Dusk
Er is de laatste jaren een heuse opleving gaande van games die teruggrijpen naar lang vervlogen tijden. Veel onafhankelijke 'indie'-studio's maken games die zowel in gameplay als uiterlijk sterk doen denken aan titels uit de jaren '90. In veel gevallen hebben ze 8bit- of 16bit-graphics, of iets dat daarop lijkt. Dusk past in dat rijtje. De game lijkt sterk op oudjes als Quake, en zelfs nog meer op Quake-clones als Blood en Hexen.
 |
Titel |
Dusk |
 |
Platform |
Windows, macOS |
Prijs |
€ 16,99 |
Vernieuwend is Dusk dus zeker niet, maar dat is ook niet de bedoeling. De makers hopen dat je een flinke dosis old school fun uit de game haalt. Ze slagen goed in die opzet. Dusk biedt alles wat je van ouderwetse shooters als Quake en Unreal gewend bent, maar dan in een modern jasje. Een jasje dat echter ouderwets aanvoelt, want de game, zo ongeveer een eenmansproject van David Szymanski, ziet eruit alsof de eenentwintigste eeuw nog ver weg is. Alles is blokkerig, met textures die ogen alsof pixels op de bon zijn.
Het voornaamste kenmerk van Dusk is echter de gameplay. Dusk is een shooter die ouderwets snel is. Wie enkel hedendaagse shooters als Call of Duty gewend is, zal zich rot schrikken. Net als de shooters van vroeger speel je Dusk op reflexen. Het is een game waarin elke seconde telt, waarin ontwijken minstens zo belangrijk is als mikken, en waarin strafen een eerste levensbehoefte is, net als wapenkennis en munitiebeheer. Dat is ook het beste onderdeel van de game: de besturing. De game reageert heerlijk snel en geeft je het gevoel dat je volledige controle hebt over je onzichtbare personage. Uiteraard ga je regelmatig dood, maar als het zover is, weet je dat dit komt doordat je niet snel genoeg reageerde op de gevaren die de game op je afstuurt. Dat klinkt triviaal, maar als je Dusk speelt, weet je dat het anders ligt. Niet de besturing is hier de bottleneck, maar je eigen reflexen .
Om je overeind te houden, heeft de game een fijn - maar niet heel verrassend - arsenaal aan wapens. Je start de campagne met een paar sikkels, maar stapt al snel over op klassieke vuurwapens, waarvan je een deel dubbel kunt gebruiken, dus in elke hand één. Dat geldt voor het pistool en de shotgun. Verder heb je een rifle, assault rifle en sniper rifle. Erg ver zoomen kan dat laatste wapen niet, want dat zou niet passen in een game als deze. Interessanter wordt het met de granaatwerper en de kruisboog. Helemaal lekker is de Riveter, een wapen dat exploderende klinknagels afvuurt. Zoals gezegd is het allemaal niet heel verrassend, maar het werkt prima, vooral omdat de makers zuinig zijn met munitie. Alleen als je niet te vaak mist en de juiste wapens op het juiste moment inzet, heb je genoeg. Schiet je even wat minder zuiver en zet je te zware wapens in tegen te zwakke tegenstanders, dan kom je al snel tekort.
Dusk heeft een heuse campagne met veel variatie. De campagne bestaat uit drie hoofdstukken die flink van elkaar verschillen en die ieder uit een stuk of tien levels bestaan. De campagne vertoont enige gelijkenis met die uit de eerste Half-Life, vooral wat de locaties betreft. De opbouw van de levels lijkt wat meer op die in Quake of Unreal. Ze wisselen smalle gangen af met grotere open delen waarin je rond kunt springen en strafen. Daar krijg je ook de grotere groepen tegenstanders tegenover je. Het verhaal is niet zo heel erg boeiend, maar de indeling van de levels is prima, en dat is het belangrijkste. De levels zijn gemaakt op speelbaarheid, niet op het verhaal dat ze moeten vertellen. Het zijn bovendien levels waarin je wordt uitgedaagd.
