Inleiding
De eerste MacBook Air wekte bij zijn verschijnen verbazing door zijn geringe dikte. Het apparaat was echter stevig aan de prijs en ook de concessies die de fabrikant had moeten doen op het gebied van processor, interfaces en accu-inbouw deden velen twijfelen aan de daadwerkelijke bruikbaarheid. De Air was beslist een kunststukje, maar of een notebook met zulke relatief matige specs zoveel geld waard was, dat viel nog te bezien.
Vorig jaar bracht Apple nieuwe Airs uit en bij die modellen was de prijs-prestatieverhouding al een stuk beter. De behuizing was nog dunner geworden, de hdd's waren vervangen door veel snellere ssd's, de accuduur was uitstekend en er was nu de keuze uit een 11,6"- en een 13,3"-versie. De processors waren nog wel aan de oude kant - Apple gebruikte modellen uit 2008 - maar het waren wel zuinige high-end-cpu's. Om het gebrek aan grafische kracht te verhelpen had Apple Nvidia's GeForce 320M-videochip ingebouwd.
Toch moet de fabrikant gebaald hebben dat er geen betere oplossing voor de cpu en gpu kon worden gekozen. Een geïntegreerde oplossing op een enkele die heeft bij ultraportables de voorkeur en het gebruik van Core 2 Duo's in het Core i-tijdperk zal niet Apples eerste keus zijn geweest. Feit was echter dat de zuinige Arrandale-processors van Intel erg duur waren en onvoldoende besparing boden ten opzichte van hun voorgangers.
Inmiddels heeft Intel zijn Sandy Bridge-cpu's uitgebracht en daarmee heeft het bedrijf een groot deel van zijn bestaande processors overbodig gemaakt. De nieuwe cpu's zorgen met hun geïntegreerde videochip bovendien voor veel betere grafische prestaties. Dat er een MacBook Air met de nieuwe Sandy Bridge zou verschijnen, was dus eigenlijk alleen een kwestie van tijd. Dat Apple daarnaast de Thunderbolt-interface in zijn ultraportables zou toepassen was evenmin een verrassing: de fabrikant heeft altijd al een broertje dood gehad aan al te veel kabels. Ten slotte zijn de toetsenborden van de nieuwe Airs nu nagenoeg identiek aan die van de andere Apple-notebooks: ook de ultraportables hebben nu een verlicht keyboard.
De verbeteringen zijn in feite samen te vatten in drie woorden: snelheid, verlichting en Thunderbolt. Daarbij is het uiteraard vooral interessant hoe groot de snelheidsverhoging is: hoe verhouden de cpu's uit 2008 zich tot het Sandy Bridge-geweld? Moet de low-end Geforce-gpu van vorig jaar het afleggen tegen de Intel-igp?
We namen zowel de 11,6"- als de 13,3"-Air onder handen om deze vragen te beantwoorden. Daarbij namen we ook de schermen onder de loep en keken we of de ssd's niet nog sneller zijn geworden.
/i/1312381811.jpeg?f=imagenormal)
Nieuwe features
Voor wie het gemist heeft: Apple heeft de verkoop van de mainstream MacBook stilgelegd, en de 11,6"-MacBook Air is nu de goedkoopste Apple-notebook. Daarmee lijkt Apple aan te geven dat de Airs de consumentenmodellen bij uitstek zijn, waarmee alle dagelijkse werkzaamheden kunnen worden afgehandeld. Dat zou ook de geruchten verklaren dat Apple aan 15"- en 17"-versies van de Air werkt.
Hiermee lijkt Apple in te haken op de tendens om meer en meer functionaliteit via het internet af te nemen: gebruikers zouden genoeg hebben aan een dun, licht en snel startend systeem met internettoegang, dat externe datadiensten als opslag-, video- en muziekplatformen kan benaderen en dat voor uitbreiding van de functionaliteit op kleine apps vertrouwt. Ook Apples iCloud en enkele nieuwe eigenschappen van Mac OS X kunnen in dit licht gezien worden. Wie desondanks meer rekenkracht nodig heeft, kan uitwijken naar de in alle opzichten zwaardere MacBook Pro's.
