In het rekencentrum van een Australische universiteit is de snelste supercomputer van het continent in gebruik genomen. De computer, met ruim zevenduizend Xeon-processors, moet vooral ingezet worden voor klimaatberekeningen.
De nieuwe supercomputer staat in het National Computational Infrastructure, het rekencentrum van de Australian National University. Het apparaat werd door Fujitsu gebouwd en maakt onderdeel uit van Fujitsu's Primergy-serverlijn. De supercomputer met als codenaam Raijin is vernoemd naar de Japanse dondergod. De naam geeft daarmee het primaire toepassingsgebied van Raijin aan: de Australiërs zullen de supercomputer voornamelijk gebruiken om modellen voor klimatologisch onderzoek door te rekenen.
Raijin is opgebouwd uit 7184 Xeon E5-2670-processors uit de Sandy Bridge-generatie die op 2,6GHz tikken, met turbo naar 3GHz of 3,3GHz. De 57.472 cores zijn onderverdeeld in 3592 reken-nodes met ieder twee processors. De resterende nodes zijn voor interactie met de gebruiker gereserveerd. Tweederde van de nodes heeft 32GB werkgeheugen terwijl de resterende eenderde 64GB geheugen per node heeft. Er zijn ook nog 71 nodes met zelfs 128GB geheugen. Het totale geheugen komt daarmee op ongeveer 160TB.
De nodes zijn onderling verbonden via een Infiniband-netwerk met een bandbreedte van 14Gbps. Het bestandssysteem is ongeveer 10PB groot en de computer draait onder meer CentOS met een Lustre-filesysteem. Dat alles is goed voor een rekenkracht van grofweg 1,2Pflops piekvermogen. Daarmee is Raijin de snelste supercomputer van Australië; wereldwijd eindigt hij op een 24e plaats.