Inleiding
Sharp benadrukte vorig jaar in de marketingcampagne voor de LE600E- LE700E-hdtv's de energiezuinigheid van die twee series. De toestellen waren voorzien van een full-led backlight. In tegenstelling tot high-end hdtv's met local dimming zoals de Philips 9704H en de Toshiba RV685D, maakte Sharp voor de backlight gebruik van een relatief klein aantal leds, die op een grotere afstand tot de lcd waren geplaatst. Dat was niet alleen voordelig voor het energieverbruik; ook werd de lcd hierdoor bovengemiddeld egaal verlicht.
Een nadeel was wel dat de LE600E en de LE700E hierdoor een diepe behuizing nodig hadden, die ook nog eens redelijk hoekig was vormgegeven. Vooral in vergelijking met de 2009-modellen van Samsung waren de twee Sharp-hdtv's aan de achterkant behoorlijk uit de kluiten gewassen.
LE820
Op de CES in januari van dit jaar kondigde Sharp zijn 2010-televisies aan. De nieuwe serie, bestaande uit de LE820 en de LE920, is beduidend dunner dan de vorige serie. Hiervoor is Sharp overgestapt naar edge-lit led-backlights in combinatie met de in eigen huis ontwikkelde ASV-panelen, die de zogeheten u2va-pixeltechnologie gebruiken. Deze technologie zou met name voor goede contrastwaarden zorgen.

Ook zouden de nieuwe panelen meer licht doorlaten, zodat de backlight minder fel hoeft te schijnen. Dat zorgt wederom voor een lager energieverbruik, terwijl de vloeibare kristallen in een u2va-paneel ook sneller kunnen schakelen. Hierdoor is het paneel volgens Sharp zeer geschikt om dienst te doen in een 3d-tv, omdat de sneller schakelende pixels de crosstalk bij 3d-weergave verminderen. Sharp heeft inmiddels de eerste 3d-tv op basis van de nieuwe technologie aangekondigd.
Quattron
Naast het verbeteren van de efficiëntie van de afzonderlijke pixels, heeft Sharp ook de Quattron-technologie ontwikkeld. Bij deze technologie wordt het beeld opgebouwd uit rode, groene, blauwe én gele subpixels. Volgens Sharp zouden de gele subpixels de weergave van onder meer goudkleuren en donkergeel verbeteren.
Om toch een vierkante pixel te behouden, heeft Sharp de blauwe en rode subpixels extra breed gemaakt, terwijl de groene en gele exemplaren wat dunner zijn. Op de foto rechts is duidelijk te zien dat de afzonderlijke subpixels bovendien uit twee delen bestaan, die elk een verschillende lichtintensiteit kunnen hebben.
Tweakers.net ontving de 46"-versie van de nieuwe LE820E-serie en zocht uit hoe dit systeem zich in de praktijk houdt.
Specificaties en prijzen
Merk en Type |
Merk |
Sharp |
Productserie |
Aquos |
Type |
LC-46LE820E |
Beeld |
Televisietype |
lcd |
Backlight |
edge-lit |
HD specificatie |
Full HD |
Schermdiagonaal |
46" |
Hertz |
100Hz |
Resolutie (TV) |
1920x1080 (Full HD 1080p) |
Reactietijd |
5ms |
Verbinding |
Tuner type |
Analoog |
Uiterlijk |
Kleur |
Zwart |
Afgeronde hoeken
De vormgeving van de LE820E betekent een vooruitgang ten opzichte van de 2009-modellen. De rechte hoeken van de LE600E en de LE700E hebben plaatsgemaakt voor afgeronde vormen. De straal van de rondingen is vrij groot, wat het toestel een wat vriendelijker uitstraling geeft.
:fill(white)/i/1275402367.jpeg?f=thumb)
De voorkant van de televisie wordt omlijst door een zilverkleurige plastic rand en is verder met een glazen plaat geheel vlak gehouden. Dat doen meer fabrikanten: ook de Philips 8705H-serie en Sony's Monolithic-lijn zijn met een glasplaat van een egale voorkant voorzien. Trendsetter LG voorzag vorig jaar de SL9000 al van een dergelijk ontwerp en ook zijn nieuwe Infinia LE8500-hdtv heeft een volledig vlakke voorkant. Bij de Sharp zijn verder rechts onderaan enkele tiptoetsen voor fysieke bediening aangebracht.
:fill(white)/i/1275402370.jpeg?f=thumb)
Om al dat glas te dragen levert Sharp een stevige voet mee, die uit een chroomkleurige nek op een glazen plaat bestaat. De achterkant van de tv is van metaal en loopt naar de randen taps toe. Aan de linkerkant van de achterzijde is een fysieke aan-uitknop verstopt.
Aansluitingen
Met het platter worden van hdtv's is het voor wandmontage steeds belangrijker dat alle stekkers en connectors aan de achterkant naar de zij- of onderkant wijzen, en daar heeft Sharp dan ook voor gezorgd. Aan de onderkant zijn de aansluiting voor de kabel, een rs232-plug en de optische s/pdif-uitgang zichtbaar. Ook vinden we hier een connector voor een verloopkabeltje naar een scart-aansluiting; dit kabeltje wordt meegeleverd.

