Het kabinet gaat om de tafel met Amerikaanse sociale-mediabedrijven om te bespreken hoe een oplossing kan worden gevonden voor identiteitsfraude op die sociale media. Het kabinet ziet niets in sancties om de bedrijven tot medewerking te dwingen.
Maandag zei 'Kinderombudsman' Marc Dullaert dat er desnoods een waakhond zou moeten komen die sociale netwerken op de vingers tikt als ze te weinig doen tegen identiteitsfraude. Vooral kinderen zouden daarvan slachtoffer zijn. Het kabinet denkt echter dat sancties niet de goede manier zijn. Identiteitsfraude kan volgens het kabinet prima via bestaande wetgeving worden bestraft, zo schrijft Elsevier op basis van een debat in de Tweede Kamer.
In plaats daarvan zegt staatssecretaris Sharon Dijksma toe om tafel te gaan met sociale-netwerkbedrijven als Facebook en Twitter, om zo te kijken of er tot een betere aanpak voor identiteitsfraude zou kunnen worden gekomen. Ook zal het probleem, waarvan overigens niet bekend is hoe groot het precies zou zijn, worden besproken met de Eurocommissaris voor ict-zaken, Neelie Kroes.
Eerder dit jaar keurde de Tweede Kamer nog een wet goed die het aannemen van andermans identiteit op internet strafbaar maakt. Het aannemen van andermans naam, adres, telefoonnummer of nickname zou dan moeten worden verboden als er sprake is van kwade opzet. Op overtreding van het verbod komen fikse straffen te staan: een celstraf van maximaal vijf jaar of een boete van tienduizenden euro's.
Tweede Kamerlid Klaas Dijkhoff van de VVD zegt blij te zijn dat het kabinet met de sociale-netwerkbedrijven om tafel wil gaan zitten: "Zij zijn het middel dat wordt gebruikt om identiteitsfraude te plegen", aldus Dijkhoff. "Het is goed als ze ook een rol willen spelen bij het beschermen tegen identiteitsfraude." Hij benadrukt dat degene die een andere identiteit aanneemt, de schuldige is, en niet het internetbedrijf in kwestie.