Pagan Online
De Noorse, Griekse, Egyptische en zelfs de Chinese, Japanse en Indische mythologieën zijn allemaal redelijk bekend. Maar van een aparte Servische mythologie hadden wij nog nooit gehoord. Toch vormen de verhalen daarvan de basis voor Pagan Online, een actie-rpg van Mad Head Games. De studio uit Novi Sad put uit verhalen uit de eigen volksgeschiedenis, maar zoals bij meer actie-rpg's zul je daar niet veel van merken. Voor de kenners zullen wat namen van personages en voorwerpen bekend klinken, maar je hoeft niets van de Servische geschiedenis te weten om van Pagan Online te kunnen genieten.
 |
Titel |
Pagan Online |
|
Platform |
Windows (Steam) |
Prijs |
€ 26,99 |
Pagan Online is uitgebracht door Wargaming, de ontwikkelaar die we vooral kennen van gratis speelbare games als World of Tanks en de verschillende games die daarvan zijn afgeleid. Wargaming wil echter ook in toenemende mate als uitgever optreden, dus sloot het een deal met de Servische studio. Wargaming biedt de game aan via Steam en via de eigen winkel, vanwaar het spel via een launcher kan worden opgestart. Pagan Online verkeert inmiddels in 'early access' en voor 27 euro kun je ermee aan de slag. Pagan Online is dus niet gratis speelbaar, In tegenstelling tot wat gebruikelijk is bij Wargaming.
Pagan Online is een klassieke actie-rpg, een heuse PvE-game waarin je als speler tegen computergestuurde tegenstanders strijdt. Als je Diablo ooit hebt gespeeld, zul je veel herkennen. De spelwereld bestaat grotendeels uit duistere kerkers. Daar loop je met een door jou gekozen held doorheen terwijl hordes demonische monsters je belagen. Daarbij bezie je het geheel vanuit isometrisch perspectief.
Als je aan de game begint, heb je keuze uit drie Hero's. De game bevat er op dit moment acht, maar de resterende vijf speel je pas in de loop van de game vrij. Sterker nog, ook de twee die je links laat liggen als je aan de game begint, zul je daarna alsnog vrij moeten spelen. Je verdient Shards in de game en als je er daar genoeg van bij elkaar hebt gespaard, kun je een nieuwe Hero kiezen om mee op pad te gaan. Shards gebruik je echter ook om de attributen vrij te spelen waarmee je het uiterlijk van je Hero kunt personaliseren. Op dit moment is er nog geen optie om dergelijke Shards te kopen, maar het zou zomaar kunnen dat die er wel gaat komen. Wargaming heeft zich er nog niet over uitgelaten.
We zijn geen fan van deze opzet. Vooral niet omdat hij je geen mogelijkheid geeft om vroegtijdig van Hero te wisselen. Zeker bij een actie-rpg wil je even uittesten welke class je het leukst vindt om mee te spelen, en welke speelstijl het beste bij je past. Dat zit er bij Pagan Online niet in. Als je een class hebt gekozen, speel je een volgende pas vrij als je met de eerste de nodige Shards hebt verzameld. En dan zijn er nog zes Hero's over. Bovendien heb je geen vrije keuze. Elke Hero heeft eigen Shards. Voor elk van de zeven overgebleven Hero's spaar je dus apart Shards, waarbij het toeval bepaalt welke je tegenkomt. Je kunt niet al je verzamelde Shards inzetten om de Hero van je keuze vrij te spelen.
