Pas bij Ubuntu 16.04 zal Mir de standaard-displayserver van het besturingssysteem zijn, zo verwacht Mark Shuttleworth van Canonical. Het lijkt er daarmee op dat Canonical zijn vervanger voor X.org Server nog lang niet stabiel genoeg vindt voor alle gebruikers.
Canonical kondigde Mir begin 2013 aan en was eerst van plan om de displayserver standaard te activeren in Ubuntu 13.10. Dat plan ging echter niet door omdat er te veel technische problemen waren en ook Ubuntu 14.04 LTS moest het zonder Mir als default-displayserver doen. De LTS is een 'conservatieve' release met lange-termijnondersteuning, waardoor die keuze voor de hand lag.
Mark Shuttleworth van Canonical, drijvende kracht achter Ubuntu, heeft nu tijdens het virtuele 14.03 Ubuntu Developer Summit echter bekendgemaakt dat Mir ook volgend jaar nog niet standaard geactiveerd zal zijn in Ubuntu. Wel denkt hij dat veel gebruikers het zelf zullen activeren. "Mijn verwachting is dat je in de komende twaalf maanden heel veel mensen gaat zien die Mir als hun standaard-displayserver gaan draaien", zei hij, waarna hij eraan toevoegde dat "tegen 16.04 zal het de standaard-displayserver zijn."
De reden is volgens hem dat Ubuntu dan meer hardware kan blijven ondersteunen en betere prestaties kan bieden, terwijl het ook goed zou zijn voor de samenwerking met software-partners. Mir kampte in eerdere stadia al met prestatieproblemen en ook waren er problemen met betrekking tot Xmir, de compatibiliteitslaag die bestaande applicaties op Mir moet laten draaien. Mir is de door Canonical beoogde opvolger van X.org, dat nog dertig jaar oude code bevat en daardoor bijvoorbeeld met beveiligingsproblemen kampt.