Inleiding
KPN kondigde afgelopen donderdag aan dat klanten extra moeten betalen als ze via mobiel internet willen chatten, voip willen gebruiken of video's willen bekijken. Voor insiders was dat niet echt een verrassing, maar voor veel anderen kwam het bericht als donderslag bij heldere hemel.
Het artikel op Tweakers.net maakte een storm van reacties los. Meer dan zeshonderd van onze lezers reageerden en ook op sites die het nieuws overnamen, waren de reacties niet van de lucht.
Tweakers.net dook dieper in de materie en kwam tot de conclusie dat de 'chatheffing' in de toekomst waarschijnlijk onvermijdelijk is. Aan de ene kant wordt het beter mogelijk om naar rato van gebruik voor je mobiele internet te betalen, aan de andere kant legt het systeem wel de bijl aan de wortels van de netneutraliteit.

Afbeelding waarmee Ars Technica het verhaal over de chatheffing van KPN illustreerde
Voorgeschiedenis
De stap van KPN komt welbeschouwd niet onverwacht. In feite is het een logisch gevolg van een ontwikkeling die in het jaar 2000 begon met de beruchte umts-frequentieveiling, waarbij vijf telecombedrijven miljarden betaalden om umts uit te kunnen rollen. KPN slaagde er in om een licentie te verwerven, maar het bedrijf betaalde daar een hoge prijs voor.
Ook de verwachtingen waren hooggespannen, maar de uitrol van umts-netwerken liet op zich wachten. Pas rond 2004 werd begonnen met de aanleg van landelijk dekkende umts-netwerken. KPN kwam in de tussentijd in financieel zwaar weer, omdat de enorme investering moest worden terugverdiend. Ook voor andere providers hing er veel van het succes van umts af.
In eerste instantie bleken echter maar weinig klanten te porren voor mobiel breedbandinternet, mede vanwege de kosten. Dataverkeer werd verkocht per megabyte of zelfs in nog kleinere eenheden, waardoor klanten vooraf geen idee zouden hebben wat het gebruik ze per maand zou kosten.
De ommezwaai kwam in 2007, toen providers een voor een flatfee-abonnementen introduceerden. Voor een tientje per maand mochten klanten 'onbeperkt' gaan internetten. Hoe dat 'onbeperkt' eruitzag, verschilde per provider, maar het bleek voor veel klanten toch genoeg zekerheid te bieden om een abonnement af te sluiten.
Daar komt bij dat smartphones in die tijd aan hun opmars begonnen. In de zomer van 2008 verscheen de iPhone in Nederland, Android volgde in 2009 en BlackBerry maakte de overstap naar de consumentenmarkt. Daarmee kregen consumenten eindelijk toestellen in handen die gemaakt waren om mee te internetten.
Vanaf 2008 groeide het gebruik van mobiel internet met grote sprongen. KPN meldde dat het dataverkeer tussen 2006 en 2009 met 2500 tot 3000 procent was gegroeid - en dan is KPN nog de provider met de minste traffic; de groei bij Vodafone en T-Mobile zal dus nog groter zijn geweest.
De piek voor consumentensmartphones lag in de zomer van 2010, toen alle providers de flatfee-abonnementen in de aanbieding gooiden. KPN bood 'mobiel internet voor de rest van je leven' voor bedragen rond 2,50 euro per maand. Vodafone en T-Mobile deden de klant vergelijkbare aanbiedingen. De smartphone was niet langer iets voor tweakers, maar voor vrijwel iedereen.
In 2010 werd echter ook duidelijk dat het flatfee-model niet te handhaven was. Op de Mobile World Congress-telecombeurs spraken insiders over een aankomende capacity crunch: de druk op netwerken steeg zo snel, dat de beschikbare frequentieruimte niet langer afdoende was. Hoeveel masten providers ook zouden plaatsen: de ruimte in de frequentiebanden was domweg volledig benut.
De capacity crunch leidde bij providers al snel tot actie. KPN beet het spits af door te stellen dat grootverbruikers van mobiel internet meer moesten betalen. Er werden diverse abonnementsvormen geïntroduceerd, waarbij opnieuw harde limieten werden ingevoerd. Ook Vodafone herintroduceerde datalimieten; T-Mobile bleef wel onbeperkt internet aanbieden, maar wilde bij grote drukte diverse typen verkeer blokkeren.
Toch is het niet zo dat het verkeersvolume niet meer kan groeien. De opvolgers van umts en hsdpa, collectief aangeduid als 4g, liggen al enige jaren op de plank; in Nederland is de keuze daarbij op lte gevallen. Het probleem is dat het optuigen van nieuwe netwerken opnieuw grote investeringen vergt en bovendien veel tijd kost.
