Kabelaars UPC, Ziggo en Zeelandnet moeten van een rechter auteursrechtorganisatie Lira geld betalen voor het doorgeven van auteursrechtelijk beschermd materiaal van scenarioschrijvers en vertalers, zoals live tv-uitzendingen en films on demand.
Volgens de rechter zijn de televisiediensten van de kabelaars, zoals de doorgifte van tv-zenders en het aanbieden van programma's en films on demand, een nieuwe openbaarmaking van het werk van de vertalers en scenarioschrijvers. Daarom maken ze inbreuk op de auteursrechten van Stichting Lira. Tenzij ze toestemming krijgen van de stichting, moeten ze binnen negentig dagen inbreukmakende uitzendingen staken, oordeelt de rechter. Omdat kabelaars niet zullen stoppen met het doorgeven van tv-diensten, komt het er in de praktijk op neer dat dat de kabelaars met de stichting om tafel zullen gaan om te bepalen hoeveel de kabelaars per abonnee per maand moeten afstaan.
Eerder zei Lira dat het 10 tot 13 cent per maand van de providers zou willen zien. Lira is vergelijkbaar met Buma/Stemra, dat de belangen van componisten en auteurs van muzieknummers behartigt; aan die auteursrechtorganisatie betalen de kabelaars wel geld. De kabelaars hoeven overigens geen vergoeding te betalen voor het doorgeven van auteursrechtelijk beschermd werk via internet; daarbij worden ze gezien als een neutrale tussenpersoon.
Tot 1 oktober 2012 betaalden de kabelaars nog vergoedingen aan Stichting Lira, die namens onder meer scenarioschrijvers, vertalers en journalisten vergoedingen incasseert. Die overeenkomst verlengden zij niet, waarna de auteursrechtorganisatie een rechtszaak aanspande om de kabelaars dwingen tot betalen.