Naast de vele vijanden zijn er volop secrets om te ontdekken, maar ook minder geheime zaken, zoals munitie en power-ups. Daar is goed over nagedacht. Als je ergens met een vrij gewaagde rocketjump een dak weet te bereiken, is de kans groot dat daar munitie is te vinden voor het wapen dat je hebt gebruikt. Verder bevat de game ouderwetse voorwerpen zoals gekleurde sleutels die nodig zijn voor bepaalde deuren, en exploderende olievaten die heel handig zijn om groepen vijanden naartoe te lokken. De game is ook slim in het geven van kleine aanwijzingen. Bijvoorbeeld over waar je naartoe moet, over wat je te wachten staat en over hoe je moet handelen. Het is prettig dat je op die wijze bij de hand wordt genomen terwijl je wordt uitgedaagd.
Zoals het hoort, heeft de game ook multiplayer, die kan worden gestart via een aparte executable. Multiplayer is wat minder spannend dan de campagne. Potjes blijven meestal steken in een beetje om elkaar heen springen, in levels met veel hoogteverschil. Spelen tegen computergestuurde tegenstanders blijkt in de praktijk leuker dan tegen menselijke tegenstanders. De game draait overigens soepel, zowel in multiplayer als in singleplayer. Tot slot geven we de makers complimenten voor de muziek. Componist Andrew Hulshult heeft een soundtrack gemaakt die geheel in de stijl van Quake en opvolgers is gebleven. Veel ouderwetse industrial metal dus, en die past uitstekend bij de sfeer in de game.
Conclusie
Dusk is een first person shooter die er wonderwel in slaagt om de sfeer na te bootsen van een aantal klassieke shooters uit de vorige eeuw. Het uiterlijk is retro, en de gameplay ook. Dat betekent niet automatisch dat zo'n game ook leuk is om te spelen. Er zijn voorbeelden genoeg van retroshooters die minder geslaagd zijn. Dusk is dat echter wel, doordat de game slim in elkaar zit. De gameplay is heerlijk snel en de levels zijn goed uitgewerkt. De afwisseling tussen smalle gangen en open gedeeltes, de verdeling van wapens en munitie, de vele geheimen, de muziek: alles klopt. Multiplayer is wat minder spannend dan de campagne, maar dat mag de pret niet drukken.
Eindoordeel
FM Touch 19 (Nintendo Switch)
Het belangrijkste voordeel van Football Manager: het is de beste, meest diepgaande voetbalmanagergame die je maar kunt spelen. Het belangrijkste nadeel: het kost behoorlijk wat tijd en slokt zodoende je sociale leven nogal op. Football Manager is dan ook geen game voor iedereen. Toch zullen velen zich in bovenstaande beschrijving herkennen, met name met het oog op oudere versies van de game, met ook nog de oudere Championship Manager-games daarbij. Veel van die 'veteranen' zullen de game tegenwoordig minder spelen, met name vanwege tijdgebrek. De pc-versie heeft dan wel een wat gestroomlijndere speloptie die minder tijd kost, maar ook die is nog best uitgebreid. Het is dan ook goed dat er een wat lichtere versie is uitgekomen. Football Manager 19 Touch is verre van ideaal, maar biedt wellicht precies de 'pick up and play'-variant van de managersim die veel gamers nodig hebben.
 |
Titel |
FM Touch 19 |
 |
Platform |
Windows, macOS, Linux, iOS, Android, Nintendo Switch |
Prijs |
€ 29,99 |
In grote lijnen is FM Touch 19 gelijk aan de pc-versie, maar dan een stuk minder groot. Toch is het niet moeilijk de overeenkomsten te spotten. Deze versie profiteert van enkele van dezelfde vernieuwingen die we op pc hebben gezien. Zo kun je op ongeveer dezelfde manier tactieken in elkaar sleutelen en lijken veel submenu's op elkaar. Dat is een goed teken, want het duidt erop dat Sports Interactive nog aardig wat diepgang in de Touch-versie heeft gekregen. Touch is behalve op de Nintendo Switch trouwens ook te spelen op iOS en Android, en het is bovendien aan de pc-versie toegevoegd. We testten voor dit stuk de Switch-versie.