Een bijkomend probleem is dat er al bij het optuigen van 3g-netwerken veel ongerustheid over de mogelijk nadelige gevolgen van de umts-straling was. Dat leidde tot talloze bezwaarschriften, die jaren vertraging kunnen opleveren. Ook daarom is het zelfs in het gunstigste geval niet realistisch om voor 2015 of 2016 een landelijk dekkend lte-netwerk te verwachten.
Een nieuw verdienmodel
Naast de grenzen van de capaciteit is er nog een andere reden voor providers om geld voor het gebruik van bepaalde toepassingen te vragen. Telecomproviders zien hun traditionele verdienmodel namelijk als sneeuw voor de zon verdwijnen.
De telecombedrijven verdienen van oudsher geld aan de verkoop van belminuten en sms'jes. Vooral de marges op sms-berichten zijn enorm: de werkelijke kosten bedragen minder dan één eurocent, maar er wordt geregeld meer dan twintig cent voor het versturen van een tekstberichtje gerekend. Ook mensen die niet binnen de limieten van hun belbundel blijven, betalen hoge prijzen en zijn een grote bron van inkomsten.
Die inkomsten dalen echter razendsnel. Deze week nog meldde KPN dat het sms-volume ten opzichte van een jaar geleden met tien procent was gekrompen, terwijl tot dusverre altijd groei was genoteerd. Tien procent lijkt misschien niet veel, maar het probleem is dat de daling - vermoedelijk volledig - kan worden toegeschreven aan de opmars van smartphones. De internettelefoons maken inmiddels tussen de 33 en 40 procent van alle toestellen uit.
Die minderheid van toestellen wist in korte tijd de groei van het aantal sms'jes in een daling om te zetten. Ook de groeiende populariteit van voip-telefonie zorgt in combinatie met flatfee-internet voor een belangrijke daling van de inkomsten, en dan hebben we het nog niet over nieuwe toepassingen als streaming video, die wel capaciteit kosten maar waaraan geen cent extra wordt verdiend - in elk geval niet zolang mobiel internet voor een vaste prijs aan de man wordt gebracht.
KPN denkt een oplossing te hebben gevonden in de vorm van heffingen voor bepaalde diensten. Hoe dat er exact uit komt te zien is nog onduidelijk, maar het is een veilige aanname dat de nieuwe beprijzing modulair wordt opgebouwd: met een basisabonnement kan wat gesurfd en misschien ge-e-maild worden, chatten zal extra kosten, voip zal extra kosten, videostreams zullen nog meer kosten en wie een onbeperkt abonnement wil hebben, zal de hoofdprijs betalen. Op deze manier denkt KPN de verloren inkomsten te kunnen compenseren: het leveren van connectiviteit is nu eenmaal niet zo lucratief als het afrekenen per hoeveelheid data, of dat nu om belminuten of megabytes gaat.
De andere providers reageren niet bepaald afwijzend op de stap van KPN. T-Mobile wil officieel nog geen vragen over deze zaak beantwoorden, maar Vodafone heeft al laten weten 'na te denken' over nieuwe manieren om traffic te beprijzen. "De transitie van spraak naar data is al een tijdje aan de gang. De hele industrie heeft hiermee te maken; het zorgt ervoor dat we moeten nadenken over nieuwe verdienmodellen", aldus de provider in een verklaring tegen Tweakers.net.
Hoewel het niet expliciet wordt uitgesproken, valt uit de reacties op te maken dat het introduceren van de chatheffing door alle providers wordt overwogen. Daaruit blijkt ook dat de telco's zulke maatregelen nodig hebben om hun winstgevendheid op peil te houden. De chatheffing is immers een impopulaire maatregel: als provider kun je zieltjes winnen door veel en vaak te roepen dat je zoiets niet zal doen. T-Mobile deed dat afgelopen najaar toen KPN en Vodafone datalimieten invoerden; de magenta provider paste zijn prijsbeleid wel aan, maar riep ondertussen zo hard als het maar kon dat het in elk geval nog onbeperkt internet leverde.
De rol van netneutraliteit
Toch kleven er grote bezwaren aan het belasten van bepaalde soorten internetverkeer. Het staat bijvoorbeeld op gespannen voet met netneutraliteit, het beginsel dat al het netwerkverkeer vanuit elke bron gelijk afgehandeld moet worden.
De belangrijkste reden om netneutraliteit te handhaven, is dat afschaffing ervan de concurrentie kan belemmeren. Een telecomprovider zou bijvoorbeeld contracten met bepaalde informatieaanbieders kunnen afsluiten, waardoor hun diensten met goedkope abonnementen gebruikt kunnen worden, terwijl voor concurrerende diensten een duurder pakket moet worden afgenomen. In feite is dat precies wat KPN nu mogelijk wil maken: door voip duur te maken, kunnen de inkomsten uit belminuten worden beschermd. Of de telco dat ook zo in de praktijk zal brengen, moet nog worden afgewacht; duidelijk is wel dat de concurrentiepositie van mobiel internet tegenover 'oude' technieken flink wordt afgezwakt.
