Het W3C heeft twee documenten vrijgegeven waarin de organisatie contouren schetst voor verbeterde privacy op websites. Het W3C zegt dat de voorstellen een reactie zijn op de toegenomen zorgen van eindgebruikers over onlineprivacy.
In een van de documenten pleit het W3C onder andere voor een zogeheten do-not-track-functie, waarmee internetgebruikers in hun browser kunnen aangeven dat ze hun persoonlijke informatie niet willen delen met adverteerders. "Deze standaard zoekt naar een manier waarmee bezoekers van websites transparantie en controle over hun gegevens krijgen", schrijft de belangenorganisatie.
Adverteerders op websites zouden in de toekomst moeten laten zien of ze persoonlijke informatie verzamelen of niet. Onder meer de voorgestelde do-not-track-header van de Amerikaanse handelscommissie FTC zou daarbij kunnen helpen, maar deze standaard wordt nog door weinig adverteerders gerespecteerd, omdat ondersteuning hiervan nog niet in de wet is vastgelegd.
Het W3C, het consortium waarvan onder andere Mozilla, Google, Microsoft en Facebook deel uitmaken, heeft een werkgroep opgericht die nieuwe privacystandaarden moet ontwikkelen. Het W3C heeft momenteel de eerste voorstellen van de werkgroep vrijgegeven. Anderen mogen ideeën aandragen voor de standaarden. De standaarden zijn naar verwachting halverwege volgend jaar af.
Onder andere Facebook wordt kritisch gevolgd vanwege zijn privacybeleid. De sociale-netwerksite maakte een paar jaar geleden onaangekondigd gegevens als naam, profielfoto, woonplaats en geslacht openbaar. Ceo Mark Zuckerberg omschreef de verandering destijds als 'een simpel controlemiddel voor de privacy'. Inmiddels heeft Facebook er naar verluidt mee ingestemd om privacywaakhonden twintig jaar lang inzage te geven in hoe het omgaat met privégegevens.