De stap van KPN komt welbeschouwd niet onverwacht. In feite is het een logisch gevolg van een ontwikkeling die in het jaar 2000 begon met de beruchte umts-frequentieveiling, waarbij vijf telecombedrijven miljarden betaalden om umts uit te kunnen rollen. KPN slaagde er in om een licentie te verwerven, maar het bedrijf betaalde daar een hoge prijs voor.
Ook de verwachtingen waren hooggespannen, maar de uitrol van umts-netwerken liet op zich wachten. Pas rond 2004 werd begonnen met de aanleg van landelijk dekkende umts-netwerken. KPN kwam in de tussentijd in financieel zwaar weer, omdat de enorme investering moest worden terugverdiend. Ook voor andere providers hing er veel van het succes van umts af.
In eerste instantie bleken echter maar weinig klanten te porren voor mobiel breedbandinternet, mede vanwege de kosten. Dataverkeer werd verkocht per megabyte of zelfs in nog kleinere eenheden, waardoor klanten vooraf geen idee zouden hebben wat het gebruik ze per maand zou kosten.
De ommezwaai kwam in 2007, toen providers een voor een flatfee-abonnementen introduceerden. Voor een tientje per maand mochten klanten 'onbeperkt' gaan internetten. Hoe dat 'onbeperkt' eruitzag, verschilde per provider, maar het bleek voor veel klanten toch genoeg zekerheid te bieden om een abonnement af te sluiten.
Daar komt bij dat smartphones in die tijd aan hun opmars begonnen. In de zomer van 2008 verscheen de iPhone in Nederland, Android volgde in 2009 en BlackBerry maakte de overstap naar de consumentenmarkt. Daarmee kregen consumenten eindelijk toestellen in handen die gemaakt waren om mee te internetten.
Vanaf 2008 groeide het gebruik van mobiel internet met grote sprongen. KPN meldde dat het dataverkeer tussen 2006 en 2009 met 2500 tot 3000 procent was gegroeid - en dan is KPN nog de provider met de minste traffic; de groei bij Vodafone en T-Mobile zal dus nog groter zijn geweest.
De piek voor consumentensmartphones lag in de zomer van 2010, toen alle providers de flatfee-abonnementen in de aanbieding gooiden. KPN bood 'mobiel internet voor de rest van je leven' voor bedragen rond 2,50 euro per maand. Vodafone en T-Mobile deden de klant vergelijkbare aanbiedingen. De smartphone was niet langer iets voor tweakers, maar voor vrijwel iedereen.
In 2010 werd echter ook duidelijk dat het flatfee-model niet te handhaven was. Op de Mobile World Congress-telecombeurs spraken insiders over een aankomende capacity crunch: de druk op netwerken steeg zo snel, dat de beschikbare frequentieruimte niet langer afdoende was. Hoeveel masten providers ook zouden plaatsen: de ruimte in de frequentiebanden was domweg volledig benut.
De capacity crunch leidde bij providers al snel tot actie. KPN beet het spits af door te stellen dat grootverbruikers van mobiel internet meer moesten betalen. Er werden diverse abonnementsvormen geïntroduceerd, waarbij opnieuw harde limieten werden ingevoerd. Ook Vodafone herintroduceerde datalimieten; T-Mobile bleef wel onbeperkt internet aanbieden, maar wilde bij grote drukte diverse typen verkeer blokkeren.
Toch is het niet zo dat het verkeersvolume niet meer kan groeien. De opvolgers van umts en hsdpa, collectief aangeduid als 4g, liggen al enige jaren op de plank; in Nederland is de keuze daarbij op lte gevallen. Het probleem is dat het optuigen van nieuwe netwerken opnieuw grote investeringen vergt en bovendien veel tijd kost.
Een bijkomend probleem is dat er al bij het optuigen van 3g-netwerken veel ongerustheid over de mogelijk nadelige gevolgen van de umts-straling was. Dat leidde tot talloze bezwaarschriften, die jaren vertraging kunnen opleveren. Ook daarom is het zelfs in het gunstigste geval niet realistisch om voor 2015 of 2016 een landelijk dekkend lte-netwerk te verwachten.