Uiterlijk is er weinig veranderd bij de nieuwe Air-modellen. Ze hebben dezelfde unibodybehuizingen, dezelfde keyboards en touchpads en dezelfde schermresoluties. Voor een bespreking van het design en de overige uiterlijke kenmerken verwijzen we je dan ook graag naar onze review van die modellen.
Thunderbolt
Op interfacegebied is er maar een ding veranderd: de nieuwe modellen beschikken over een Thunderbolt-interface. Deze interface is door Intel ontwikkeld en stond voorheen bekend als Light Peak. Apple heeft zijn MacBook Pro's en iMacs al eerder van Thunderbolt-aansluitingen voorzien, en ook de Mac mini en de nieuwe 27"-Thunderbolt Display zijn ermee uitgerust.
/i/1312440378.jpeg?f=imagenormal)
Voor wie het nog niet weet: de Thunderbolt-interface ondersteunt meerdere protocollen. Er zijn pci-e-kanalen voor datadoorvoer, waarmee usb 3.0- en firewire-poorten verbonden kunnen worden, en er zijn displayport-outputs. Een volwaardige Thunderbolt-interface levert vier kanalen die een bandbreedte van 10Gbps in beide richtingen hebben.
Anandtech ontdekte echter dat de Airs over een uitgeklede controller voor kleine systemen beschikken. Er zijn in deze versie maar twee bidirectionele kanalen en dus bedraagt de totale bandbreedte 40Gbps, wat nog steeds flink meer is dan bijvoorbeeld usb 3.0, dat 4,8Gbps biedt. Apple heeft er verder voor gekozen om een mini-displayport-connector als Thunderbolt-in- en uitgang te laten dienen. In de nieuwe Vaio Z gebruikt concurrent Sony een usb 3.0-plug.
De aanwezigheid van Thunderbolt heeft een aantal voordelen, die met name bij ultraportables spelen. Zo kan via de kabel tegelijkertijd beeld en andere data doorgestuurd worden, zodat er minder interfaces nodig zijn - en dat spaart weer ruimte en kabels uit.
Helaas zijn de Thunderbolt-displays nog niet verkrijgbaar. Wel gaf Apple een demonstratie op zijn Nederlandse hoofdkantoor waarbij een MacBook Air 11" met de MagSafe- en Thunderbolt-kabel van de display verbonden werd; zo kon de Air gebruikmaken van de ethernetpoort en van een op het scherm aangesloten externe firewire-hdd. Uiteraard kon het scherm ook voor de weergave van 2560x1440 extra pixels zorgen.
Backlit keyboard
De vorige generatie Airs was niet voorzien van backlit keyboards. Waarschijnlijk lukte het de engineers van Apple niet om deze in de kleine behuizingen te verwerken. Het is onduidelijk wat Apple heeft gedaan om het alsnog mogelijk te maken, maar de ruimte is gevonden. Het kan als pure luxe gezien worden, maar bij slechte lichtomstandigheden werkt het zeker prettiger als de toetsen oplichten.
/i/1312440379.jpeg?f=imagenormal)
Bluetooth
Een feature die bij de launch weinig aandacht kreeg, is de aanwezigheid van bluetooth 4.0-ondersteuning. Er zijn nog maar zeer weinig apparaten die deze versie ondersteunen, dus we hebben deze interface niet kunnen testen. De belangrijkste feature is een energiezuinige modus: Bluetooth 4.0 biedt een snelheid van maximaal 1Mbps, maar kan onder bepaalde omstandigheden minder dan 15mA verbruiken.
Geen 3g
Een van de eigenschappen die ook de nieuwe Airs weer moeten missen, is ingebouwde 3g-ondersteuning. Als de gebruiker dus zonder wifi wil internetten, heeft hij een externe 3g-dongle of een telefoon met tethering-mogelijkheden nodig. Natuurlijk moeten voor een compact ontwerp als dat van Air compromissen gesloten worden, maar de Air is bij uitstek geschikt voor gebruik buitenshuis: 3g-ondersteuning was dan meer dan welkom geweest.
