Te bekend recept?
Just Cause 4
Just Cause 4 biedt te weinig vernieuwing ten opzichte van het derde deel en scoort op diverse vlakken ook minder goed dan dat drie jaar oudere spel. Audiovisueel is deel vier uiteraard een upgrade, en hoofdpersonage Rico Rodriguez beschikt over wat nieuwe trucjes die leuk zijn bij het veroorzaken van chaos, maar daar houdt het wel mee op. De game ontbeert met name een al te aanwezige verhaallijn, wat afhaken verleidelijk maakt als de gameplay vervalt in een repetitief patroon. Daar komt nog bij dat de game op het gebied van besturing en op het gebied van de AI punten laat liggen. Dat maakt Just Cause 4 voor ons een game die we tijdens onze kerstvakantie niet snel weer zullen opstarten, en voor veel anderen een game die waarschijnlijk pas als budgettitel interessant wordt.
Eindoordeel
Er zijn weinig games waarin we ons zo goed hebben vermaakt als in Just Cause 3. Nee, wacht, dat moeten we anders zeggen. Er zijn weinig games waarin we ons zo goed hebben vermaakt met de 'doelloze' actie die wel voorhanden was maar niet per se hoefde te worden uitgevoerd. Maakt dat het duidelijker? Laten we het anders gewoon het 'GTA-aspect' noemen. Elke GTA-speler kent het gevoel dat hoort bij het aanklooien in de spelwereld zonder dat je je druk maakt over missies. Denk daarbij bijvoorbeeld maar aan activiteiten zoals het van een wolkenkrabber springen met een motor. Sommige games zijn enorm goed in het bieden van dat soort 'random vermaak', en Just Cause 3 was ook zo'n game. Tot in den treure brachten we basissen tot ontploffing en gebruikten we losgetrokken standbeelden als sloopkogels. Als Michael Bay een game zou maken, zou dat ongeveer zoiets als Just Cause 3 opleveren.
Just Cause 3 verscheen drie jaar geleden en inmiddels is het tijd voor een opvolger. Dat die opvolger er al zo relatief snel is, verbaast ons enigszins, want de Zweedse ontwikkelstudio Avalanche heeft met Rage 2 nog een ander bepaald niet misselijk project in huis. Sterker, afgelopen zomer maakte de studio zelfs bekend aan zes projecten tegelijk te werken. Bepaald niet flauw, zelfs niet voor een studio waar in totaal ongeveer 320 mensen werken, verdeeld over drie locaties in Stockholm en Malmö. De vraag is of Avalanche dat allemaal tot een goed einde kan brengen. Kijkend naar Just Cause 4 durven we daar allerminst garantie op te geven.
Natuurlijk, als een game wat tegenvalt - oeps, spoiler alert! - hoeft dat uiteraard niet per se te betekenen dat de studio te veel hooi op zijn vork heeft genomen. Een formule kan ook gewoon een keer uitgewerkt zijn, en ook dat is een verklaring die niet onlogisch is bij Just Cause 4. Het probleem met Rico Rodriguez en zijn spel is dat steeds dezelfde pilaren voor succes moeten zorgen. Er zijn wel wat nieuwe trucjes en mogelijkheden toegevoegd, maar het fundament onder de game blijft ongewijzigd. Dat vergroot het risico op een 'been there, done that'-ervaring, en dat is uiteraard niet wenselijk.
Nu is niet iedere overeenkomst tussen verschillende delen in een serie even erg. Er zijn genoeg games die keer op keer dezelfde ingrediënten combineren om opnieuw een soortgelijk resultaat te bieden. Denk aan de combinatie 'exotische locatie plus gestoorde gek als antagonist', sinds jaar en dag een vast onderdeel van de Far Cry-serie. Avalanche heeft precies zo'n basis, al is de gestoorde gek in Just Cause meestal een nietsontziende dictator van een bananenrepubliek, en dat is ook nu weer het geval. Dat is op zichzelf niet per se erg, maar in dit geval is er ook sprake van een gemiste kans. Rico - het vaste hoofdpersonage - komt in Solís terecht, een fictief land in Zuid-Amerika. Het is tevens de thuisbasis van de Black Hand, de organisatie waar Rico in voorgaande games steeds tegen vocht. Al snel wordt duidelijk dat Rico's vader een aandeel heeft gehad in het ontstaan van Black Hand. Dat intrigeert, maar met die informatie wordt verder weinig gedaan. Hier had een verhaal vol persoonlijke ingrediënten de show kunnen stelen, maar het blijft bij een slap verhaal dat gericht is op Solis, de dictator en de onderdrukte burgers, zoals altijd in Just Cause. Geen ramp, maar wel jammer.
