Soms lijkt het alsof de rek eruit is op het gebied van smartphones. Zo vinden veel mensen dat iPhones er sinds 2014 hetzelfde uitzien en als je een SE hebt, heb je letterlijk een relatief nieuwe telefoon in een oud jasje. De tijd van grote sprongen lijkt voorbij.
Wie dat denkt, zou eens een paar jaar terug in de tijd moeten gaan en bijvoorbeeld een iPhone 4 met iOS 6 moeten gebruiken. Niet alleen ziet het er anders uit, maar ook veel van de functies die je wellicht dagelijks gebruikt, zitten simpelweg niet in die hardware en software, waaronder 4g, het Bedieningspaneel, Touch ID en veel van de opties voor foto's en video's.
Omdat smartphones in het algemeen, en iPhones en iOS in het bijzonder vaak elk jaar kleine stappen maken, is het lastig om het grotere plaatje van de vooruitgang op de smartphonemarkt te zien. Bij iOS 11 is dat eindelijk weer eenvoudiger. Zowel aan de interface als onder de motorkap is zoveel veranderd, dat dit makkelijk de grootste release van iOS sinds jaren is.
Wij installeerden de publieke bèta van iOS op een iPhone 7 en een iPad Pro 9,7" om te kijken hoe de wijzigingen in de praktijk uitpakken en of de Apple-apparaten na de update heel anders aanvoelen dan daarvoor. In één opzicht geven we Apple alvast gelijk: dit is geen software die je zomaar moet installeren op de smartphone waarop je dagelijks vertrouwt. Het is nog een bèta en er kunnen dingen fout gaan.