Bedrijven pleiten er al langer voor om voor mobiele netwerken een uitzondering op de netneutraliteit te maken. Google en de Amerikaanse provider Verizon Wireless deden een dergelijk voorstel bij het Amerikaanse instituut FCC. De officiële redenering is dat providers wel onderscheid moeten maken, omdat in vergelijking tot vaste netwerken de bandbreedte veel beperkter is.
De telco's zullen er echter ook niet rouwig om zijn dat ze actief in de gaten mogen houden wie wat met zijn dataverbinding doet. Hoewel ze dit natuurlijk al kunnen, maakt het KPN-voorstel dat deze praktijk de facto wordt geaccepteerd. Daarmee krijgen providers in feite het recht om te zeggen hoe een internetverbinding mag worden gebruikt.
In een poll van Tweakers.net gaven duizenden bezoekers aan dat ze KPN vaarwel zeggen als dit systeem wordt ingevoerd. Dat is een van de weinige manieren om aan providers duidelijk te maken dat ze een verkeerde koers varen. Sommige anderen proberen het via een petitie. Het is wellicht een tikje cynisch, maar vermoedelijk rekenen de bedrijven erop dat de meerderheid van de bezoekers lagere tarieven belangrijker vindt dan de vrijheid van informatie.
Daarom wordt door voorstanders van netneutraliteit ook hoopvol naar de politiek gekeken: de telecomsector heeft in minister Verhagen van Economische Zaken een sterke tegenspeler, die er niet voor terugschrikt om het handelen van providers aan banden te leggen. De wijze waarop het afrekenen per minuut is teruggedraaid is een voorbeeld van de powerplay van deze minister. Op Europees niveau zou ook Eurocommissaris Kroes nog maatregelen kunnen treffen als zij vindt dat de netneutraliteit gevaar loopt. De kans daarop lijkt klein, gezien de reactie van de OPTA: deze telecomautoriteit heeft geen problemen met de KPN-plannen, ironisch genoeg juist omdat het de keuze voor de consument zou bevorderen.
Een ander, wellicht slechter toekomstscenario is dat KPN niet consumenten een heffing gaat vragen voor extra diensten, maar de makers van die diensten. In dat geval kan bijvoorbeeld Skype bandbreedte bij KPN inkopen voor zijn gebruikers.
Vergezocht? Nee, hoor: providers hebben al aan Google gevraagd om te betalen voor de doorgifte van YouTube. En als Google moet betalen voor YouTube, zou Skype dan gratis de netwerken van providers mogen belasten? Zal Spotify niet gevraagd worden iets van de inkomsten uit abonnementen af te staan?
Veel rechtgeaarde tweakers zullen huiveren bij de gedachte dat bepaald netwerkverkeer voorrang krijgt op een mobiel netwerk, omdat de dienstenaanbieder daarvoor betaalt. Helaas is dit scenario allesbehalve ondenkbaar.
/i/1303477976.jpeg?f=imagenormal)
Tot slot
De chatheffing van KPN is meer dan een proefballon: de provider wil meer geld uit internettoegang halen. Dat heeft het bedrijf nodig, omdat de inkomsten uit belminuten en sms'jes de komende jaren steeds verder zullen afkalven. Dat KPN afgelopen donderdag aankondigde vijfduizend arbeidsplaatsen te schrappen, wijst erop dat het menens is. De kans is dan ook groot dat andere providers het voorbeeld zullen volgen.
Tot medio 2010 hebben providers er alles aan gedaan om alle Nederlanders mobiel internet aan te smeren, tot op het punt dat de abonnementen zowat gratis werden weggegeven. Nu ze daar in geslaagd zijn, wordt duidelijk dat ze onvoldoende capaciteit hebben om iedereen onbeperkte toegang te geven. Daar zal de komende paar jaar nog geen verandering in komen, en om de capaciteitsgrenzen te verleggen, is veel geld nodig. Dat geld moet linksom of rechtsom door de gebruikers worden betaald.
In mei zal KPN meer bekend maken over de nieuwe abonnementsvormen. Het is duidelijk dat die radicaal anders zullen zijn dan wat we tot nu toe in Nederland gewend zijn. De grote vraag is welke impact ze op de vrijheden van de internetter gaan hebben. Het lijkt echter zeker dat de tijd dat je alle internetdiensten op je mobiel kon gebruiken, binnen afzienbare tijd achter ons ligt. Dat zal in 2000 niet de bedoeling van de umts-veiling zijn geweest.
/i/1303478866.jpeg?f=imagenormal)