Repetitief landjepik
Just Cause 4 speelt zich dus opnieuw af op een exotische locatie. Dit keer is dat Solís. Het landje is in zijn totaliteit ongeveer net zo groot als het speelveld dat spelers in Just Cause 3 voorgeschoteld kregen, maar heeft meer landoppervlak. Er is nog steeds veel water en er zijn wat eilanden, maar duidelijk is dat deze game zich meer op en boven land afspeelt. Dat land is opgedeeld in verschillende regio's die Rico stap voor stap moet zien te bevrijden. Daar hoort een overkoepelend systeem bij waarbij Rico door chaos te creëren in de spelwereld extra 'teams' vrij speelt die het leger van de rebellen komen versterken. Die teams kun je vervolgens inzetten in een bepaalde regio, om die te bevrijden. Op dat moment verplaatst de frontlijn zich en moet je nieuwe teams vrij spelen om weer andere regio's over te nemen.
Teams verdienen
Deze opzet brengt wat repetitie met zich mee. Het leeuwendeel van de game komt neer op het verdienen van die teams. Het aantal teams dat je nodig hebt om een nieuwe regio aan te vallen, is afhankelijk van hoe veel gebieden je in de buurt al hebt veroverd. Het is dus slim om in rondjes te werken, zodat je steeds maar een, twee, en soms zelfs géén teams nodig hebt om je gebied uit te breiden. Je bereikt je doel dus door chaos te creëren, wat zowel tijdens missies kan als gewoon tijdens het freeroamen. Een simpele stelregel is dat alles dat rood is in de spelwereld, kapot kan en moet. Houd dat mantra aan, en je komt vanzelf langzaam verder in Just Cause 4.

Dat 'langzaam' begon voor ons na verloop van tijd wel een probleem te worden. Veel activiteiten in de gameplay zijn leuk, daar komen we zo nog op. Maar zeker als je niet de meest optimale routes kiest om je voortgang te bevorderen, kan Just Cause 4 een behoorlijk trage game zijn. Dat zorgt ervoor dat het aanrichten van chaos te snel als 'grinden' aanvoelt en gaat vervelen. Dat komt mede doordat de 'vernietigbare' onderdelen in de spelwereld van Just Cause 4 wat verder uit elkaar lijken te liggen dan in Just Cause 3. Op de een of andere manier voelde die spelwereld compacter, wat ook betekende dat Rico niet veel tijd kwijt was om van de ene naar de andere op te blazen basis te komen. Just Cause 4 voelt minder compact aan, en ook dat vertraagt de game.
Reizen met kabels
Rico heeft dus steeds wat afstanden af te leggen, en dat kan op verschillende manieren. De actieheld beschikt nog steeds over kabels die hij af kan schieten en kan bevestigen aan allerlei objecten, waarna hij zichzelf met grote snelheid voort kan laten trekken. Terwijl je door de kabels wordt voorgetrokken, kun je bijvoorbeeld je parachute of wingsuit openen, waardoor je direct een aardig stukje kunt vliegen. Terwijl je vliegt of zweeft kun je jezelf met diezelfde kabels steeds weer in gang trekken. Dit is de manier waarop we vaak van A naar B gingen, al lieten we voor langere afstanden meestal een helikopter droppen door bevriende rebellen. Dat was net wat comfortabeler en effectiever.
Rondklooien met nieuwe trucjes
Wat je allemaal kunt laten brengen, verandert naarmate je verder komt. Door missies te volbrengen en regio's te bevrijden, open je steeds meer mogelijkheden. Zo kun je na verloop van tijd allerlei sportwagens laten brengen, maar ook helikopters, oorlogsboten, en ga zo maar door. Nadat je iets hebt vrijgespeeld, kun je de loadout van een van je handlangers aanpassen. Hij of zij komt die loadout dan brengen zodra je zijn of haar hulp inroept. Dat is hartstikke handig, en het zorgt ervoor dat het niet moeilijk is om snel over de juiste spullen voor optimale chaos en destructie te beschikken .
De tethers en hun functies
Je belangrijkste wapens daarin zijn en blijven de eerder genoemde kabels. In Just Cause 3 brachten we al uren door met het aan elkaar verbinden van allerlei objecten om ze naar elkaar toe te trekken. Met genoeg trekkracht trok je zo hele basissen uit elkaar, met alle explosieve gevolgen van dien. Dingen aan elkaar vastmaken blijft leuk, ook in Just Cause 4. Het is goed om te zien dat Avalanche er het een en ander aan heeft toegevoegd. De tethers hebben diverse nieuwe functies die zorgen voor nog meer mogelijkheden om de wereld om je heen op allerlei manieren te beïnvloeden. Ook handig is dat je met de d-pad snel kunt wisselen tussen de gewenste functies van je tethers. Je kunt zelfs bepalen of een functie automatisch geactiveerd wordt, of pas wanneer je op een knop drukt.