Wie de volledige versie van Football Manager 19 en de Touch-versie met elkaar vergelijkt, zal diverse versimpelingen opvallen die we destijds, toen we de pc-versie speelden, ook al zagen. Denk daarbij aan net wat minder antwoordmogelijkheden in gesprekken met media en spelers, en ook aan een veel minder grote spelersdatabase. Wat blijkt, de versimpelingen doen een stuk minder 'pijn' op de Switch. Op pc/Mac voelt het namelijk altijd alsof je bewust een deel van diepgang links laat liggen als je de Touch-versie speelt. Die diepere versie is er voor Switch niet, dus dat gevoel ontbreekt ook. Zelfs in zijn uitgeklede vorm is het spel immers de beste managersim voor een handheld.
:strip_exif()/i/2002420640.jpeg?f=imagearticlefull)
Die 'bijschavingen' zijn uiteraard nodig, want FM19 zou nooit werken op de Nintendo Switch. Nintendo's handheld heeft het, als je voor de maximale drie landen en zes competities kiest, al behoorlijk zwaar met de data die doorlopend moeten worden verwerkt. Het is geen geheim dat de Switch het moet hebben van zijn draagbare karakter en andere unieke eigenschappen, niet van zijn rekenkracht. Die unieke kracht is bij FM Touch 19 ook zeker aanwezig. Niet eerder voelde een Football Manager-game op deze manier aan. De game even opstarten, een wedstrijdje spelen of een speler aantrekken om vervolgens weer wat anders te gaan doen: ondenkbaar bij de pc-versie, maar een veel voorkomende situatie bij FM Touch.
Muiscursor
Toch is er ook een keerzijde. FM Touch 19 is dus speelbaar op meerdere platformen, en dat is prima. Of het nu daardoor komt of niet: de interface voelt op Switch log en onhandig aan. Het lijkt erop dat Sports Interactive vooral de pc-versie heeft omgezet en alleen het broodnodige heeft gedaan op het gebied van de besturing in de menu's. Met het linkerpookje bestuur je bijvoorbeeld een muiscursor, wat de meest duidelijke indicator is dat je een game speelt die niet van grond af aan is ontworpen voor de Switch. Dat houdt de vraag open wat Football Manager op de Switch had kunnen zijn als dat wél het geval was geweest. Wellicht verwant aan dit punt is dat we meerdere crashes hebben ervaren, waarbij de Switch melding maakte van een onverwachte fout en de game afgesloten werd. Dat is natuurlijk funest voor het spelplezier.
We zijn per definitie enthousiast over het bestaan van een Football Manager-game voor de Switch. Het platform leent zich er goed voor, maar het is jammer dat Sports Interactive niet meer heeft gedaan om FM en het platform nog geschikter voor elkaar te maken. De interface voelt daardoor net niet helemaal lekker. Dan nog blijft er een leuke game over die de potentie heeft elke treinreis een stuk leuker en spannender te maken. De diepgang van de 'grote' versie is er niet, maar die mis je op een draagbaar platform ook veel minder. Voor een handheld platform biedt FM Touch 19 genoeg diepgang.
Eindoordeel
Ride 3
Wat Gran Turismo is voor autoracegames, is Ride voor motorracegames. Duidelijk genoeg? Mooi, dan gaan we verder. Goed, dat is natuurlijk een grapje. We willen namelijk best even vertellen waarom dat veel te kort door de bocht is. Hoe compleet of hoe goed Ride 3 ook is, het spel komt geen moment in de buurt van Gran Turismo, wat een van de hoogst aangeschreven franchises in de wereld van de auto-games is. Daar zijn verschillende redenen voor, maar het begint al bij een simpel verschil: de afzetmarkt. Er zijn nu eenmaal veel meer autorijders dan motorrijders in de wereld, wat de kans op succes voor een autoracegame direct groter maakt. Dat heeft Ride 3 alvast tegen.
