Onderzoekers zijn erin geslaagd om de hersenen van diverse proefpersonen te verbinden via http. Daardoor kon de ene proefpersoon denken aan het afvuren van een kanon in een game, waarna de hand van de andere proefpersoon dat echt ging doen.
Een reguliere eeg registreerde de opdrachten die proefpersonen gaven, waarna het signaal via http naar een andere proefpersoon ging, die in een blinde kamer door middel van een helm de signalen kreeg. De zender keek naar een computergame, maar de besturing van het kanon verliep via een andere proefpersoon, die de game niet zag. Hij moest echter wel op de knop drukken om een kanon af te vuren. Het versturen en ontvangen van signalen ging via computers.
De beweging is mogelijk doordat de opdracht de motorische cortex van de hersenen van de ontvanger stimuleert. Dit deel van het brein is verantwoordelijk voor het aansturen van de spieren. De hersenen van de tweede testpersoon werden gestimuleerd met transcraniale magnetische stimulatie. Met die techniek krijgt de persoon een soort helm, waarmee de stimulatie door de schedel kan dringen. Uiteindelijk zorgde het systeem ervoor dat de tweede testpersoon onvrijwillig zijn vinger bewoog op een toetsenbord.
Dat ging niet altijd goed, zo blijkt uit het onderzoek van de onderzoekers van de universiteit van Washington in de Verenigde Staten en dat is verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Plos One. Bij een paar proefpersonen ging het goed in 83 procent van de gevallen, maar bij een ander paar lukte dat maar in een kwart van de gevallen.
Volgens de onderzoekers is het voor het eerst dat iemand direct een signaal met een opdracht naar het brein van een ander kon versturen, hoewel dezelfde onderzoekers vorig jaar al een proef deden. Vervolgstappen zijn volgens de wetenschappers om brain-to-brain-communicatie mogelijk te maken van één persoon naar veel mensen, of omgekeerd: dat veel mensen opdrachten kunnen geven aan één persoon.