Het was een trend die abrupt eindigde in september 2014. Smartphonefabrikanten waren een paar jaar druk bezig geweest met het dunner maken van smartphones. In juni 2013 kwam Huawei met de Ascend P6, die een dikte van 6,18mm had. Daarna doken smartphones onder de 6mm en er waren telefoons in ontwikkeling onder de 5mm. Die kwamen nog wel uit: de OPPO R5 van 4,9mm van eind 2014 en de vivo X5 Max van 4,8mm, ook van eind 2014. Fun fact: vivo had zelfs daarin de ruimte gevonden voor een 3,5mm-aansluiting.
Die telefoons waren al in ontwikkeling toen het tij ineens keerde. Wat gebeurde er? De smartphonemaker die de meeste hype genereert, had het deksel op de neus gekregen vanwege de geringe dikte van zijn nieuwste telefoon. Apple bracht voor het eerst grotere telefoons uit, en de grootste van de twee, de iPhone 6 Plus, was met 7,1mm misschien niet zo dun als sommige Chinese concurrenten, maar wel dunner dan de voorganger, de iPhone 5s.
:strip_exif()/i/2000549444.jpeg?f=imagenormal)
Toen ontstond vlak na de release #bendgate. Later bleek uit rechtbankdocumenten dat Apple dat al wist. De iPhone 6 Plus had 7,2 keer zoveel risico om te buigen bij normaal gebruik als de iPhone 5s. En dat bleek: veel mensen postten hun video's op sociale media. Het was in die tijd niet ongewoon dat telefoons konden buigen, maar zeker voor een op design gericht bedrijf als Apple kwam dit relatief vaak voor.
Apple was voorzichtig met het toegeven van de fout, maar het jaar erop bleek bij de presentatie van de iPhone 6s dat het bedrijf zijn lesje had geleerd. Het gebruikte epoxy op het pcb om componenten op hun plek te houden tijdens buigen, versterkte de zwakke plekken en maakte de telefoon iets dikker.
Fabrikanten waren dus al begonnen met de ontwikkeling van dunnere telefoons en er kwamen er nog een aantal uit. Samsung deed nog een duit in het zakje met een Galaxy A8 van 5,9mm, maar daarna was het voorbij. De tien jaar erna waren telefoons vrijwel allemaal weer dikker, vaak tussen 7 en 9mm. Uitzonderingen waren er ook. De Moto Z2 Play uit 2017 was 6mm dik. Die telefoon had de mogelijkheid modules op de achterkant te klikken, dus daar had de geringe dikte een functie. Het bleek wel vrijwel de enige met zo'n dunne behuizing.
Tot nu. Want met de Samsung Galaxy S25 Edge en de Apple iPhone Air hebben de twee grootste fabrikanten een trend gezet om smartphones weer dunner te maken. De kans dat de rest volgt, is groot. Waarom gebeurt dit nu?
Waarom fabrikanten telefoons dunner maken
Als je het aan veel tweakers zou vragen, zouden die liever dikkere telefoons hebben met een grotere accu. Die telefoons bestaan zeker ook. Door silicium-koolstofaccu's verschenen er het afgelopen jaar vooral Chinese smartphones met accu's tussen 6000mAh en 8000mAh, terwijl Samsung en Apple nauwelijks de 5000mAh aantikken. Die technologie vervangt het materiaal van de anode van de accu en daardoor zijn accu's met hogere energiedichtheid mogelijk. Of, anders gezegd, de accu heeft een hogere capaciteit maar is niet fysiek groter.
:strip_exif()/i/2007169076.jpeg?f=imagenormal)
Neem nu de nieuwe Xiaomi Redmi Note 15 Pro, een heel gewone budgetsmartphone met een dikte van 7,8mm. De accucapaciteit is dan wel 7000mAh. De Realme 15 en Honor X70 doen dat ook: een telefoon met een gewone grootte en dikte, met een accu van 7000mAh.
Je zou dus denken dat deze ontwikkeling ervoor heeft gezorgd dat Samsung en Apple begonnen zijn met het dunner maken van telefoons. Immers, de accu kan fysiek kleiner zijn met silicium-koolstof zonder dat de accucapaciteit daaronder lijdt.
Maar nee: de S25 Edge en nieuwe iPhone gebruiken beide geen silicium-koolstofaccu. In plaats daarvan doen de fabrikanten iets waarvan je denkt dat klanten er niet op zitten te wachten: ze maken de accu kleiner, die daardoor minder capaciteit heeft, met een kortere accuduur tot gevolg.
Het is niet het enige dat je inlevert. Want de cameraset-ups van de dunne telefoons lopen ook achter op die van dikkere telefoons. Camera's hebben vaak een langer brandpunt nodig, zeker in het geval van een telelens. Dat past niet in de nog krappere behuizing van de dunne telefoon en dus zijn er minder camera's, met bovendien een minder lang brandpunt: een primaire camera en op zijn hoogst een camera met ultragroothoeklens.
Die compromissen, zo redeneren Samsung en Apple, zijn het waard voor een bepaald publiek. Apple doet dat al tientallen jaren. Het maakte iPods steeds dunner, het kwam in 2008 met de dunne laptop MacBook Air en in 2015 met de MacBook 12". Die zucht naar dunne apparaten bracht niet alleen voordelen met zich mee. MacBook-gebruikers zullen in veel gevallen met gemengde gevoelens terugkijken op het Butterfly-toetsenbord, dat leidde tot schadeclaims en schadevergoedingen vanwege de defecten.