 |
Titel |
Ride 3 |
 |
Platform |
Windows, Xbox One, PlayStation 4, Xbox 360, PlayStation 3 |
Prijs |
€ 59,99 |
Daar komt bij dat het significant moeilijker is om het rijgedrag van een motor op realistische wijze na te bootsen in een game. Veel meer dan in autorijden is spelen met gewicht en zwaartekracht een factor in het besturen van een motor. Sturen doe je door je lichaam te verplaatsen, en niet of nauwelijks door het stuur te bewegen. Dat correspondeert niet echt met een systeem waarbij je alleen een pookje hebt om te sturen. Daar komt bij dat je voor autogames allerlei stuurwieltjes hebt, terwijl een motorequivalent daarvan ontbreekt. Dat betekent dat het schier onmogelijk is voor een ontwikkelaar om echt realistisch motorrijgedrag in een game te stoppen. Die vaststelling bemoeilijkt de missie van de Italiaanse ontwikkelstudio Milestone van meet af aan.
Wat doe je met die wetenschap? Laat je hem links liggen - een game moet gewoon leuk zijn, geen excuses - of geef je Milestone wat meer krediet, gezien de moeilijkheidsgraad van wat de studio probeert? De waarheid ligt waarschijnlijk in het midden, want elke gamer zal er op zijn manier naar kijken. Hoe dan ook, gezegd mag worden dat Milestone een prima speelbare game heeft afgeleverd. Met realistisch motorrijden heeft het wellicht niet veel te maken, maar binnen de kortste keren scheer je, met je lichaam bijna tegen het asfalt, op hoge snelheid door de bochten. Ride 3 laat gamers ook verregaand instellen hoe lastig je de besturing wilt hebben en hoe goed de AI-coureurs om je heen moeten zijn, dus je kunt de spelervaring goed aanpassen bij je eigen niveau. Daarbij komt dat er in de carrièremodus ook sprake is van een langzaam oplopend niveau. Ride 3 wordt om die reden nooit te gemakkelijk, maar blijft tegelijkertijd goed speelbaar. Enige uitzondering op 'Ride 3 speelt lekker' is Supermoto, een wat technischer motorsportvariant. De motoren hier voelen niet lekker genoeg aan.
230 motoren
Gelukkig zijn de meeste stijlen dus wel op orde. Dat is mooi, want dat betekent meteen ook dat er flink wat valt te genieten. Ride 3 beschikt namelijk over liefst 230 motoren, die op dertig plaatsen in de wereld bestuurd kunnen worden. De meeste circuits kennen verschillende lay-outs, wat het totaal aantal beschikbare banen verder vergroot. Ride 3 heeft dus zowel aan de kant van de motoren als aan de kant van de banen een prima aanbod. Je vindt tussen die banen een aantal bekende en klassieke circuits, zoals Imola en de Nürburgring, maar ook een aantal fictieve banen.
:strip_exif()/i/2002420602.jpeg?f=imagearticlefull)
In die carrièremodus werk je je per categorie langzaam op naar snellere modellen. Dat is wel zo fijn, want zodra je die snellere modellen hebt, kom je erachter dat het ook steeds uitdagender wordt de motoren goed en wel op de weg te houden. Ride 3 beschikt echter wel over een optie die de speler op elk gewenst moment een stukje laat terugspoelen. Zo kun je die high-sider die je anders de overwinning zou kosten gewoon even corrigeren. Dat maakt van Ride 3 een nog wat beter speelbare game, want zittend op een motor zit een ongeluk in een nog kleiner hoekje dan bij auto's het geval is.
Grasmaaier
Ride 3 had nog wel wat verbetering kunnen gebruiken op het gebied van presentatie en geluid. Met de beelden is weinig mis. Dit is zeer waarschijnlijk de mooiste motorracegame die we tot nu toe hebben gespeeld. Of je nu over een circuit raast of het Isle of Man probeert te temmen, het oogt prima. Het geluid gaat niet mee in dat niveau. Waar je indrukwekkende, diep ronkende motoren verwacht, word je net iets te vaak geconfronteerd met het geluid van een opgevoerde grasmaaier. Ook in de presentatie liggen verbeterpunten. Milestone heeft niet al te veel moeite gedaan de game buiten de races om te voorzien van al te veel opsmuk. Denk daarbij aan wat we de laatste jaren in de F1-game zien: beelden van de paddock, podiumceremonies, et cetera. Niets van dit alles in Ride 3. Dat is zeker geen dealbreaker, maar het had de game wel van wat extra flair kunnen voorzien.