De prestaties van de processors
De nieuwe Airs zijn net als de Pro's en de iMacs voorzien van Sandy Bridge-processors. Voor de MacBook Air is de relatieve winst verreweg het grootst: in de vorige modellen werden nog drie jaar oude Core 2 Duo-cpu's toegepast. De architectuur is zelfs al vijf jaar oud. Volgens Apple zijn de cpu's zelfs twee keer zo snel als die van de Airs uit 2010.
Cinebench 11.5 - Multi |
Systeemnaam | Score (Punten) |
iMac 2011 |
*********
6,69 |
Asus N53 |
*******
5,53 |
Pro 15 2,2GHz 2011 |
*******
5,12 |
Pro 15 2GHz 2011 |
******
4,75 |
iMac 2010 |
*****
3,65 |
Pro 13 2,7GHz 2011 |
****
3,05 |
Lenovo Thinkpad X1 |
****
2,82 |
Pro 13 2,3GHz 2011 |
***
2,58 |
Pro 15 2,4GHz 2010 |
***
2,21 |
Air 13 2011 |
***
2,17 |
Air 11 2011 |
**
1,93 |
Air 13 2010 |
*
1,09 |
Air 11 2010 |
*
0,81 |
De nieuwe Airs gaan in de multithreaded Cinebench 11.5-test meteen goed van start. Beide modellen zjin inderdaad twee keer zo snel als hun voorgangers te noemen. De 13" Air komt zelfs in de buurt van een dualcore-MacBook Pro uit 2010. Wel moeten de Airs bijvoorbeeld de Thinkpad X1 van Lenovo voor laten gaan, die geen ultra-low-voltage-chip maar een normale dualcore aan boord heeft, met een kloksnelheid van minimaal 2,5GHz.
Met het programma Handbrake converteren we een hd-video naar een m4v-bestand dat voor de iPad is geoptimaliseerd. De Airs mogen dan onderaan staan, de verschillen met andere dualcores zijn niet erg groot. De Air uit 2010 daarentegen is bijna anderhalf keer langzamer.
Photoshop - Retouch Artist |
Systeemnaam | Score (seconden) |
iMac 2011 |
**
13,16 |
Asus N53 |
**
14,20 |
Pro 15 2,2GHz 2011 |
**
17,20 |
Pro 15 2GHz 2011 |
**
17,20 |
iMac 2010 |
**
19,30 |
Lenovo Thinkpad X1 |
***
21,20 |
Pro 13 2,7GHz 2011 |
***
21,60 |
Pro 13 2,3GHz 2011 |
***
25,40 |
Air 13 2011 |
****
28,74 |
Air 11 2011 |
****
34,40 |
Air 11 2010 |
*********
66,00 |
In Photoshop laten we met een script een aantal bewerkingen op een testafbeelding los. De Airs weten hierbij aardig dicht in de buurt van de hedendaagse dualcores te komen. De quadcores, zoals in de iMac en de MacBook Pro, blijven buiten bereik. Het verschil met de oude MacBook Air is wederom groot.
Lightroom - Exporteren |
Systeemnaam | Score (seconden) |
Pro 15 2GHz 2011 |
**
92,00 |
Pro 13 2,7GHz 2011 |
***
117,00 |
Asus N53 |
***
121,00 |
Pro 13 2,3GHz 2011 |
***
131,00 |
Lenovo Thinkpad X1 |
***
135,00 |
Air 13 2011 |
***
151,00 |
Air 11 2011 |
****
167,00 |
Air 11 2010 |
*********
380,00 |
Ook tijdens het exporteren van 24 raw-bestanden zijn de nieuwe Airs behoorlijk rap - de oude Air heeft er meer dan twee keer zo lang voor nodig. In deze test is met name een hoge kloksnelheid van belang; de Turbo-modus van de cpu's in de Airs is agressief genoeg om goed mee te komen met andere dualcores, zoals die in de Thinkpad X1.
