Belminuten en sms'jes zijn goederen die net als andere goederen gestolen kunnen worden van de rechtmatige eigenaar. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld in de zaak van een bedrijf tegen een oud-werknemer die een simkaart van de zaak gebruikte.
Belminuten en sms'jes kun je zien als goederen, omdat het de eenheid is waarmee telecomdienstverlening wordt afgerekend, zo redeneert de Hoge Raad, de hoogste rechterlijke macht in Nederland. De Hoge Raad is het eens met het Gerechtshof, de lagere rechtbank die eerder tot hetzelfde oordeel kwam. "Het Hof heeft de in de tenlastelegging gebruikte termen belminuten en sms-berichten klaarblijkelijk en niet onbegrijpelijk verstaan in de economische betekenis die daaraan in het normale spraakgebruik wordt toegekend, te weten als gebruikseenheid om de daarmee aangeduide vormen van telecommunicatiedienstverlening te kunnen kwantificeren en in rekening te kunnen brengen."
Omdat belminuten en sms'jes virtuele zaken zijn, was het tot nu toe onduidelijk of ze in juridische zin konden worden gezien als 'goederen' die gestolen konden worden. De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat het inderdaad om goederen gaat en dat mensen dus strafbaar zijn als ze die gebruiken terwijl ze niet van hen zijn.
De Hoge Raad kwam tot de uitspraak in een zaak van een bedrijf tegen een oud-werknemer, die bij zijn ontslag een werkend simkaartje had meegenomen en daarmee had gebeld en ge-sms't, met een rekening van enkele duizenden euro's tot gevolg. Het bedrijf meende dat de oud-werknemer belminuten en sms'jes had gestolen, terwijl de oud-werknemer vond dat het niet als diefstal kon worden gezien.
Hoewel belminuten en sms'jes gestolen kunnen worden, oordeelde de Hoge Raad dat het Gerechtshof de zaak moet overdoen. De oud-werknemer had een verklaring afgelegd bij de politie voordat hij op zijn rechten was gewezen of een advocaat mocht bellen. Daarom is zijn verklaring niet rechtsgeldig en had het Gerechsthof dat niet als bewijs mogen gebruiken, zo vindt de Hoge Raad.