We zien zeker verbeterpunten, maar vinden dat Milestone met Ride 3 toch een prima game aflevert. Het is moeilijk een goed speelbare motorracegame te maken die ook nog iets van realisme weet uit te stralen. Ride 3 slaagt daar voor een groot deel in, en combineert dat met een fiks aantal motorfietsen en een prima aanbod aan circuits. Dat maakt dat Ride 3 voorziet in de behoefte die er is bij een groep gamers die een zwak heeft voor motorracen. Goede autoracegames zijn er immers genoeg. Groots is het niet, maar het voldoet ruimschoots, en gezien de moeilijkheid van het maken van een goede motorracegame is dat misschien wel alles dat we kunnen vragen van Milestone.
Eindoordeel
Leisure Suit Larry: Wet Dreams Don't Dry
Als je denkt aan oversekste, cartooneske personages, dan denk je waarschijnlijk al snel aan Glenn Quagmire uit Family Guy. Die tv-serie heeft het typetje echter zeker niet uitgevonden. Sterker nog, je zou kunnen zeggen dat Quagmire de geestelijke zoon is van een zeer vergelijkbaar type dat in de jaren tachtig populair werd, Larry Laffer. De maagdelijke nerd maakte zijn debuut in Leisure Suit Larry in The Land of the Lounge Lizards en schreef daarna nog een hele reeks aan games op zijn naam. Een kleine, Duitse ontwikkelstudio genaamd CrazyBunch maakte onlangs een nieuwe game voor die goeie ouwe Larry, die dit keer ineens in onze tijd terechtkomt.
 |
Titel |
Leisure Suit Larry: Wet Dreams Don't Dry |
 |
Platform |
Windows, macOS |
Prijs |
€ 29,99 |
Aanvankelijk lijkt er nog niets aan de hand. Larry wordt wakker in een vreemde ruimte en denkt aanvankelijk nog in 1987 te zijn. Al snel blijkt dat echter niet het geval, want om op dat moment nog onduidelijke redenen is hij in 2018 beland. Kort hierop komt Larry in het bezit van een PiPhone, wat voor hem uiteraard een nogal buitenaards object is. Het blijkt te gaan om een speciaal prototype dat Larry besluit terug te brengen naar het hoofdkantoor van de maker van de PiPhone, Plume. Om daar te komen, moet hij een Ünter bestellen, wat in de verdere game ook steeds je voornaamste middel van transport is. Je begrijpt al dat dergelijke knipogen naar allerlei populaire merken en bedrijven niet van de lucht zijn.
Datzelfde geldt uiteraard voor een ander element. Larry blijft namelijk dezelfde op seks beluste, maar vrij kansloze charmeur die je nog kent uit de oude games. In het kantoor van Plume ontmoet Larry Faith, die vanaf dat moment zijn belangrijkste doelwit vormt. Er is echter een probleem. Faith date alleen mannen via de app Timber, en dan ook nog eens alleen mannen met een 'profielscore' van meer dan negentig punten. Op dat moment verandert het hoofddoel in de game en zet Larry alles op alles om Faith te kunnen 'scoren'. Zijn weg naar de gewenste profielscore leidt hem langs diverse andere situaties, en natuurlijk ook diverse andere vrouwen. Zij hebben steeds een serie eisen voor Larry, waar onze oversekste goedzak ze uiteraard graag bij helpt. Het levert hem dan meestal een hoge Timberscore én een 'showtje' op. Dat 'hoogtepunt' wordt overigens gedeeld in een korte serie 'Instacrap-foto's', waar geen naakt op is te zien. Leisure Suit Larry: Wet Dreams Don't Dry is dan wel een seksueel getinte game, de game bevat geen blote borsten of andere geslachtsdelen. Uiteindelijk draait Larry om humor, niet om seks.