Pantheon
We gaan verder; laten we niet te lang stilstaan bij het vrijspelen van de Hero's in de game. Pagan Online is een lekker soepel spelende game in een naar onze smaak lekker kleurrijke spelwereld. De stijl is heerlijk cartoonish en doet wat denken aan games als Darksiders en vooral Torchlight. Centraal in de spelwereld bevindt zich het Pantheon, een hub van waaruit je quests kunt uitvoeren en spullen kunt maken en verkopen. Het is ook de plek waar je andere spelers zult ontmoeten. Vanuit dat Pantheon ga je op avontuur in dungeons, die over het algemeen vrij klein zijn. Je hebt daarbij een Campaign die je door het verhaal voert en de uitdaging langzaam opvoert. Er zijn echter ook behoorlijk veel losse missies waarin je jezelf wat meer kunt uitdagen. Als je in een dungeon terechtkomt, zie je onder je Hero steeds een pijl die aangeeft in welke richting je verder moet. Dat is handig, want de dungeons zijn zo opgezet dat je doorgaans wel een beetje kunt dwalen. Dat is ook zinvol, want je kunt in de uithoeken extra goudstukken tegenkomen. Je kunt vanuit het Pantheon kiezen uit verschillende missies en daarbij zelf een van de drie verschillende moeilijkheidsgraden selecteren. Over het algemeen bestaan de missies echter uit een dungeon met mindere tegenstanders en een boss als uitsmijter. Dungeons zijn zo opgezet dat je binnen een minuut of 10 wel klaar bent en terug kunt keren naar het Pantheon.
De tegenstanders zijn redelijk gevarieerd. Het is dus zinvol om even goed op de eigenschappen van je opponenten te letten. Dat geldt zowel bij de gewone vijanden als bij de bosses. De mindere opponenten treden vaak in groepen op, waarbij vooral hun snelheid opvalt. Doorgaans word je in een behoorlijk klein deel van de dungeon opgesloten. Als er doorzichtig blauwe muren opduiken om je in te sluiten, weet je hoe laat het is. Je bent binnen de kortste keren omsingeld door een zwerm mindere tegenstanders. Vaak worden die aangestuurd door mobs die iets hoger in de hiërarchie staan en op veilige afstand proberen te blijven. Het is dus zaak je aandacht te verdelen. Gevechten bestaan vaak uit golven, waarbij je keurig gewaarschuwd wordt als de laatste golf aanstaande is. Die laatste golf is daarbij uiteraard pittiger dan de voorgaande. Je moet op dat moment dus hopen dat je nog voldoende Health Potions op zak hebt. Mocht je tijdens een dergelijk gevecht het loodje leggen, dan krijg je de kans om van je voorraad goudstukken wat Health Potions te kopen en het gevecht opnieuw te starten. Je merkt al snel dat het zin heeft om dat te doen, omdat je bij een tweede keer vooraf weet wat de bewegingen en acties van je tegenstanders zijn.
Opvallende besturing
De opmerkelijkste eigenschap van Pagan Online is de besturing. Mad Head heeft de beweging van je Hero gekoppeld aan W, S, A en D, zoals dat bij shooters gebruikelijk is. De standaard in dergelijke games is dat je de muis gebruikt om te bewegen en voor de voornaamste aanvallen, maar dat is hier anders. Je standaardaanvallen zitten onder de beide muisknoppen, en de speciale zitten onder T, E, F, de spatiebalk en linker-Shift. Die speciale aanvallen hebben allemaal een timer. De besturing is even wennen, maar na een minuut of twee was hij voor ons vertrouwd genoeg om ermee uit de voeten te kunnen.
De acht Hero's zijn verschillend, maar wel allemaal redelijk standaard. Je kunt kiezen voor berserker Kingewitch, de tank Istok met zijn enorme hamer, Anya met haar zweep, Valeria met haar kruisboog, Masha met twee werpringen en Dameer die vecht met een beer aan zijn zijde. Ze zien er allemaal goed uit en bewegen prima. Alle classes hebben evenveel skills en bij alle zijn de skills op te waarderen als je in level stijgt. Voor elk level - de cap ligt nu op 30 - krijg je een punt, en je hebt zo'n 15 punten nodig om een skill te optimaliseren. Je kunt een character dus niet helemaal optimaliseren, maar moet kiezen welke skills je het liefst gebruikt.
