Het ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt aan een grote proef met het beschikbaar maken van overheidsgegevens over het verkeer. Met het delen van de data wordt een poging gedaan om de doorstroming op wegen te verbeteren.
Volgens Melanie Schultz van Haegen, minister van Infrastructuur en Milieu, is het bouwen van extra snelwegen niet voldoende om de groei van de mobiliteit het hoofd te bieden. Volgens haar is het ook zaak dat de infrastructuur efficiënter wordt gebruikt. Tijdens een toespraak bij de opening van de AutoRAI benadrukte de minister dat 'goede en actuele informatie over en weer essentieel voor de doorstroming is'.
Schultz van Haegen heeft daarom tot het houden van een grote proef in de regio Amsterdam besloten. Samen met lokale overheden wordt de dynamische uitwisseling van gegevens tussen weggebruikers, wegbeheerders en serviceproviders getest. "Daarbij koppelen we systemen langs de weg, zoals installaties bij toeritten die regelen hoe snel auto’s de weg op kunnen, aan navigatiesystemen in de auto’s zelf."
Om die actuele informatie te kunnen ontsluiten riep de minister autofabrikanten op om ingebouwde navigatiesystemen geschikt te maken voor de uitwisseling van gegevens. "De weggebruiker kan zijn reisplannen dan tijdig aanpassen en de wegbeheerder kan bijvoorbeeld een spitsstrook openstellen."
De minister denkt dat weggebruikers en wegbeheerders zo goed kunnen anticiperen en reageren op plotselinge knelpunten. Daarbij zou een open standaard voor het dataverkeer volgens haar 'goede diensten kunnen bewijzen', maar ze ging niet in op hoe dit technisch moet gaan werken. Ook is niet bekend wanneer de proef van start gaat en of er fabrikanten zijn die hun medewerking al hebben toegezegd.