Humor
Die humor is zeker een sterk onderdeel van de game. Hoewel dit de eerste Larry-game is waar bedenker Al Lowe niet aan heeft meegewerkt, leeft zijn aandeel voort in de stijl van de vaak seksueel getinte grappen. Hoewel de grappen in die categorie vaak behoorlijk flauw zijn, zorgen ze toch met enige regelmaat voor een grijns op je gezicht. Op andere moment is de humor zelfs écht goed, met name als verschijnselen uit de huidige maatschappij op de hak worden genomen door de simpele Larry, die het allemaal maar onnodig lastig vindt.
Puzzels
De puzzels in het spel zijn bij vlagen onnodig lastig. Leisure Suit Larry: Wet Dreams Don't Dry speel je door met je muis op voorwerpen en elementen in de spelwereld te klikken, dus van al te veel gameplay is geen sprake. De uitdaging in de gameplay zit hem vooral in het vinden van de verschillende items, die soms aardig verstopt liggen. Het is gemakkelijk om iets over het hoofd te zien, waardoor je soms belangrijke items even niet kunt vinden. Dat was dan ook de voornaamste reden waarom we af en toe even vast kwamen te zitten, wat soms veel tijd kan kosten. De puzzels komen verder vooral neer op het uitproberen van bepaalde items op bepaalde plekken, in de hoop dat iets werkt en het verhaal weer verder gaat.
Vanuit het niets een nieuwe game bouwen rond een geliefd personage is niet zonder risico, maar CrazyBunch kan tevreden zijn over het resultaat. Leisure Suit Larry: Wet Dreams Don't Dry weet goed de sfeer en de humor van de oude Larry-games naar de tegenwoordige tijd te brengen. Voor iedereen die bekend is met de games is dit een feest van herkenning, tot aan de quizvragen die moeten bepalen of je oud genoeg bent om de game te mogen spelen. Tegelijkertijd had er zeker aan de gameplaykant wel wat vernieuwing mogen worden aangebracht. Een 'point-and-click' is anno 2018 immers minder relevant dan eind jaren tachtig. Ook de speelduur is een kritiekpuntje, want dertig euro voor een game waar je in een uur of zes wel doorheen kunt zijn, is stevig aan de prijs. Larry zal altijd een speciaal plekje in ons hart houden en dus is het fijn om te zien dat er altijd wel mensen zijn die hem van tijd tot tijd voorzien van een nieuw sleazy jasje. Een hoogvlieger is Leisure Suit Larry: Wet Dreams Don't Dry echter niet.
Eindoordeel
Atom RPG
Fallout 76 was nu niet bepaald wat fans van de serie hadden verwacht. Uitgever Bethesda kreeg zware kritiek te verduren, vooral op de nieuwe aspecten van de game. Gelukkig is er een alternatief dat bepaalde zaken bij het oude laat. Dat alternatief komt uit onverwachte hoek, namelijk van een klein clubje fans uit het voormalig Oostblok dat in 2017 via Kickstarter voldoende geld wist op te halen om hun eigen variant op Fallout te maken.
 |
Titel |
Atom RPG |
 |
Platform |
Windows, macOS |
Prijs |
€ 14,99 |
Kickstarter wordt de laatste jaren iets minder vaak gebruikt om de ontwikkeling van games te financieren, maar gelukkig bestaat de site nog steeds en komen er nog altijd games op de markt die zonder Kickstarter wellicht niet mogelijk waren. Zoals Atom RPG, een game van ontwikkelaar AtomTeam. Dat is een clubje Oost-Europese ontwikkelaars met een hoofdvestiging in Riga, maar de tien werknemers delen geen kantoor. Ze zitten verspreid over de omringende landen en delen voornamelijk hun liefde voor de oude Fallout-games. Denk daarbij dus aan Fallout 1 en 2.