Aan de rechterkant van de achterzijde zijn vier hdmi-aansluitingen, een CI+-slot, analoge ingangen voor audio en video via verloopkabeltjes, een vga-aansluiting, een koptelefoonuitgang, een ethernetconnector en een enkele usb-aansluiting. Dat is meteen de enige usb-poort, en dat is wat karig: de Aquos ondersteunt timeshifting met behulp van een externe harde schijf en als die mogelijkheid wordt benut, heeft het toestel geen usb-aansluitingen meer over.

Afstandsbediening
De afstandsbediening is een verbetering ten opzichte van de remotes van de vorige serie, maar heel erg vrolijk werden we er nog steeds niet van. De remote is erg licht en voelt wat goedkoop aan. Verder zijn de belangrijkste knoppen rond de d-pad geplaatst. Bij de volume- en zapknoppen zit er een 'deuk' in het oppervlak. Dat vonden wij niet lekker werken, maar dat zal per persoon verschillen.

Quattron en kalibratie
Scepsis
Op voorhand hadden we wat bedenkingen bij de keuze voor de extra gele subpixel. De gamut, oftewel het kleurenbereik, is bij hdtv's gebonden aan de Rec.709-specificatie en dat betekent onder meer dat de primaire kleuren rood, groen en blauw en de secundaire kleuren cyaan, magenta en geel vastliggen. Bij onze tests proberen we de tv zo in te stellen dat deze kleuren zo nauwkeurig mogelijk overeenkomen met de specificatie.
Omdat de secundaire kleuren - waaronder geel - afgeleid zijn van de primaire kleuren, kan met rgb-pixels in principe het hele spectrum weergegeven worden en zou een gele subpixel dus overbodig zijn. Wel is het zo dat bij een rgb-paneel met donkerder geeltinten een kleurverschuiving kan optreden. Gele subpixels kunnen ervoor zorgen dat het kleurverloop van zwart naar geel gelijkmatiger verloopt. Ook zouden goudtinten beter afgebeeld kunnen worden. Bij de kalibratie van het lcd-paneel zijn we echter op wat problemen gestuit.
Keuze beeldmodus
Allereerst wordt gekeken welke van de beeldmodes het beste uitgangspunt biedt voor verdere kalibratie. De Standard-, Game-, PC- en User-modes hebben een kleurtemperatuur van 9000 Kelvin of hoger en vallen dus af. De Movie-stand benadert met een kleurtemperatuur van tussen de 6700 en 6800 Kelvin de D65-filmnorm al redelijk aardig, maar met het tweepuntssysteem voor het instellen van de witbalans is dit nog te verbeteren.
In de Movie-stand staat standaard de OPC-feature aan. Deze past de helderheid aan de hand van een sensor aan de voorkant van de tv aan het omgevingslicht aan. Als deze functie wordt uitgezet, moet wel de helderheid van de backlight worden teruggeschroefd, die op de maximale waarde van +16 staat. Een waarde van -4 geeft een beter uitgangspunt voor de kalibratie. Ook hebben we de scherpte van +4 naar 0 teruggeschroefd en werd de helderheid met het zogeheten pluge-patroon op +1 ingesteld.
Witbalans
Bij de eerste metingen voor de grijswaardenkalibratie is te zien dat de kleur blauw behoorlijk dominant is, en dat rood en groen in de kleurenmix iets te weinig vertegenwoordigd zijn. Hoopgevend is wel dat de kleuren al vanaf het tienprocents grijspatroon stabiliseren. De gamma is met een waarde van 2.0 te laag, waardoor de helderheid te snel van donker naar licht gaat. Donkere delen van het beeld worden dan al snel wat grijzig.


Na het aanpassen van de witbalans liggen de genormaliseerde kleuren rood, groen en blauw redelijk op een lijn. Het was wel nodig om de gamma-control op -2 te zetten om de gammawaarde op 2,14 te krijgen. Het uiteindelijke resultaat is niet perfect, maar wel beduidend beter dan de uitgangssituatie.