De meest 'basic' van de beschikbare functies is de al bekende mogelijkheid om dingen naar elkaar toe trekken. Je kunt op die manier deuren openen en schakelaars omhalen, maar ook tanks en andere voertuigen op hun plek houden of aan de gevel van een gebouw vastmaken. Dat is mede te danken aan een extra sterke 'trekfunctie'. Nieuw, en daarmee automatisch interessant, zijn twee andere functies. Rico kan ook een of meer ballonnen uit bevestigde kabels laten komen, waarna het item waar de kabels aan zijn bevestigd omhoog kan worden getrokken door de ballon of ballonnen. De tethers kunnen ook ingezet worden als aandrijfkrachten. In dat geval veranderen de bevestigingspunten van de kabels in straalaandrijvers, waardoor datgene waarop je ze hebt vastgemaakt wordt voortgestuwd. Hoe meer kabels je hebt bevestigd, hoe sterker de stuwende kracht, dus hier valt best leuk mee te spelen. Meermaals hebben we nietsvermoedende bootjes of auto's met een noodgang laten wegvaren of -rijden, met alle hilariteit van dien.

Het 'rondklooien' is wat Just Cause 3 leuk maakte, en het is ook het beste element van Just Cause 4. Het blijft leuk om vijanden aan elkaar vast te maken en ze vervolgens weg te laten slepen door een auto die voortgestuwd wordt door jouw aandrijvers. Zulke grappen maken Just Cause 4 typisch zo'n game die je op social media vaak terug gaat zien, als gamers weer hilarische of semi-onmogelijke stunts hebben bedacht. Het betekent echter niet dat de game zelf leuk is en leuk blijft. Sterker nog, na een paar uur ging de lol er al een beetje af. Het gebrek aan betekenisvolle vooruitgang en de afwezigheid van een plot dat wat meer redenen geeft om door te willen spelen, braken het spel op dat moment op.
Er is een laatste element dat Just Cause 4 nog zou kunnen redden, en dat is de audiovisuele kant van de game. We speelden de Xbox One-versie en die ziet er naar behoren uit. De Xbox One X biedt een iets hogere resolutie dan de PlayStation 4 Pro en hij doet het ook op het gebied van framerate naar behoren. We maakten her en der een kleine stottering mee, maar over het algemeen ging het daarbij niet om al te heftige dingen. Daar staat tegenover dat de game er goed uit ziet, met een speciale vermelding voor de explosies. Vooral het opblazen van een groot benzinedepot, waarbij de explosie tientallen meters de lucht in klimt, is zeer de moeite waard. Toch is er een 'maar' aan dit verhaal. Ondanks dat de modellen van de personages en de effecten prima zijn, voelt Just Cause 4 toch nooit aan als een game die je aan anderen zou omschrijven als 'echt mooi'. De voornaamste reden? Hoewel Just Cause 4 het prima doet, is het een openwereldgame in het 'post Red Dead Redemption 2-tijdperk', en zo mooi als die game is Just Cause simpelweg niet. Dat is een oneerlijke vergelijking, want in 'RDR 2' is veel meer tijd en geld gestoken, maar het is nu eenmaal waar de grafische lat voor openwereldgames nu ligt.
Technische mankementen
Een ander onderdeel van de techniek heeft betrekking op hoe goed de game zelf werkt. Ook daarin blijkt Just Cause 4 geen hoogvlieger. Het is maar goed dat je, als je dood gaat, nooit een al te groot stuk opnieuw hoeft te spelen, want dood gingen we nogal eens. Zonder een al te goed werkend dekkingssysteem blijkt Rico best vaak een prooi voor vijandelijke soldaten, want gemakkelijk is Just Cause 4 niet. Het helpt ook niet dat de besturing van met name auto's niet lekker aanvoelt. In missies waarin we in een auto - of ander rijdend voertuig naar keuze - moesten zien te ontkomen, gingen we af en toe de mist in omdat het sturen gewoon niet werkt zoals je mag verwachten van een best grote game. Dan zijn er ook nog wat fouten te vinden, zoals personages die problemen hebben hun weg te vinden in de spelwereld. We moesten af en toe een checkpoint herladen omdat een personage dat we moesten begeleiden steeds weer tegen een muur of bergwand aan bleef rennen.
Conclusie
Just Cause 4 is een tegenvaller, zeker aangezien we ons drie jaar terug zo goed vermaakten met het derde deel. Er zijn simpelweg te veel elementen die hernieuwd succes in de weg staan. Om te beginnen is de formule amper aangepast, waardoor deel vier in de serie geen moment fris aanvoelt. Daarbij komt dat er te weinig verhaal is om de gang erin te houden als de gameplay wat al te repetitief wordt, en dat gebeurt al best snel. Dan nog is het leuk om een beetje rond te klooien en te spelen met de verschillende functies die Rico aan zijn kabels kan geven, maar het is lang niet leuk genoeg om van Just Cause 4 een aanrader te maken. Dat de game er aardig uitziet is meegenomen, maar ook het visuele niveau is niet hoog genoeg om te stellen dat de audiovisuele prestaties de game kunnen dragen. Rico en Avalanche gaan dus een beetje op hun bek met dit vierde deel. Dat is jammer, maar misschien ook wel een goede wake-up-call voor de studio om het in een eventueel vijfde deel eens over een wat andere boeg te gooien.
Eindoordeel