Verder volgt de game voornamelijk de bestaande conventies. Na elk gevecht vallen de nodige goudstukken en voorwerpen op de grond, waarbij de kwaliteit van die spullen wordt aangeduid door hun kleur. Er past een beperkte voorraad van deze voorwerpen in je rugzak, die aparte tabbladen heeft voor de voorwerpen die je als uitrusting kunt gebruiken, de materialen die je kunt gebruiken voor het maken of opwaarderen van voorwerpen, en de recepten die je daarvoor nodig hebt.
Bij de losse missies die je vanuit het Pantheon kunt uitvoeren, wordt de moeilijkheidsgraad aangeduid met de bekende kleurcodering. Heel handig is dat je tijdens gevechten op de vloer kunt zien wat er plaats gaat vinden. Zowel bij je eigen aanvallen als die van de sterkere tegenstanders zie je op de grond de reikwijdte van de skill die jij of je tegenstander in gaat zetten. Een kegelvorm of cirkel op de grond geeft daarbij aan tot waar je eigen aanval of die van je tegenstander nog effect heeft. Gevechten kunnen in Pagan Online vrij druk worden, waarbij een enkele sterke tegenstander tussen een hele horde zwakkere broeders om je heen zwermen. Dan geven die gekleurde cirkels en driehoeken op de grond aan waar je echt voor moet oppassen.
Solo of niet?
Mad Head Games lijkt de balans in de game al behoorlijk goed op orde te hebben. Het vechten verloopt soepel en heeft een goede moeilijkheidsgraad. Het is zaak om gebruik te maken van je verschillende skills, en bij elke boss is het weer even puzzelen welke strategie het beste werkt. Op de standaardmoeilijkheidsgraad zijn de gevechten misschien iets te makkelijk, maar gelukkig kun je uit drie niveaus kiezen. Daarmee komen we bij het online onderdeel van Pagan Online. Je ontmoet andere spelers in het Pantheon. Althans, je ziet ze rondlopen bij de Battlegate, het onderdeel waar je quests uitkiest, of bij de shop van Onya de Blacksmith en Dukat de Trader. Je kunt met andere spelers communiceren via een menu links onderin je scherm, net zoals dat bij een game als World of Warcraft gebruikelijk is. Er is alleen niet zoveel reden om dat te doen. De game is in zijn huidige vorm prima solo speelbaar.
Er zijn meer games en genres die als inspiratiebron lijken te hebben gediend. Zo krijg je elke dag dat je inlogt een pakje met vijf kaarten die erg lijken op de sets met kaarten die je krijgt in Hearthstone. De sets die je hier krijgt zijn gratis en bevatten doorgaans materialen die je kunt gebruiken bij het maken of verbouwen van de voorwerpen in je uitrusting. Dat aanpassen van je uiterlijk is in Pagan Online behoorlijk uitgebreid. Het lijkt enigszins op wat tegenwoordig in World of Warcraft mogelijk is. Je kunt bovendien een dier aan je zijde mee laten lopen, ook al zoals in WoW.
De game zit daarmee dus behoorlijk vol ideeën, en dat is nog niet alles. In het Pantheon vind je niet alleen de Trader en Blacksmith, er zijn ook nog enkele lege plekken waarbij wordt aangegeven dat er nog iets gaat komen. De game is op meer vlakken onaf. Tenminste, daar gaan we vanuit. We hopen dat er hier en daar nog wel wat aan de menu's zal worden gesleuteld. Met name het tekstveld dat je ziet als je op het slagveld een voorwerp bekijkt, is wat saai.
Conclusie
Het is wat vroeg om al een cijfer aan Pagan Online te geven. De game ziet er mooi uit en is prima speelbaar. Hij heeft classes die weliswaar wat standaard zijn maar die onderling lekker verschillen, en vooral ook een grote verscheidenheid aan tegenstanders. De game bevat een campagne van zo'n 50 uur, aangevuld met de nodige losse missies, zodat er nu al behoorlijk veel is te spelen. Over de manier waarop je de classes vrij speelt zijn we echter niet zo enthousiast, en wat er van samenspelen met anderen wordt verwacht is nog niet helemaal duidelijk. Bovendien missen er nog wat onderdelen. Wie echter van een lekker soepel spelende actie-rpg houdt en niet schrikt van wat 'werk in uitvoering', kan nu zijn lol al op aan Pagan Online.