In de Premiere Pro CS5-benchmark wordt een tijdlijn met verschillende layers naar een h.264-stream in een mp4-container gerenderd. Met de oude Air was hier geen beginnen aan, met een tijd van net geen 30 minuten. De nieuwe Airs mogen in vergelijking met de quadcores dan langzaam zijn, het mp4'tje is bij beide in rond de tien minuten klaar.
De gpu en de ssd's
De MacBook Air's zijn niet langer uitgerust met een aparte videochip: ze moeten het doen met Intels HD 3000-gpu, die in de cpu is geïntegreerd. De MacBook Air uit 2010 was al niet gemaakt om mee te gamen, en de nieuwe exemplaren zijn dat ook weer niet. We bekijken kort de prestaties aan de hand van de OpenGL-test van Cinebench.
Cinebench 11.5 - OpenGL |
Systeemnaam | Score (fps) |
iMac 2011 |
*********
41,9 |
iMac 2010 |
******
31,2 |
Asus N53 |
*****
25,0 |
Pro 15 2GHz 2011 |
****
20,5 |
Air 13 2011 |
**
11,5 |
Pro 13 2,7GHz 2011 |
**
11,4 |
Air 11 2011 |
**
11,3 |
Pro 13 2,3GHz 2011 |
**
11,1 |
Air 11 2010 |
**
10,8 |
Lenovo Thinkpad X1 |
**
8,6 |
De OpenGL-prestaties van de laptops liggen volledig in lijn met andere laptops die enkel over de HD 3000 beschikken. Er zijn kleine verschillen omdat de ene igp op 1150MHz geklokt is, terwijl de ander op 1200MHz kan werken. De igp lijkt marginaal sneller dan Nvidia's GT 320M-gpu.
Ssd
Net zoals de Air uit 2010 zijn de nieuwe Airs standaard voorzien van ssd's. Zo bespaart Apple de nodige ruimte, maar ssd's zijn ook stukken sneller en zuiniger dan hdd's.
De controllers waarmee de ssd's worden aangestuurd, zijn afkomstig van Toshiba en Samsung. Volgens Apple zouden ze identiek presteren, maar dat hebben we niet kunnen nagaan: zowel het 11"- als het 13"-testexemplaar bleek een Toshiba-controller aan boord te hebben.
De sequentiële schrijftest van Xbench laat zien dat de 128GB- en de 256GB-ssd in de Airs aan elkaar gewaagd zijn. De Kingston V+100 in de Pro 13" 2,3GHz, die ook een Toshiba-controller aan boord heeft, is nagenoeg even snel. De ssd van de Air uit 2010 is ongeveer tien procent langzamer. De hdd's in de N53 en de Pro 13 2,7GHz zijn twee tot drie keer zo langzaam.
Opmerkelijk genoeg zijn de ssd's sneller in de sequentiële schrijftest. Wederom is de Pro 13" met Kingston V+100-ssd even snel als de ssd's in de nieuwe Airs, en wederom is de oude Air tien procent langzamer.
Tijdens de random leesacties laten de ssd's zien waarom ze in het dagelijks gebruik zoveel sneller zijn dan hdd's. De ssd's in de nieuwe Airs zijn bovendien de helft sneller dan die van het model uit 2010.
Het verhaal van de sequentiële tests kan bij de random-benches worden herhaald: de ssd's zijn in de schrijftests sneller dan in de leestests. De nieuwe Airs zijn in de random schrijftest een dik kwart sneller dan de Air uit 2010.
Scherm en accuduur
Behalve naar de prestaties van de laptop kijken we ook naar het scherm en de accuduur. Van het scherm hebben we onder verschillende hoeken foto's gemaakt om een idee te krijgen van zowel de verticale en horizontale kijkhoeken. De accuduur meten we tegenwoordig met twee tests, waarin respectievelijk licht webbrowsergebruik en het bekijken van een film aan de orde komen.
