Terwijl veel van de voormalige werknemers van ontwikkelstudio Pandemic al onderdak hebben gevonden bij andere studio's van EA en werken aan een nieuwe Mercenaries-game, brengt Electronic Arts het laatste spel uit de keuken van de gesloten ontwikkelstudio op de markt. The Saboteur zet de speler neer in het door de Duitsers bezette Parijs van de Tweede Wereldoorlog. In de schoenen van de Ierse antiheld Sean Devlin zoekt de speler samen met het verzet zijn weg in de strijd tegen de bezetters.
Getest op: PlayStation 3
Ook verkrijgbaar voor: Xbox 360, pc
In het Iers-zijn van Devlin ligt direct een bepalend aspect in het spel verborgen: Pandemic laat spelers de rol van held tegen wil en dank spelen. Devlin is zelf vooral geïnteresseerd in drank en vrouwen, en was voor de oorlog uitbrak ook geen soldaat, maar een tot coureur uitgegroeide automonteur. Niet direct een type dat op de barricades staat, zeker niet als daarbij geschoten wordt. Toch rolt Sean de oorlog in, als hij door diverse gebeurtenissen vroeg in het spel een persoonlijke vendetta start tegen een Duitse coureur annex folteraar. Vanaf dat moment is Sean betrokken bij de oorlog, of hij dat nou wil of niet.
The Saboteur laat de speler, nadat de inleiding is doorgespeeld, vrij in Parijs, dat vanaf het begin vrij begaanbaar is, inclusief de verschillende gebieden en dorpjes om de stad heen. De wereld is dan vrijwel helemaal donker. Dit heeft alles te maken met de manier waarop het spel het verschil tussen bezette en vrije gebieden aangeeft. In delen van de spelwereld waar Sean de Duitsers al heeft tegengewerkt door strategische punten als pantserwagens en uitkijktorens op te blazen, keert de kleur terug in de wereld; gebieden waar de Duitsers nog de controle hebben, zijn nog donker en kleurloos. Hiermee geeft het spel 'will to fight' aan; in de lichte gebieden zullen bewoners Sean meer helpen en meer genegen zijn de Duitsers tegen te werken.
Grafisch geen uitblinker
Met zijn grafische stijl valt The Saboteur op. Het is een stijl waarmee het spel zich kenmerkt, al kan het zich op grafisch gebied niet meten met de games die momenteel de standaard voor graphics zetten: The Saboteur ziet er op zijn eigen manier aardig uit, maar geen moment word je weggeblazen door het spel. De explosies zien er zelfs tamelijk verouderd uit. Andere grafische aspecten, zoals de gezichtsanimaties, zien er weer prima uit, maar weten het spel niet voldoende omhoog te trekken. Al met al scoort de audiovisuele presentatie neutraal: die stoort niet, maar blinkt ook zeker niet uit.