MLB The Show 19
De lente is begonnen en met prachtige weekenden zoals het recente Paasweekend kondigt de zomer zich alweer aan. Dat betekent dat het nieuwe honkbalseizoen in de Verenigde Staten in volle gang is en de bijbehorende jaarlijks verschijnende honkbalgame in de winkels ligt. Nog steeds hebben we het daarbij over MLB: The Show, dat door Sony's studio in San Diego wordt gemaakt en dus alleen beschikbaar is voor de PlayStation 4. Dat is en blijft jammer voor honkbalminnende Xbox One- en pc-gamers, maar het is de realiteit.
 |
Titel |
MLB The Show 19 |
 |
Platform |
PlayStation 4 |
Prijs |
€ 69,99 (PlayStation Store) |
Net als de vorige edities van MLB: The Show brengt The Show 19 geen revolutie. De basisgameplay komt overeen met die uit de laatste games in de serie. Dat betekent dat je als speler de vrijheid hebt om de besturing te kiezen die het best bij je past. De ene speler zal een balkje op basis van timing met de actieknoppen fijn vinden, een andere gebruikt misschien liever het 'True Swing'-systeem dat sinds jaar en dag in de game zit en met de tumbsticks werkt. De verschillende manieren werken in principe even goed, het is dus maar net wat je zelf fijn vindt.
Babe Ruth 'calling his shot'
Tijdens het spelen van de game verandert er dus weinig. De wijzigingen zijn vooral te vinden om de actie heen. Nieuw is bijvoorbeeld de mogelijkheid om een reeks klassieke momenten uit de geschiedenis van de Major League na te spelen. Dat moment waarop Babe Ruth met zijn honkbalknuppel naar de tribunes wees, ten teken van dat hij een homerun zou gaan slaan, en dat vervolgens ook echt deed? Je kunt het nu zelf beleven, alsmede een groot aantal andere bekende en minder bekende historische momenten.
Risk spelen met de MLB
Ook nieuw is de Conquest-modus. Nee, grapje, dat is helemaal niet waar. Conquest is sinds MLB The Show 16 al onderdeel van de game, maar neemt dit jaar wel een prominentere plaats in. In deze spelmodus moet je met een fictief roster vol sterren heel Amerika zien te veroveren. Dat doe je door in de aanvalsfase tegels op de kaart in te nemen, op een manier die lijkt op hoe dit in Risk werkt. In de volgende fase kun je eventueel fans van andere teams 'stelen' door die teams te verslaan in een wedstrijd. Daarna kun je de gebieden die je bezit versterken met extra 'fans', waarmee je in de volgende aanvalsfase weer andere gebieden kunt innemen. Probeer je een gebied van een ander team in te nemen, dan zul je een wedstrijd moeten spelen of simuleren. Uiteindelijk bereik je de Stronghold - de thuisbasis - van een team. Versla je dat team daar, dan is het uitgeschakeld voor de rest van het potje. De grap daarbij is dat de moeilijkheidsgraad vastzit aan het aantal fans van beide teams. Hoe groter het verschil in jouw voordeel, hoe makkelijker je de game voor jezelf kunt maken. Is er een klein verschil, dan moet je in een hogere moeilijkheidsgraad spelen en is het moeilijker dat team uit te schakelen. Zo werk je je dus een weg door de kaart, tot je uiteindelijk heel Amerika hebt veroverd.
:strip_exif()/i/2002693830.jpeg?f=imagearticlefull)
Net als vorig jaar staat het verdienen van in-game beloningen centraal in MLB: The Show 19. In elke spelmodus verdien je ervaringspunten en Stubbs. Met die Stubbs kun je op de online marktplaats allerlei items kopen voor gebruik in je Franchise, Road to the Show of Diamond Dynasty. Die laatste spelmodus is ruwweg gelijk aan Ultimate Team in FIFA en blijft ook een centrale rol houden. Bij vrijwel elke spelmodus kun je pakjes of kaartjes van spelers verdienen die je vervolgens in jouw dreamteam kunt verwerken.