De Air 11" heeft een resolutie van 1366x768 pixels, waar de 13"-variant er 1440x900 heeft. Beide resoluties zijn hoger dan die van de 13" MacBook Pro, die het met een resolutie van 1280x800 beeldpuntjes moet stellen.
De schermen hebben een behoorlijk hoge maximale helderheid, alleen het zeer felle scherm van de Envy heeft een nog hogere lichtopbrengst per vierkante centimeter. De 11" Air doet iets onder voor de 11" Air uit 2010 maar het verschil is vrij klein. De hoge helderheid van de schermen is gunstig voor gebruik buitenhuis, waar de zon nog wel eens wil schijnen.
MacBook Air 11"
:fill(white)/i/1312363295.jpeg?f=thumb)
De horizontale kijkhoeken zijn voor een tn-paneel goed te noemen. We zien de helderheid wel fors afnemen, maar de kleuren blijven aardig overeind, ook wanneer we andere scènes bekijken.
:fill(white)/i/1312363293.jpeg?f=thumb)
Tn-panelen ontkomen niet aan minder goede verticale kijkhoeken. Wanneer het scherm naar voren wordt geklapt, neemt de helderheid toe en als het scherm naar achteren wordt gekanteld, neemt de helderheid juist af.
MacBook Air 13"
:fill(white)/i/1312364173.jpeg?f=thumb)
De 13"-Air heeft net zoals zijn kleinere evenknie vrij goede horizontale kijkhoeken, al neemt de helderheid ook hier weer flink af.
:fill(white)/i/1312364259.jpeg?f=thumb)
Bij de verticale kijkhoeken zien we dat ook de 13"-Air niet ontkomt aan de slechte prestaties die tn-panelen kenmerken.
Accuduur
Voor de browsertest, waarmee we de accu op de proef stellen, draaien we een script dat elke vijftien seconden een nieuwe webpagina laadt. Ondertussen wordt er op de achtergrond een mp3-tje afgespeeld. De helderheid van het scherm wordt op 50 procent gezet en het wifi-accesspoint staat op slechts enkele meters afstand.
De nieuwe Airs presteren hier redelijk goed. Gek genoeg weet de 13" MacBook Pro, die overigens ook van een ssd is voorzien, het langer uit te houden. Een enigszins vergelijkbare laptop, de U31S van Asus, houdt het een fractie minder lang uit dan de MacBook Air 13". De accu van de 11"-variant gaat marginaal minder lang mee dan die van de 11"-Air uit 2010.
Voor de tweede accutest wordt een film afgespeeld terwijl het scherm op de maximale brightness staat - dat levert immers het mooiste beeld op. De capaciteit van de accu is hier bepalend, evenals het verbruik van het scherm, terwijl het verbruik - en dan met name het idle-verbruik - van de cpu en de gpu een veel kleinere rol spelen. De 13"-Air is wederom aan de Asus U31S gewaagd. De 11"-Air houdt het amper langer uit dan zijn voorganger.