De reden is simpel: dunne tech doet iets met de gebruikservaring. Het voelt futuristisch als een apparaat dunner is dan een vergelijkbaar apparaat. Om maar onze review van de S25 Edge te citeren. "Het ontwerp is dan ook meteen het grootste pluspunt van de telefoon en moet dé reden zijn om de Edge in huis te willen halen. Helaas is het niet iets meetbaars, maar in mijn optiek is Samsung met vlag en wimpel geslaagd in het creëren van de fijnste ergonomie op een topmodel met deze schermgrootte. Niet alleen is het titanium frame erg dun, ook is het lage gewicht goed verdeeld. Dat heeft als resultaat dat de Edge bijzonder fijn in de hand ligt en – in combinatie met de goede haptiek en software – aanvoelt als een telefoon die je echt wílt gebruiken."
Daar komt bij dat de markt voor smartphones een vernieuwingsmarkt is geworden. Behalve kinderen koopt vrijwel niemand zijn of haar eerste smartphone, vrijwel iedereen vervangt een ouder exemplaar. Maar écht grote vernieuwingen zijn er niet, de telefoon van nu lijkt veel op modellen van een paar jaar geleden.
Met krachtigere processors verkoop je weinig telefoons. Maar een nieuw ontwerp dat anders aanvoelt, is zichtbaar en voelbaar vanaf het moment dat je de telefoon voor het eerst ziet. Iedereen merkt op dat je een nieuwe telefoon hebt − en dat is precies wat veel mensen willen. Die dunne telefoons ogen nieuw. Telefoons kopen is in veel gevallen een redelijk emotioneel proces. Veel mensen vergelijken vast alle kenmerken en specificaties, maar veel andere mensen kijken welke telefoon hen het meeste aanspreekt.
Daarbij is het nog maar afwachten hoeveel mensen de dunnere telefoons echt gaan kopen. De S25 Edge lijkt op het oog niet een doorslaand verkoopsucces, maar alleen Samsung kan dat heel zeker weten. De verwachtingen voor de iPhone Air zijn ook niet hoog gespannen.
En waarom nu?
Voordat telefoons dunner konden, waren er diverse problemen uit de weg te ruimen. Ten eerste willen fabrikanten geen nieuwe #bendgate hebben, dus over ontwerp willen ze eerst leren hoe dat zo stevig mogelijk kan. Over de iPhone Air hebben we nog geen testen gezien, maar de S25 Edge breekt niet zomaar, zo toonde youtuber Zack Nelson van JerryRigEverything aan.
Dat het nu kan, komt doordat fabrikanten − ja ook Apple − al een paar jaar bezig zijn om met een andere reden telefoons dunner te maken. Dat ligt aan de komst van vouwbare smartphones. Die waren in eerste instantie de dikte van twee telefoons op elkaar, maar dat bleek niet houdbaar.
De Chinese fabrikanten namen al snel een voorsprong en brachten de dikte van vouwbare smartphones omlaag. De OnePlus Open uit 2023 is bijvoorbeeld 11,7mm dik. Een helft daarvan is dus 5,8mm, en dat ligt dicht in de buurt van de dikte van de huidige dunnere telefoons. Een jaar later bracht de Honor Magic V3 dat bijvoorbeeld terug naar 9,3mm, of 4,4mm in open stand.
Samsung moest wel reageren en ging dus aan het werk voor de telefoon die dit jaar de Galaxy Z Fold7 zou blijken te zijn, met een dikte van 8,9mm en per helft dus ongeveer 4,2mm. Apple is naar verluidt ook al jaren bezig met een vouwbare telefoon en ook die moet rond 9mm dik worden.
Dat is niet simpelweg de componenten even anders in de behuizing leggen, daarvoor is het nodig alle onderdelen aan te pakken. Het frame is van titanium voor de stevigheid en lichtheid bijvoorbeeld. Het frame is verder opgebouwd uit een plastic laag en een aluminium laag.
In de hoofdcamera zijn de autofocus en stabilisatie onder handen genomen om die 10 procent dunner te maken. De camera blijft uitsteken, de hobbel geeft het een dikte van 10,2mm, maar het is dus minder dan het had kunnen zijn.
De koeling bleek ook aanpassing te vergen. De vaporchamber is fors groter dan in andere telefoons voor de afvoer van warmte van de soc. Die grotere vaporchamber is dan wel weer dunner. De middelste laag van het pcb is dunner en de trilmotor is dunner dan bij andere telefoons. Kortom: op veel plekken in de behuizing heeft Samsung moeite moeten doen om dit voor elkaar te krijgen.
Hoe nu verder?
Hoewel veel mensen zeggen dat ze dikkere telefoons met grotere accu's willen, is het de vraag in hoeverre ze die ook kopen. Misschien zullen die smartphones lijden onder het 'compactesmartphonecomplex': veel mensen zeggen altijd dat ze kleine telefoons willen, maar de verkopen vallen vaak tegen.
Toekomstige dunne telefoons kunnen door silicium-koolstofaccu's bovendien een voldoende accuduur bieden. Vervolgens kunnen cameratelefoons blijven bestaan voor wie telecamera's echt belangrijk vindt. Het ligt wel voor de hand dat alle fabrikanten op zijn minst gaan proberen om veel van hun telefoons in de toekomst dunner te maken. Zo werkt dat met trends: niemand wil de boot missen.
Dat heeft niet alleen maar nadelen. Door het onderzoek naar hoe smartphones kleiner en dunner kunnen, past er veel meer in de behuizing dan nu. Als er dus modellen verschijnen over een aantal jaar met de dikte die we nu normaal vinden, zoals 8mm, dan zal er veel meer in passen.
Hoe de smartphones van de toekomst eruit zien, zal moeten blijken. Maar doordat de S25 Edge en iPhone Air het randje opzoeken, kunnen ze zorgen voor meer lucht voor telefoons die niet zo nodig de dunste hoeven te zijn.
Redactie: Arnoud Wokke • Eindredactie: Monique van den Boomen