Sneller naar oktober
In de al langer bestaande spelmodi valt op dat de ontwikkelaars duidelijk wat meer stroomlijn hebben aangebracht. De nieuwe 'March to October'-spelmodus schotelt spelers bijvoorbeeld een seizoen voor, maar dan flink verkort. Je speelt een aantal cruciale momenten uit het reguliere seizoen en kunt daarna meteen doorpakken met het leukere deel: de playoffs. Dat is ideaal voor wie wel de intensiteit en lol van het naseizoen wil beleven, maar geen zin of tijd heeft om een heel seizoen van 162 wedstrijden door te spelen.
Zo biedt MLB: The Show 19 al met al best een aardig aanbod. De vernieuwing in dat aanbod is niet te vinden op de digitale honkbalvelden, maar vooral in wat voor spelmodi er zijn en hoe die zijn opgebouwd. In vrijwel elke langer bestaande spelmodus vind je wat leuke, nieuwe toevoegingen, terwijl er ook een paar nieuwe modi zijn bijgekomen die het geheel nog wat meer inhoud geven. Toch begrijpen we wel dat er gamers zijn die gewoon een data-update loslaten op de game van vorig jaar. Los van wat zaken in de presentatie tijdens wedstrijden 'voelt' die game dan niet bijzonder anders aan dan de nieuwe titel.
Hunt: Showdown
We hebben het al vaker gezegd: battle royale is ontzettend populair en veel ontwikkelaars proberen dus een stukje van die taart te pakken. Zo af en toe waagt een wat bekendere studio een poging, en dat kan tot mooie resultaten leiden. Zo zagen we eerder dit jaar Apex Legends van Respawn Entertainment en niet lang daarna voegde DICE zijn battleroyale-modus toe aan Battlefield V. Onlangs gingen we aan de slag met een battleroyale-achtige game van Crytek, een studio die vroeger ook games maakte voor EA. De ontwikkelstudio werkt al een tijdje aan Hunt: Showdown, dat al sinds februari 2018 speelbaar is in Steam Early Access en sinds die tijd verschillende keren van updates is voorzien.
 |
Titel |
Hunt: Showdown |
|
Platform |
Windows (Steam) |
Prijs |
€ 29,99 |
Hunt: Showdown is in beginsel een battleroyale-game, maar pakt de zaken wel wat anders aan dan de bekende games in het genre. De speler is in deze game een Hunter en moet op jacht naar allerlei beesten. Om een van die beesten te vinden, dien je eerst aanwijzingen over zijn locatie te bemachtigen. Pas daarna kun je het doelwit echt opjagen. Een complicatie daarbij is dat je niet de enige jager bent. Er zijn andere teams en solospelers die op hetzelfde doel jagen en jou daarbij ook kunnen uitschakelen. Sterker nog, als je het doel hebt gevonden en de kill hebt gemaakt, moet je het gebied nog zien te verlaten met je loot, want die kan je nog door andere spelers worden ontnomen.
De verschillen met andere battleroyale-games beginnen al voordat het spel echt begint. Je jager is een personage dat pas weg is als je doodgaat. Als je een jacht overleeft, behoud je dus alles wat je hebt verzameld. Ga je dood, dan ben je alles kwijt en moet je een nieuwe jager rekruteren, voor het volgende spel. Je jager kun je trouwens ook voorzien van een wapenuitrusting naar keuze. Meer wapens en andere spullen vind je daarbij in de spelwereld. Die wapens ga je nodig hebben, want behalve het uiteindelijke doelwit kom je nog veel meer monsters tegen. Die monsters omleggen levert je punten en ervaring op, dus het heeft best zin om ze te lijf te gaan. Uit tijdsoverwegingen deden wij dat echter niet en gingen we ze juist uit de weg.
