Mobiele telefonie viert woensdag haar veertigste verjaardag. Op 3 april 1973 pleegde Motorola-engineer Martin Cooper het eerste belletje met een 'mobiele' telefoon. Inmiddels zijn mobiele telefoons digitale Zwitserse zakmessen geworden met veel meer functies dan alleen bellen.
De technicus van Motorola belde in 1973 midden op straat in New York zijn rivaal Joel Engel van Bell Labs om te laten weten dat Motorola de eerste was die een werkende mobiele telefoon had. Cooper liep gewoon op straat en voorbijgangers keken dan ook verwonderd op naar de verschijning. Er was ook pers aanwezig: journalisten mochten het prototype, een Motorola DynaTac 8000x, ook even uitproberen om er zeker van te zijn dat het geen hoax was. Voor die tijd waren telefoons in auto's wel mogelijk, maar draagbare mobiele telefoons waren er nog niet.
De telefoon die Cooper gebruikte was uiteraard beperkt en groot: hij woog 1,2kg en had ongeveer de grootte van een baksteen. De knoppen hadden ook een andere layout dan nu gebruikelijk is: cijfers stonden per twee in een rij in plaats van per drie, zoals nu op keypads. Eind jaren zeventig kwamen de eerste mobiele netwerken voor consumenten, Nederland volgde in de jaren tachtig.
Cooper denkt dat mobiele communicatie nog altijd in de kinderschoenen staat, zei hij onlangs in een interview met MobilizeMe. "We zijn nog steeds aan het leren hoe we die gereedschappen voor mobiel computeren moeten gebruiken. Het probleem op de lange termijn is hoe we het individu koppelen aan de informatie." Touchscreens, toetsenborden en muizen zijn daarbij volgens Cooper geen ideale middelen.
De oud-engineer gelooft dat mobieltjes armoede kunnen oplossen. "Dan kan de productiviteit in ontwikkelingslanden omhoog en dat kan de bestaande hiërarchie doorbreken. Maar we zijn daar nog ver vandaan."