin en bovenin passen 360mm-radiators. Deze modellen worden ook geleverd met drie 120mm-ventilators voorin en een 120mm-uitlaat.
Van de H500-opvolgens heeft NZXT nu naast een H510 en H510i een derde model gemaakt: de H510 Elite. Dat model onderscheidt zich uiterlijk met een deels glazen frontpanel, waar de overige versies gesloten zijn. Een mooi subtiel detail daarbij is dat de scheidingslijn tussen psu-shroud en glazen paneel aan de zijkant netjes doorloopt aan de voorkant. De Elite is, net als de i-varianten, uitgerust met ingebouwde rgb-verlichting. De H210 kost 80 dollar, de H510 is 70 dollar en de H710 wordt 140 dollar. Voor de i-versies moet je steeds 30 dollar extra betalen, maar de H510 Elite kost 150 dollar; die wordt dan ook met twee 140mm argb-ventilators en een argb-ledstrip geleverd. De overige uitvoeringen worden met reguliere ventilators geleverd, maar de i-versies hebben wel twee ingebouwde argb-ledstrips. De europrijzen zullen daar waarschijnlijk niet veel van afwijken. De behuizingen zijn direct verkrijgbaar.
Phanteks
Bij Phanteks ten slotte kwamen we opnieuw een oude bekende in een nieuw jasje tegen. Het bedrijf heeft namelijk een nieuwe versie van zijn Enthoo Luxe meegenomen. Die was tijdens de CES eerder dit jaar al een keer als prototype te zien, maar we zijn inmiddels zo dicht bij de daadwerkelijke introductie dat prijzen al bekend zijn: de fulltower-Phanteks Enthoo Luxe 2 gaat 190 dollar of euro kosten. Daarvoor krijg je een beest van een behuizing, waarin je niet een, maar twee systemen kunt bouwen.
Dat is niet het enige bijzondere aan de Luxe 2, want je hebt ook enorm veel ruimte en vrijheid om een systeem naar wens in te bouwen. Phanteks demonstreerde drie voorbeelden, waarbij in de eerste build de nadruk lag op luchtkoeling met plaats voor maar liefst vijftien ventilators. In de tweede Luxe 2 werd een watergekoeld systeem met een uitgebreide customloop en grote radiators ingebouwd. De derde behuizing ten slotte demonstreerde eerder genoemd dubbel systeem met atx- en mitx-borden in de behuizing.
Ook de P350 en P400 kregen updates met de P360X en P400A. De P360X heeft rgb-verlichting gekregen in de vorm van twee strepen langs de zijkanten van het frontpaneel. Afhankelijk van je kijkhoek geven die een fel of juist diffuus effect. Waar de nadruk bij de P360X op rgb ligt, is dat bij de P400A op de aanvoer van lucht. De behuizing heeft namelijk in plaats van een gesloten frontpaneel een mesh gekregen die voor meer aanvoer van koele lucht moet zorgen. Met rgb-ventilators achter de mesh wordt die bovendien ietwat subtiel uitgelicht. Deze varianten moeten in augustus op de markt komen.
Ten slotte liet Phanteks ook zijn Evolv Shift Air zien, die inmiddels ook productiegereed is. Tijdens de vorige Computex liet Phanteks daar al prototypes van zien, maar tot dusver moest de Evolv Shift het met gesloten metalen en glazen panelen doen. De kleine, rechtopstaande mitx-behuizing, die toch al wat op een speaker lijkt, krijgt met de Shift Air een upgrade met zijpanelen die met op luidsprekerdoek lijkend materiaal zijn bekleed. Dat levert extra luchtaanvoer en een interessant lichtspel van rgb-ventilators op. Wie al een Evolv Shift heeft, kan de panelen straks overigens ook los kopen.
/i/2002790060.jpeg?f=imagenormal)
Phanteks heeft ook zijn goed wat goedkopere, maar met dezelfde ontwerpfilosofie gemaakte MetallicGear-serie een update gegeven. Als uitsmijter, en begonnen als grap, liet Phanteks nog een setje kleine, usb-powered computerspeakers zien die als mini Enthoo Evolv is vormgegeven.