Onderzoekers van de Universiteit Twente hebben een methode ontwikkeld om met behulp van satellietbeelden het aantal bomen in een stadsomgeving te bepalen. De software zou kostenbesparend werken en nauwkeuriger zijn dan handmatig tellen.
Nederlandse gemeenten tellen momenteel bomen binnen een stedelijke omgeving handmatig. Deze gegevens worden in een database ingevoerd en zijn onder andere nodig om de kosten voor het groenonderhoud in te kunnen schatten en om de zogenaamde CO2-balans van een stad te berekenen. De methode is echter tijdrovend en daarmee kostbaar.
Onderzoekers van de Universiteit Twente hebben naar eigen zeggen een betere methodiek ontwikkeld. Met behulp van commercieel verkrijgbare satellietbeelden wordt software ingezet die boomkronen met een diameter van 2 meter of meer kan herkennen. Aan de hand van die gegevens kan een kaart geconstrueerd worden. Door periodiek genomen satellietbeelden te gebruiken, kunnen bovendien veranderingen in de tijd zichtbaar worden gemaakt. De ontwikkelaars stellen dat er nog een controleslag door een persoon nodig is, al zou de software 'twijfelgevallen' aangeven om dit proces te vergemakkelijken.
De methode is volgens de onderzoekers niet alleen minder arbeidsintensief, en dus goedkoper, maar ook nauwkeuriger bij het bepalen van de stand van zaken bij 'stadsbossen'. Alleen in stedelijke omgevingen met zeer veel hoogbouw zouden er beperkingen zijn. Om de software nog verder te verbeteren wordt er gewerkt aan koppelingen met geografische databases en laserhoogtekaarten.
Het onderzoek naar het 'Boom en Beeld'-project is uitgevoerd als onderdeel van het promotieonderzoek van Juan Pablo Ardila Lopez. Hij is betrokken bij de vakgroep Earth Observation Science van de faculteit ITC van de Universiteit Twente.