Intel heeft lange tijd, inclusief de formele productintroductie, de exacte specificaties van zijn Xeon Phi coprocessors, gebaseerd op de Knights Corner-architectuur, geheim gehouden. Details over de cores en cache-groottes worden nu pas bekend.
De coprocessors, zoals Intel de Xeon Phi-kaarten noemt die voor gpgpu-berekeningen kunnen worden ingezet, zijn een doorontwikkeling van Intels Larrabee. Larrabee was Intels poging om een losse videoprocessor te maken, een traject dat alweer enkele jaren geleden gestaakt werd. Helemaal ter ziele ging Larrabee echter niet: de architectuur werd doorontwikkeld in Intels MIC-project en in beperkte oplage als Knighs Ferry uitgeleverd. Die chips werden nog op 45nm geproduceerd en zouden doorontwikkeld worden tot Knights Corner, op 22nm Ivy Bridge-technologie gebakken maar met Pentium-architectuur aan boord.
De Knights Corner-kaarten werden als Xeon Phi in juni geïntroduceerd. Intel sprak destijds van kaarten met 'meer dan vijftig cores' en over de hoeveelheden geheugen aan boord deed het bedrijf evenmin uitspraken. De destijds geïntroduceerde kaarten bleken een A0-stepping met aan boord zestig cores te zijn, goed voor single precision-prestaties van 1Tflops. Inmiddels zijn drie varianten, zoals ze worden uitgeleverd, van de Xeon Phi-kaarten bekend, gebaseerd op de B0-stepping van de Knights Corner-architectuur, zo maakt VR-Zone bekend.
Het aantal cores van de B0-Xeon Phi-kaarten bedraagt 57, 60 en 61 cores, gecombineerd met 3GB, 6GB of 8GB gddr5-geheugen. De asic's hebben 1,8 of 1,9MB L1-cache en 28MB tot 30,5MB L2-cache aan boord. De kloksnelheid van de 57-core versies met 3GB en 6GB geheugen bedraagt 600MHz, terwijl de 60-core-variant met 8GB geheugen en de 61-core variant op ten minste 630MHz moeten tikken. Bovendien zou een turbo-modus de kloksnelheden opschroeven, maar met hoeveel is niet bekend. Het B0-silicium zou single-precision prestaties van 2Tflops moeten halen, met double-precision-cijfers tot 1Tflops.
/i/1340057027.jpeg?f=imagenormal)