Intel heeft in samenwerking met Facebook een nieuw type server ontworpen. Quanta bouwde een prototype, bestaande uit een aantal racks die met elkaar verbonden zijn door middel van Intel Silicon Photonics-technologie. Onderdelen kunnen zo los van elkaar geüpgraded worden.
Intel en Facebook werkten samen aan het ontwerp, waarbij de optische verbindingen van Intel centraal staan. Het idee is om de server te decentraliseren: zo is er een rack met enkel het moederbord, de cpu's en het geheugen. Dat rack communiceert dan door middel van een optische verbinding met een rack dat enkel over opslaggeheugen beschikt. Weer een ander rack is bijvoorbeeld voorzien van videokaarten, de harde schijven of de netwerkkaarten.
Intel werkt al lange tijd aan het mogelijk maken van optische verbindingen bij systemen, maar heeft nu de eerste engineering samples geproduceerd. De optics on silicon-chips huisvesten de nodige onderdelen, zoals lasers, modulatoren en sensoren, en zijn in staat tot snelheden van 100Gbit/s. De snelheden van de optische techniek liggen veel hoger dan er met koperen draden behaald kan worden, terwijl het energieverbruik lager ligt.
Door de mogelijkheid verschillende componenten van een server van elkaar te koppelen, kan elk onderdeel afzonderlijk vervangen worden, als het stuk is of een upgrade nodig heeft. Bovendien kunnen servers 'resources' delen, zoals de opslagcapaciteit of rekenkracht van co-processors als de Intel Xeon Phi. Dit maakt de servers flexibeler. Intel zal een ontwerp indienen bij het Open Compute Project om uiteindelijk tot een gestandaardiseerd ontwerp te komen.
Het prototype dat Quanta bouwde, kan overweg met Intel's Xeon server-cpu's en Intels aankomende 22nm Atom-soc's, met codenaam Avaton. Het prototype wordt getoond tijdens de Open Compute Summit, die deze week plaatsvindt.