Rifts sluiten om aanwijzingen te krijgen
Die monsters zijn over het algemeen de voornaamste hindernis terwijl je naar zogenaamde 'Rifts' zoekt. Als je zo'n 'Rift' sluit, krijgt je minimap een update en wordt de zone zichtbaar waar een van de 'baasmonsters' zit waar je naar op zoek bent. In theorie zijn die monsters maar het voorproefje van je gevechten met andere spelers, maar in de praktijk komen die laatste gevechten zelden voor. Althans: niet in de eerste vijf á tien levels dat je Hunt: Showdown speelt. Dit is, zo hebben wij ons laten vertellen, om spelers rustig te laten wennen aan de game, voor andere spelers je jacht komen bemoeilijken. Op zichzelf een goede keuze, al vragen we ons af of die curve dan niet wat te lang is: als spelers afhaken omdat de game te weinig spanning biedt en daardoor de fase mét andere spelers niet bereiken, kun je je afvragen of dat een optimale situatie is.
:strip_exif()/i/2002694066.jpeg?f=imagearticlefull)
Het gebrek aan interactie met andere spelers zorgt ervoor dat Hunt: Showdown in die eerste fase meer aanvoelt als een singleplayergame. Dat is op zich niet erg, want de spelwereld kan zoals gezegd al voor voldoende uitdaging zorgen. In de eerste plaats zit die uitdaging in de monsters die je op elk moment kunt tegenkomen, maar de grotere uitdaging ligt in de doelwitten waar je op jaagt. Dit zijn specifieke monsters die min of meer de baasgevechten in deze game opleveren. Versla ze, verban ze, scoor de 'bounty' en bereik vervolgens het extraction point om de de bounty daadwerkelijk binnen te halen en het potje te overleven.
Originele monsters
Gezegd mag worden dat Crytek behoorlijk zijn best heeft gedaan op de eigen look en sfeer van de game. De game combineert western-achtige taferelen met zombies en monsters. De personages zien eruit als cowboys, of in elk geval als personen uit het cowboytijdperk, en de wapens zijn al net zo klassiek. Op audiovisueel vlak wordt de show echter gestolen door de monsters. Hunt: Showdown herbergt een aantal zeer originele creaties. Het is jammer dat de game je over het algemeen niet genoeg tijd geeft om de monsters te bekijken, want ze zijn vrij agressief. Gelukkig draagt hun dikwijls angstaanjagende uiterlijk bij aan de sfeer in de game. Het is bepaald niet moeilijk om je voor te stellen dat deze wezens regelrecht uit de hel zijn komen lopen.
Het duurt even voor je een beetje aanvoelt hoe je Hunt: Showdown slim kunt spelen. Na een tijdje werden we steeds efficiënter in het snel verzamelen van aanwijzingen om uiteindelijk de doelwitten te kunnen vinden. Dat is ook het moment waarop de game wat van zijn aantrekkingskracht begint te verliezen. Een grotere rol voor confrontaties met andere spelers zou dat kunnen oplossen, maar zoals gezegd: zo ver zijn wij nog niet gekomen. Met de spelervaring zoals die er nu is, zouden we nog niet geneigd zijn snel dertig euro neer te leggen voor Hunt: Showdown. Wellicht dat die eerste indruk de komende tijd nog verandert, als we verder komen en wellicht wél andere spelers tegenkomen. Er van uitgaande dat Hunt: Showdown op een zeker moment nog uit Early Access zal komen, is er dan ook alle reden om later nog eens uitgebreider naar de game te kijken.
Nintendo Labo VR
Toen Nintendo in 2018 het eerste Labo-pakket op de markt bracht, werd dat in Nederland meteen uitgeroepen tot speelgoed van het jaar. Ook wij waren erg enthousiast over de kartonnen bouwpakketten, die zijn bedoeld voor gebruik in combinatie met een Nintendo Switch. Het is ideaal speelgoed voor kinderen of voor kinderen en ouders samen. Nintendo startte met twee pakketten en het was niet meer dan logisch dat er meer zouden volgen. Na een paar maanden verscheen de Vehicle Kit, maar met het nieuwe Labo VR wordt het pas echt interessant. Met dit even ingenieuze als maffe kartonnen bouwpakket bouw je de Switch om tot een heuse vr-headset.
