Een systeemcamera is doorgaans kleiner dan een dslr omdat door het weglaten van de spiegel de flange - de afstand tussen de sensor en de lens - veel kleiner kan worden. Toch is de vervolgstap een ontwerpkeuze; moet de camera zo klein mogelijk worden of niet? De omvang gelijk houden kan overigens ook; Pentax bracht ooit de K-01 op de markt; een spiegelloze camera met dezelfde K-mount en identieke flange-afstand, maar die werd geen succes.
Body
Bij het ontwerpen van een nieuwe systeemcamera zijn er dus in principe twee ontwerpkeuzes: de body zo klein en plat mogelijk houden of juist meer een dslr-achtige stijl met stevige grip. Een fabrikant als Panasonic heeft beide ontwerpen in haar portfolio, terwijl Sony juist haar best doet om diens camera's zo compact mogelijk te houden. Nikon kiest bewust voor een dslr-ontwerp. De body's zijn weliswaar een stukje kleiner en lichter, maar de nadruk ligt op een stevige grip en prettige bediening. Nikon lijkt daarin te zijn geslaagd, want de camera ligt goed in de hand en houdt prettig vast. Er is bovendien meer dan voldoende ruimte om de grote dslr-accu's in de camera kwijt te kunnen. Al met al is de camera wel een stukje breder en dieper dan de Sony A7- en A9-serie. Of dat positief of negatief is, is persoonlijk. Als je grote handen hebt, houden die de Nikon prettig vast. Je hebt bijvoorbeeld geen last van een pink die onder de camera bungelt. Maar wie juist zo compact mogelijk op pad wilt gaan, kan daarvoor bij Sony terecht. Er zijn verschillende iteraties van de A7-serie en de body en grip zijn telkens een beetje gegroeid. De laatste telgen, de A7 III, A7R III en A9, maken allemaal gebruik van een grotere accu dan de eerste twee generaties.
Knoppenspel
De knoppen, inclusief de joystick, zitten grotendeels op de vertrouwde plaatsen. Die aan de linkerzijde van het scherm zijn wel verdwenen vanwege ruimtegebrek. Het menu is identiek aan dat van de dslr's en voelt dus vertrouwd. Een bewuste keuze, want Nikon houdt er rekening mee dat de dslr's en Z-serie door elkaar gebruikt zullen worden - het is dan wel zo fijn als de knoppen en het menu vergelijkbaar zijn. Ook niet anders dan anders is de aanwezigheid van een monochroom oledscherm aan de bovenkant van het scherm, net als bij dslr's. Zo'n schermpje voelt vertrouwd voor bestaande dslr-gebruikers. In systeemcameraland is zo'n schermpje redelijk ongebruikelijk - de Panasonic G9 is een van de weinige die het heeft. Echt nodig is het niet, want de informatie zie je ook in de zoeker of op het lcd-scherm als dat omhoog gekanteld is. Maar wie er veel mee werkt, zal deze keuze van Nikon kunnen waarderen. Verder zitten er nog twee programmeerbare knoppen, direct naast de lens aan de andere kant van de ontgrendelknop.
/i/2002171975.jpeg?f=imagenormal)
Lcd-scherm en stabilisatie
Het 3,2" lcd-scherm is bovendien aanraakgevoelig waardoor je dus ook met je vingers door de menu's kunt bladeren of een focuspunt kunt kiezen. Vooral tijdens het filmen kan dat van pas komen. Het is een functie die Sony pas recentelijk in haar fullframe systeemcamera's heeft toegevoegd.
Dankzij de relatief late entree in de systeemcameramarkt - de 1-serie uitgezonderd - heeft Nikon meteen een paar stappen over kunnen slaan. Ook in-body-beeldstabilisatie, oftewel ibis, is aanwezig. Dat gaat uit van een gestabiliseerde sensor in plaats van een element in de lens. Dat betekent dat alle lenzen - ook 60 jaar oude primes - hiermee gestabiliseerd zijn. De 24-70mm Z-lens heeft dan ook zelf geen stabilisatie en het is waarschijnlijk dat dit ook niet volgt. Nikon vertrouwt namelijk volledig op de 5 stops-stabilisatie van de sensor. Vooral voor het filmen moet ibis goed van pas komen. Bij F-mount-lenzen en de adapter kiest de camera overigens voor de x- en y-as voor de stabilisatie in de lens, maar vult dat voor de roll, pitch en yaw aan met ibis.
XQD en CF Express
Als je een berg sd-kaartjes hebt liggen en helemaal zou willen overstappen, moet je die allemaal op V&A zetten. De nieuwe Z-camera's kunnen namelijk alleen overweg met XQD-geheugen en in de nabije toekomst ook CF Express (de opvolger van CFast en indirect ook CompactFlash). Er is geen dual slot, dus ook geen optie voor sd-kaartjes. Dat is voor sommige mensen onpraktisch. Het XQD- en CFast-geheugen kent veel hogere lees- en schrijfsnelheden en ook zijn de kaartjes veel steviger, net zoals het oude CompactFlash maar dan compacter. Nikon gebruikt al enkele jaren XQD-geheugen in haar professionele dslr's, maar ondersteunde daarnaast tot nu toe ook sd. Het ontbreken van een tweede kaartslot is opmerkelijk gezien de omvang van de body; Sony en Fujifilm bieden dit wel in hun laatste modellen.
Video
Nikon probeert ook van het videodeel van de camera serieus werk te maken. De beelden kunnen worden opgeslagen met 4:2:2 10bit-kleurdiepte en is er een N-log kleurprofiel voor maximaal dynamisch bereik. Het lcd-scherm is dus aanraakgevoelig en dat kan van pas komen als je het scherpstelpunt tijdens een opname wilt aanpassen zonder knoppen in te drukken. De autofocussnelheid is razendsnel, maar de snelheid en reactie tijd zijn regelbaar, wat van pas komt voor het maken van mooie focus pulls. Ook het maken van timelapse-video's in 8k resolutie is een optie. Oogautofocus wordt vooralsnog niet ondersteund.
De elektronische zoeker, met een resolutie van 3,6Mdots, is zeer groot en helder en leent zich prima voor video. De beelden worden direct gestabiliseerd dankzij ibis en het kantelbare - maar helaas niet uitklapbare - lcd-scherm. Dat kan van pas komen als je vanuit lastige hoeken wilt werken. Er is ook ondersteuning voor focus peaking, time code en zebra, ook in 4k. Voor sommige features, zoals N-log, is overigens wel een externe recorder nodig. Met 4k30 en 120fps in 1080p zijn de specs netjes, maar iets als 4k60 ontbreekt helaas. Bij de concurrentie grotendeels ook, maar het wordt zo langzamerhand de nieuwe filmstandaard. In de praktijk hebben we het videodeel nog niet kunnen proberen, dus dat wordt binnenkort vervolgd.