Dat wil zeggen dat je met Atom RPG een ouderwetse, isometrische rpg in huis haalt. Een rpg die speelt in een post-apocalyptisch wasteland, in een wereld die zich herstelt van een atoomoorlog. Het is alleen net een andere oorlog en net een andere setting dan je van Fallout gewend bent. Hier is het niet fout gegaan in de jaren '50, maar in 1986, en het waren hier zowel de Sovjet-Unie als het Westen die elkaar met atoombommen bestookten. De game speelt zich af in het wasteland dat achter het IJzeren Gordijn is ontstaan, al is van dat Gordijn weinig meer over. Het is 19 jaar na de ramp en oude machtstructuren bestaan niet meer. Kleine lokale machthebbers regeren, en kleine clubjes mensen proberen te overleven met de schaarse middelen die nog beschikbaar zijn in de besmette wereld. Atom RPG is dus 'Fallout 1 in een Oost-Europese setting'. Dat is ook precies wat de makers voor ogen hadden, daar doen ze niet moeilijk over.
De game begint uiteraard met het aanmaken van een personage. Je kunt uit verschillende dames en heren kiezen, allemaal voorzien van Russische voornamen, al kun je daar een eigen alternatief voor invoeren. De koppen van de verschillende mannen en vrouwen worden gepresenteerd in een getekende stijl, en aan het uiterlijk is verder niets te veranderen. Wel aan de eigenschappen. Je character is niet SPECIAL zoals in Fallout, maar SEDIAPL, wat staat voor Strength, Endurance, Dexterity, Intellect, Attention, Personality en Luck. Het zijn de Characteristics waar je wat punten over kunt verdelen. Verder heb je een hele serie Skills zoals Gambling, Barter, Stealth, First Aid, Pickpocketing en je handigheid met verschillende soorten wapens. Ook daar kun je punten aan toewijzen voor je aan de game begint. Uiteraard scoor je meer punten als je in level weet te stijgen, zowel voor je Characteristics als je Skills.
Als je de spelwereld binnen stapt, valt direct het isometrische beeld op. Je beziet de wereld schuin van boven, van enige afstand. Dan valt ook op dat de spelwereld een groot, aaneengesloten geheel is dat is opgedeeld in tientallen kleine segmenten. De stukjes waar je in rond kunt lopen, zijn vaak niet groter dan zo'n 100 bij 100 meter. Elk stuk spelwereld heeft een of twee uitgangen die aangeven waar je naar een nieuw stuk van de spelwereld kunt. In veel gevallen kom je dan op een grotere kaart. Daar zie je de verschillende nederzettingen en bases, maar ook de loop van rivieren en treinrails. Hier kun je grotere afstanden afleggen, al is dat niet zonder gevaar. Op de kaart ziet de uitgezoomde spelwereld er leeg uit, maar dat is hij niet. Als je denkt rustig een stukje te kunnen lopen, kun je zomaar wat lieden of beesten tegen het lijf lopen. Een groepje handelaren, een eenzame jager, een troep wolven of een groep bandieten, er struint van alles rond. Die handelaren en jagers kun je ontwijken als je geen zin of behoefte hebt aan het praatje. Bij de bandieten is dat anders.
Als je met overvallers te maken krijgt, komen je Skills om de hoek kijken. Als je veel in Speechcraft geïnvesteerd hebt, kun je met wat bluf misschien een gevecht voorkomen, maar zeker vroeg in de game is dat onwaarschijnlijk. Wordt het vechten, dan merk je dat knokken ouderwets turn based is. Je hebt per beurt een aantal actiepunten die je kunt besteden. Met die punten kun je lopen over de vierkante tegels die opdoemen als het gevecht is begonnen, maar je kunt de punten ook besteden aan gevechtshandelingen. Wat je precies kunt doen, verschilt per handeling. Een schot met een vuurwapen kost meer actiepunten dan een stomp met je vuisten. Bovendien is er de kans dat je aanval zijn doel mist. Of dat gebeurt hangt sterk af van de punten die je hebt geïnvesteerd in de Skill die hoort bij het type wapen dat je hanteert. Je kunt punten toekennen aan Martial Arts, Melee Weapons, Pistols and SMG, Rifles & Shotguns, Automatic Firearms en Throwing Weapons.