 |
Titel |
Nintendo Labo VR |
 |
Platform |
Nintendo Switch |
Prijs |
€ 82,- |
De kritiek op de Labo-pakketten is over het algemeen eensluidend: ze vormen tof speelgoed, maar voor stapeltjes karton zijn ze wel wat duur. Dat heeft Nintendo zich aangetrokken. Niet door de aanschafprijs te verlagen, maar wel door meer keuze in te bouwen. Van Labo VR zijn vier verschillende varianten verkrijgbaar. Wij testten de meest uitgebreide versie waarin alle bouwplaten zijn opgenomen. Dit pakket gaat voor zo'n 90 euro over de toonbank. Wie dat wat teveel van het goede vindt, kan het Nintendo Labo: VR-pakket - Starterset + knaller in huis halen. Dat pakket kost zo'n 40 euro en bevat naast de vr-bril en software de Toy-Con-knaller, de grootste en ook leukste bouwplaat. Mocht je daarna alsnog de andere bouwplaten willen kopen, dan zijn er twee uitbreidingssets, één met de Toy-Con-olifant en het Toy-Con-fototoestel, en één met het Toy-Con-windpedaal en de Toy-Con-vogel. De uitbreidingen kosten zo'n 20 euro.
Nintendo heeft voor Labo VR dus vijf bouwplaten samengesteld. Net als bij de vorige edities zitten er heldere en uitgebreide instructies bij over hoe de bouwpakketten in elkaar moeten worden gezet. Die instructies staan op de meegeleverde cartridge waarop ook de vele games staan die je na het bouwen met het pakket kunt spelen. Juist aan die games is te merken dat Nintendo heeft geleerd van de eerste Labo-edities. Waar sommige bouwplaten er in de eerste Labo-editie wat bekaaid vanaf kwamen, heeft elk onderdeel nu minstens vier bijbehorende games die ook allemaal redelijk goed zijn doordacht. Het zijn allemaal minigames waar je doorgaans niet langer dan tien minuten mee bezig bent, maar dat mag de pret niet drukken. Net als veel Nintendo-games is Labo VR uitstekend geschikt om te spelen in groepsverband. De gekke kartonnen constructies roepen steevast lichte verwondering op, en die maakt dat iedereen het even wil proberen. Enkele van de minigames spelen daar op in, bijvoorbeeld door een high score die kan worden overtroffen of een tijd die je kunt verbeteren. Je geeft de games daarbij ook makkelijk door aan een andere speler. Je hebt immers zowel de controller als het scherm in je handen. Er zijn geen snoeren en er is geen hoofdband. Een volgende speler hoeft het bouwpakket alleen maar over te pakken om verder te kunnen spelen.
Opvallend aan Labo VR is uiteraard de bril, die het hart van de set vormt. Die bril heeft een basis van plastic waarin twee lenzen zitten. Daaromheen bouw je een papieren houder waar je de Switch in kunt schuiven. Opvallend genoeg heeft die houder geen hoofdband. Bij alle bouwpakketten geldt dat je de bril tegen je voorhoofd moet blijven duwen. Daarbij heeft Nintendo overigens goed aan de brildragers onder ons gedacht. De headset past moeiteloos, ook bij mensen met een bril. Dat komt vooral doordat de set niet heel goed afsluit. Het ontbreken van een hoofdband draagt er uiteraard aan bij dat je de set makkelijk aan een volgende speler doorgeeft.
