Disney heeft voor het renderen van onder andere de belichting in zijn nieuwe animatiefilm Big Hero 6 gebruikgemaakt van een gevirtualiseerde supercomputer met 55.000 cores in het cluster. Deze rekenkracht was nodig voor het zelfontwikkelde pakket Hyperion.
Big Hero 6 speelt zich in de nabije toekomst af in een stad op basis van San Francisco, en gaat over een jongen en zijn softrobot. In een interview met Engadget schetst regisseur Don Hall de technische stappen die Disney heeft moeten zetten om de nieuwe animatiefilm te kunnen maken. Een van de belangrijkste ontwikkelingen was de bouw van een geheel nieuwe renderengine voor de belichtingseffecten in de film. De software, Hyperion genoemd, was tijdens de gehele ontwikkeling van de animatiefilm in bèta, waarmee Disney een risico heeft genomen, zo claimt Hall. Hyperion zou in staat zijn om de lichtinval op basis van tien tot twintig weerkaatsingen te berekenen, terwijl normaliter slechts een weerkaatsing wordt berekend.
Voor de complexe belichtingsberekeningen van alle scènes in Big Hero 6 werd een virtuele supercomputer gebruikt. In totaal werden in vier verschillende datacenters computers ingezet voor de renderklussen, waarbij binnen dit cluster in totaal 55.000 cores werden ingezet. Het cluster zou een film als Rapunzel volgens Hall in tien dagen vanaf de grond kunnen renderen. Normaal gesproken kan het renderen van een enkele scène al enkele dagen duren.
Om de virtuele supercomputer zo efficiënt mogelijk te kunnen gebruiken en beheren, werd door Disney tevens de beheertool Coda ontwikkeld. Daarmee kon een animator onder andere op zijn smartphone een berichtje binnenkrijgen als een bepaalde renderklus was mislukt.
Big Hero 6 zal in de VS op 7 november in première gaan. In Nederland is de film pas in februari op het grote doek te zien.