Kleurechtheid
Bij de kleurmetingen is zichtbaar dat de kleuren groen en geel een te hoge verzadiging hebben, terwijl rood weer wat te weinig gesatureerd is. Door de gele subpixels is een duidelijke knik zichtbaar in de lijn tussen groen en rood. We proberen de kleurfouten te corrigeren met behulp van het Colour Management System van de LE820E.

Hoewel het CMS veel mogelijkheden tot fijnafstelling biedt, hebben we alles uit de kast moeten halen om er redelijke waarden uit te halen. Zo hebben we de Color-instelling moeten opschroeven van 0 naar +18 en hebben we bij de instellingen van sommige primaire en secundaire kleuren de volledige amplitude van de kalibratiecontrols moeten gebruiken - en zelfs dan blijven de metingen voor het geel afwijken. Het lijkt alsof het CMS weinig tot geen invloed op de geelverzadiging kan uitoefenen.

Bij het gekalibreerde toestel merkten we bovendien dat huidtinten een soort van posterization-effect vertoonden. Waarschijnlijk is dat een gevolg van het aanzienlijk verhogen van de Color-instelling in het beeldmenu.
Contrastverhouding en uniformiteit
Bij een volledig wit beeld maten we een helderheid van 107,7cd/m2, terwijl de zwartwaarde uitkomt op een zeer verdienstelijke 0,048cd/m2. Dit betekent dat de contrastverhouding 2244:1 bedraagt. Ook met de uniformiteit van de helderheid zit het wel snor. Wat dat betreft doet deze tv het beter dan de Samsung C7700, die in de hoeken van het scherm flink wat backlight bleeding liet zien - en dat terwijl de LE820E ook een edge-lit led-backlight heeft.
Energieverbruik
Het opgenomen vermogen van de gekalibreerde LE820E bedraagt bij de blu-ray Bladerunner ongeveer 75W, terwijl het stroomverbruik met de fabrieksinstellingen 129W is. Er moet wel worden opgemerkt dat bij die laatste meetwaarde de energiebesparende OPC-functionaliteit was uitgeschakeld en de backlight voluit scheen.
HQV-tests
Ruisreductie
We hebben bij dit onderdeel van de HQV 2.0-benchmark diverse standen geprobeerd, en de high- en auto-varianten lijken het meeste effect te sorteren zonder dat er al te veel verlies van detail optreedt. Ook de medium-stand kan nog goed gebruikt worden.

Tekstoverlay
De nieuwe HQV-disk bevat een test voor de correcte weergave van ondertiteling, die vaak een andere framerate heeft dan het originele filmmateriaal. Hierbij kan shredding optreden: als gevolg van verkeerde de-interlacing worden de letters dan 'uit elkaar getrokken'.
Deze test wordt alleen goed afgelegd als de Film Mode helemaal wordt uitgezet. Bij de horizontaal scrollende tekst leveren de instellingen Standard, Advanced (Low) en Advanced (High) problemen op. Opmerkelijk genoeg heeft de Advanced (Low)-stand geen moeite met verticaal scrollende tekst.

Film Resolution Loss-test
Bij de 'Film resolution loss-test' wordt gekeken hoe goed de tv het oorspronkelijke 1080/24p-filmmateriaal uit een 1080/60i-signaal kan reconstrueren. Die signaalsoort wordt veel door kabelbedrijven gebruikt. De reconstructie van 24Hz-materiaal staat ook wel bekend als 'inverse telecine'.
Net als bij de vorige versie van de HQV-benchmark wordt een pan van een stadion getoond, waarbij moiré-patronen erop wijzen dat de volledige full hd-resolutie niet door de tv gereconstrueerd kan worden. De nieuwe HQV-versie toont bij deze test een blokje met een lijnenpatroon dat gaat flikkeren als de pixelprocessing in de fout gaat.
De 2:2-pulldown wordt in alle standen behalve 'Off' herkend, terwijl ook horde van de 3:2-pulldown genomen wordt. Van alle andere cadansen heeft de tv geen kaas gegeten, waardoor daarbij verlies van resolutie optreedt.

Bij de Respons Time-test met de ronddraaiende bol wordt de overgang van 2:2-content naar een 3:2-pulldown wel herkend. Vreemd genoeg is dit andersom niet het geval, hoewel bij de Multi-Cadans-test met de stadion-pan de 3:2-pulldown wel weer herkend wordt. Bij sd-bronmateriaal wordt de 2:2-pulldown niet herkend, waardoor in de testscène jaggies zichtbaar zijn.
Jaggies
De LE820E kan goed overweg met de draaiende bal: bij de meeste hoeken is er geen duidelijke vertanding zichtbaar. Bij de testscène met de 'waaier' met lijntjes en vlakken in verschillende grijswaarden gaan de drie donkere waaiers rechtsboven in de fout: er zijn onduidelijke en onderbroken lijnen te zien.