Maar er is meer gevaar dan alleen de bandieten. Het wasteland zelf is ook behoorlijk gevaarlijk. Er is de radioactieve straling en zo hier en daar stuit je op wat gif. Eten, water, maar ook de dieren die je onderweg tegen zult komen, kunnen met beide besmet zijn, en dat overdragen. Je zult dus voor eten en drinken moeten zorgen, maar tegelijk moeten zorgen dat je niet te veel last hebt van straling en vergiftiging. Voedsel eerst bereiden tot een warme maaltijd helpt daarbij, en er zijn allerlei oude medicijnen die je van de lastigste kwalen af kunnen helpen. Hier komt bovendien de Oost-Europese achtergrond van de makers om de hoek kijken, want mocht je in de game een goede fles vooroorlogse Wodka op de kop kunnen tikken, dan verlost die je ook van allerlei kwalen.
Ondertussen is Atom RPG ook een game vol verhalen. De loslopende personen hebben niet zo veel te bieden, maar in de kleine nederzettingen vallen doorgaans wel wat quests te scoren. Dat kan variëren van een oude man helpen met z'n oogst en het ophalen van een boek van Tolkien in de grote stad, tot het uitzoeken wie de verrader is in het dorp en die vervolgens omleggen. Het zijn voorbeelden uit het begin van de campagne, maar het geeft een beeld van wat je te wachten staat in het vervolg. Ondertussen speelt er op de achtergrond een veel groter verhaal dat nog veel bedreigender is voor de toekomst van de mensheid dan alle atoombommen die al zijn gevallen. Aan ambitie is er wat dat betreft geen gebrek.
De basis van de game is daarmee zeer vertrouwd. Het geheel van eten, drinken, jezelf genezen, vechten met Action Points en het opwaarderen van de vele Skills, is precies zoals je dat van vroeger gewend bent. Niet alles is echter zo goed of vertrouwd. Zo zijn de dialogen wat merkwaardig. Je hebt steeds een aantal antwoorden waar je uit kunt kiezen, vaak beïnvloed door je vaardigheid in Skills, zoals Speechcraft. Er zit helaas wat weinig variatie in de dialogen, zodat je erg vaak dezelfde zinnen voorgeschoteld krijgt. Bovendien zijn de teksten zelf niet altijd even geslaagd. Voor een duistere post-apocalyptische game zijn de opmerkingen vaak in opvallend vrolijk Engels opgesteld.
Bovendien gaat je ontwikkeling vrij snel, wat de spanning er een beetje afhaalt. Je hebt al snel vrij veel geld en ook vrij veel wapens, zodat overleven niet heel moeilijk meer is. Dat is jammer, want dat maakt de game af en toe wat saai. Zeker bij de confrontaties met de beesten die je hier en daar tegenkomt. Tegelijk heeft de game nog steeds een hoop goede kanten. Zo is het geluiden goed, vooral bij de wapens, en is er een prima systeem van quicksaves.
Conclusie
Atom RPG is erg vertrouwd voor wie ooit de eerste twee Fallouts heeft gespeeld, en dat is ook precies de doelgroep die de makers voor ogen hebben. Voor die doelgroep is Atom RPG een prima game, hoewel hij niet helemaal in balans is. Je ontwikkeling gaat eigenlijk net iets sneller dan nodig is om de gevaren van de game het hoofd te bieden. Bovendien zijn de vele gevechten aan de saaie kant, wat ook geldt voor de dialogen. Tegelijk is er een flink uitgebreid overkoepelend verhaal waarin je al snel met conflicterende belangen wordt geconfronteerd. Dat maakt dat er steeds voldoende reden is om door te spelen. Voor Fallout-fans is Atom RPG dus zeker het proberen waard. Wie de eerste twee Fallouts nooit gespeeld heeft, krijgt een game voorgeschoteld die naar hedendaagse maatstaven wat aan de trage kant is. Al heeft een kennismaking met turn based vechten en dialogen waarin je van alles te kiezen hebt natuurlijk ook zijn charmes.
Eindoordeel