Op dit moment zijn hackers van ict-systemen verder gevorderd dan de beveiligers tegen digitale aanvallen. Dat zegt topman Art Coviello van beveiligingsbedrijf RSA in een interview met Tweakers. "We hebben ons niet snel genoeg ontwikkeld", aldus Coviello.
De capaciteiten van aanvallers hebben zich sneller ontwikkeld dan ict-beveiligers, stelt RSA-topman Coviello "Er is een technology gap ontstaan tussen de kwaliteiten van de hackers en de technologie die er is om systemen tegen hen te beschermen", zegt Coviello. "We moeten ervoor zorgen dat dat gat wordt afgedicht."
Volgens de topman is de potentiële kwetsbaarheid van ict-systemen de afgelopen jaren enorm toegenomen, onder meer omdat organisaties in toenemende mate leunen op webapplicaties en dankzij het toegenomen gebruik van mobiele apparaten. Tegelijkertijd nam ook de technische kennis van hackers flink toe. Volgens Coviello is de beveiligingsindustrie niet snel genoeg mee geëvolueerd. "Maar ik zie daar nu verandering in komen en wij proberen daarin voorop te lopen", aldus de topman.
De topman kan er over meepraten dat de technische kennis van hackers is toegenomen: twee jaar geleden wisten aanvallers in te breken op systemen van RSA, waarbij ze informatie over de werking van SecurID-sleutelgenerators buitmaakten. Die generators worden gebruikt voor two-factor-authenticatie, waarbij een gebruiker bij het inloggen niet alleen een wachtwoord moet invoeren, maar ook een unieke code die door een speciaal apparaatje of een applicatie wordt gegenereerd. De aanval op RSA zou zijn gebruikt als 'springplank' om andere bedrijven te kunnen aanvallen. Uit voorzorg verving RSA talloze SecurID-sleutelgenerators, wat het bedrijf tientallen miljoenen dollars heeft gekost.
Volgens Coviello wordt het tijd dat de overheid zich actief gaat bemoeien met de bestrijding van cybercrime. Nu wordt internetcriminelen geen strobreed in de weg gelegd, stelt hij. De RSA-topman denkt dat het delen van meer informatie tussen bijvoorbeeld internetproviders en overheden kan helpen om het probleem aan te pakken. Dat kan inbreuk maken op privacy van internetgebruikers, maar Coviello stelt dat diezelfde privacy ook in het geding is als kwaadwillenden er inbreuk op maken. "Privacybewegingen maken zich zorgen om de bescherming van burgerrechten. Dat snap ik, maar moeten ze zich ook niet zorgen maken om de internetcriminelen die die rechten met voeten treden?"
Tegelijkertijd vindt Coviello niet dat overheden zelf voor aanvaller moeten gaan spelen. Hij denkt dat landen zouden moeten afspreken om elkaars ict-systemen niet aan te vallen, bijvoorbeeld via de Verenigde Naties of de Wereldhandelsorganisatie. "We moeten ervoor zorgen dat overheden om tafel gaan en dit oplossen", zegt hij. Hij pleit voor een internet-equivalent van het non-proliferatieverdrag, waarbij landen beloofden de verspreiding van kernwapens tegen te gaan.