Praktijktests
Praktijktest
Bij de praktijktest hebben we onder meer gekeken naar de weergave van 24p-beelden. Die zouden dankzij de Fine Motion Advanced-technologie van de LE820E vloeiender moeten zijn. Sharp heeft de mogelijke negatieve effecten van bewegingsinterpolatie redelijk binnen de perken gehouden. Zo zijn bij de animatiefilm Happy Feet bij een snel pannende scène zelfs in de Advanced-modes haast geen halo's te zien.
Bij de Earth-documentaire zijn bij de twee Advanced-modes wat artefacten zichtbaar. Vooral bij beelden van een besneeuwde vlakte met tekst daaroverheen gaan veel tv's met hun bewegingscompensatie in de fout, omdat het contrast tussen de tekst en de sneeuw erg laag is. Bij Off en Standard verdwijnen de artefacten.
Bij de watervalscène van Earth zijn de Advanced-modes beduidend vloeiender, maar niet zo agressief als bij een aantal andere merken. Vandaar dat er slechts lichte halo's zichtbaar zijn bij de Advanced-modes. In de Standard- en Off-modes zijn geen artefacten zichtbaar, maar Standard lijkt verder ook niet zoveel te doen.
Om ondanks de kalibratieproblemen met de gele subpixels een goed beeld van de kleurweergave te bekijken, hebben we de instellingen teruggezet naar de fabriekswaarden. Hoewel de meetwaarden nogal van de standaard afwijken, is het geen straf om naar filmcontent op de tv te kijken. Scènes met veel geel springen er inderdaad uit, zoals met Bumblebee in de film Transformers. Ook bij bijvoorbeeld bij de weergave van koperinstrumenten op een Japanse testdisk is het resultaat aansprekend.
:fill(white)/i/1275409220.jpeg?f=thumb)
Kijkhoek
De kijkhoek is redelijk tot goed te noemen, alhoewel de kleuren vanaf ongeveer 45 graden minder fris ogen dan recht voor het scherm. Wordt de kijkhoek nog groter, dan trekt er als het ware een waas over het scherm. Mogelijk is dit een gevolg van de glaslaag, die het contrast vermindert naarmate de invalshoek groter wordt.
:fill(white)/i/1275408579.jpeg?f=thumb)
Audio
Het geluid is goed tot op 95 procent van het maximum, maar daarboven is veel vervorming hoorbaar. De definitie van het geluid en de hoog- en laagweergave zijn zowel bij lineair pcm-, Dolby True HD- of DTS Master Audio-bronnen niet indrukwekkend. Prettig is wel dat het aanzetten van de surround audio niet ten koste gaat van het volume.
Conclusie
Aangezien de Quattron-technologie de belangrijkste nieuwe feature van de LE820E is, weegt deze voor onze conclusie zwaar mee. We zouden geen problemen met de technologie hebben als de tv zich zonder lastige kalibratieprocedures aan de kleurspecificaties voor hdtv's zou houden.
Helaas is geen enkele beeldmode zonder meer bruikbaar: in de Movie-stand wijken de kleuren te veel van de norm af, en in alle andere modes is de kleurtemperatuur te hoog. Daarbij is de geelweergave zelfs na langdurig kalibreren niet onder controle te krijgen. Dat wijst erop dat de technologie nog niet is uitontwikkeld. Misschien kan Sharp de situatie met een firmware-update verbeteren, maar daarover hebben we vanuit Sharp nog geen geluiden ontvangen.
Als de geelweergave beter afgeregeld kan worden, kan de Quattron-technologie zijn belofte van een beter gamut, sneller schakelende pixels en een lager energieverbruik inlossen. En wellicht zijn er ook mensen die het huidige afwijkende palet als prettig ervaren. Voor aanschaf moeten de nadelen van het vierkleurensysteem echter goed overwogen worden.
Voordelen zijn er echter ook: het toestel is mooi ontworpen, goed afgewerkt, er zijn talloze mogelijkheden om de hdtv instellen en het energieverbruik is zeer beschaafd. In potentie is de Aquos 46LE820E een uitstekende tv.
We zijn dan ook benieuwd wat Sharp gaat doen met de LE920-serie, die eveneens in januari op de CES-beurs werd gepresenteerd. Waarschijnlijk zal die op de IFA-beurs in september als 3d-tv worden geïntroduceerd: Sharp zou de oorspronkelijke lijst met features toch niet concurrerend genoeg hebben gevonden. Niet alleen zijn we benieuwd wat de Quattron-technologie voor 3d kan doen, maar ook of de implementatie tegen die tijd verbeterd is.