Specificaties
Merk en Productserie |
Apple MacBook Air
|
Apple MacBook Air
|
Type |
11,6" (2011) |
13,3" (2011) |
|
:fill(white)/i/1311175199.jpeg?f=thumb) |
:fill(white)/i/1311175199.jpeg?f=thumb) |
Prijs en waardering |
Prijs |
Onbekend (5 winkels) |
Onbekend (5 winkels) |
Eerste prijsvermelding |
zaterdag 23 juli 2011 |
zaterdag 23 juli 2011 |
Waardering |
5 van 5 sterren
|
5 van 5 sterren
|
Technische Specificaties |
Cpu-type |
Intel Core i5 2467M |
Intel Core i5 2557M |
Snelheid |
1,6GHz |
1,7GHz |
Geheugengrootte |
4GB |
4GB |
Geheugentype |
ddr3 (sodimm)
|
ddr3 (sodimm) |
Videointerface |
Schermdiagonaal |
11,6" |
13,3" |
Videochip |
Intel HD 3000 |
Intel HD 3000 |
Video-uitgangen |
mini-displayport |
mini-displayport |
Schermresolutie |
1366x768 |
1440x900
|
Backlight |
edge-lit led
|
edge-lit led
|
Opslag |
Opslagcapaciteit |
128GB |
256GB |
Hardeschijftype |
solid state disk |
solid state disk |
Interfaces |
Usb/firewire |
2x usb 2.0 |
2x usb 2.0 |
Wlan |
802.11a, 802.11b, 802.11g, 802.11n |
802.11a, 802.11b, 802.11g, 802.11n |
5GHz-ondersteuning |
ja |
ja |
Overige specificaties |
Extra's |
webcam |
cardreader, webcam |
Besturingssysteem |
Mac OS X 10.7 (Lion) |
Mac OS X 10.7 (Lion) |
Gewicht |
1,1kg |
1,35kg |
Accucapaciteit |
35Wh |
50Wh |
Kleuren |
wit |
wit |
Taal |
Indeling |
qwerty |
qwerty |
Gallery
Conclusie
De nieuwe Airs zijn een behoorlijke stap voorwaarts vergeleken met de modellen uit 2010. Dat is vooral te danken aan de overstap van de Conroe- naar de Sandy Bridge-architectuur. De nieuwe processors zijn tot twee keer zo snel, zonder dat er meer energie verbruikt wordt. Op andere punten boekten de Airs echter weinig tot geen vooruitgang. Zo is de igp van de nieuwe cpu's amper sneller en de Airs zijn dus nog steeds niet geschikt om zelfs maar eenvoudige games op te spelen. De accuduur ging er ook niet noemenswaardig op vooruit, maar die was al uitstekend te noemen. Hetzelfde geldt voor de schermresoluties: die zijn onveranderd, maar waren al heel behoorlijk voor laptops van deze afmetingen.
De 11"- en de 13"-Airs zijn mainstream-notebooks, en Apple staat klaar om ze in groten getale te verkopen. Waar de oude Airs eigenlijk vooral geschikt waren voor mobiel gebruik, zijn de nieuwe versies dankzij de rappe Intel-chips een stuk veelzijdiger. De laptops zijn niet langer beperkt tot wat simpel tekstverwerken en browsen. Ze schrikken bijvoorbeeld niet terug voor wat zwaardere multimedia-taken en daarmee zijn ze prima te gebruiken als laptop voor dagelijks gebruik, zowel op school, thuis als op het werk. Met name de ssd's maken van de Airs fijne werkpaarden, aangezien alle software razendsnel opstart. Zoals bekend zijn de laptops ook nog eens erg dun en licht.
Een minpuntje is dat de 11"-variant geen kaartlezer aan boord heeft en dat is jammer: wie op vakantie even zijn foto's wil bekijken, heeft een aparte kaartlezer nodig. Opmerkelijker is het ontbreken van 3g-functionaliteit, wat serieus afbreuk doet aan het 'ultraportable'-karakter. Verder vinden we het een tikje genant dat Apple, zelfs met de huidige geheugenprijzen, in het eenvoudigste model nog steeds slechts 2GB geheugen heeft gemonteerd. Dat er maar twee usb-poorten aanwezig zijn, stoort ons niet. Een usb 3.0-aansluiting was aardig geweest, maar Apple heeft zijn geld op de Thunderbolt-interface gezet.
Met een verkoopprijs van 949 euro is de 11" Air nog steeds niet goedkoop, maar je hebt dan wel een heel snelle 'netbook'. De 13"-variant is met een prijs van 1250 euro wel wat duurder dan de 13" MacBook Pro, maar geniet volgens ons de voorkeur. Voor 100 euro extra krijg je een 128GB-ssd, een dunnere en lichtere laptop en een hogere resolutie. De cpu van de 13"-Air is wel langzamer, maar ook de cpu van de Pro is niet echt geschikt voor het zwaardere werk.