Beeldkwaliteit
Dat de Switch het hart vormt van Labo VR geeft meteen ook aan dat de kwaliteit van het vr-beeld te wensen overlaat. Dat kan bijna niet anders, gezien de resolutie van het scherm van de Switch. Als een scherm van 720p horizontaal wordt gesplitst, blijft er weinig resolutie over. Wie een HTC Vive of Oculus Rift gewend is, zal het verschil direct zien. Toch valt het in de praktijk uiteindelijk mee, omdat Nintendo de games grafisch vrij eenvoudig heeft gehouden. Verwacht hier dus geen indrukwekkende vergezichten of priegelige details. De omgeving waar je in terechtkomt is vaak vrij klein en de voorwerpen bestaan meestal uit simpele vormen. Soms is de spelwereld wel wat groter, zoals het eiland waar je met de Toy-Con-vogel overheen kunt vliegen, maar ter compensatie is het landschap dan heel simpel gehouden.
Is dat erg? Nee. In dat laatste voorbeeld gaat het om de beleving, en rondvliegen op de rug van een virtuele zwaan - waarbij je vooruit komt door de kartonnen vleugels van je zelfgebouwde Labo-kit op en neer te bewegen - voelt goed aan. Nintendo is vriendelijk voor zijn spelers. De gameplay is over het algemeen vrij traag, en dat geldt ook bij het rondvliegen op de rug van de zwaan. Je hoeft daardoor niet al te hard te met je kartonnen vleugels te bewegen. Dit gaat eigenlijk op bij alle games, je zult dus nooit op het scherpst van de snede hoeven strijden. Je kunt altijd vrij ontspannen spelen. Daarmee wordt voorkomen dat je krampachtig aan de kartonnen bouwsels gaat duwen en trekken. Wat ons betreft is dit een slimme zet van Nintendo.
Net als bij de voorgaande pakketten gaat het ook bij Labo VR om de combinatie van bouwen en spelen, waarbij het bouwen een minstens even groot onderdeel van de lol uitmaakt. De bouwplaten zitten weer zeer ingenieus in elkaar en het in elkaar zetten is leuk, niet in het minst door de heldere instructies. Wie kon - of nog steeds kan - genieten van het bouwen met Lego, zal evenveel voldoening halen uit de bouwplaten van Labo VR. Met als bonus dat je na het bouwen meteen een aantal games met je nieuwe kartonnen creatie kunt uitproberen. Overigens is ook bij de bouwplaten zelf merkbaar dat Nintendo geleerd heeft van de vorige delen van Labo. De constructies zijn nog steeds van karton en dus kwetsbaar, maar de makers hebben op slim gekozen plekken extra kartonnen verstevigingen ingebouwd. Dat is vooral goed merkbaar bij de knaller, het pronkstuk uit de collectie. Die krijgt het tijdens het spelen van de bijbehorende games flink te verduren, maar is opvallend robuust en kan wel wat actie doorstaan.
En er is nog een bonus. Switch-toppers Super Mario Odyssey en The Legend of Zelda: Breath of the Wild zijn speelbaar met de Labo VR-bril. Bij beide games valt opeens het gemis van een hoofdband op, maar heb je houvast aan de kartonnen constructies. Ze hebben handvatten waaraan je de constructie beet houdt. Bij Mario en Zelda plaats je de Switch in de bril, waarna je de twee Joy-Cons aan de zijkanten van de Switch koppelt. Je houdt de bril dan dus vast aan de twee Joy-Cons waarmee je het geheel tegen je hoofd houdt. Dit is geen comfortabele houding. Het maakt duidelijk dat vr op de Switch is gebaat bij extra hulpstukken, zoals uit de vijf bouwpakketten van Labo VR.
Conclusie
Labo VR is een prima bundel. Labo blijft apart speelgoed en niet alle bouwplaten of bijbehorende games zijn even geslaagd. Maar het geheel is zo uitgebreid - met name het aantal games dat voor de verschillende bouwplaten is gemaakt - dat het geheel zeer geslaagd is. Labo VR is een prima uitbreiding van het Labo-aanbod, en hij bevestigt waarom Labo ooit werd uitgeroepen tot speelgoed van het jaar. De prijs zal voor velen een struikelblok blijven, maar gelukkig is er de vr-starterset, met de knaller als voornaamste wapenfeit. Die vormt vanwege de bijbehorende games de leukste bouwplaat van het geheel, voor een veel schappelijker prijs. Een heel goed startpunt.