De Deense piraterijbestrijder Antipiratgruppen, het Deense equivalent van Brein, zal niet langer proberen om filesharers voor de rechter te brengen. De rechters blijken de bewijslast nogal hoog te leggen, zodat Antipiratgruppen de meeste zaken verloor.
Voor Deense rechters is het bewijs dat er van een bepaald ip-adres aan auteursrechtschending is gedaan, onvoldoende om de houder hiervan te veroordelen. Er moet ook bewezen worden dat deze persoon daadwerkelijk de inbreuk pleegde en niet iemand anders. Het Deense Hooggerechtshof is het hiermee eens. Van de vier filesharingzaken die Antipiratgruppen het afgelopen jaar voor het Hooggerechtshof bracht verloor de organisatie er drie. De andere filesharer werd alleen veroordeeld omdat hij had bekend dat hij inderdaad degene was die de rechteninbreuk had gepleegd.
Voor Antipiratgruppen is het duidelijk dat het zo goed als onmogelijk is om internetpiraten ooit veroordeeld te krijgen. De organisatie heeft dan ook besloten om de handdoek in de ring te gooien en filesharers niet langer aan te klagen. Advocaat Mary Fredenslund van Antipiratgruppen verklaarde tegenover de pers: "Er is heel sterk en concreet bewijs nodig om die mensen veroordeeld te krijgen. Aan die bewijslast konden we simpelweg niet voldoen."
Volgens advocaat Per Overbeck, die beschuldigden van auteursrechtschending verdedigt, zijn er al twee zaken tegen zijn cliënten gestaakt in de afgelopen jaren. "Antipiratgruppen heeft erkend dat ze mensen niet veroordeeld krijgen zonder betrapping op heterdaad of ze door dreigementen tot een bekentenis te dwingen. In de praktijk betekent dit dat ze zonder bekentenis geen zaak hebben", aldus Overbeck.
/i/1257674077.jpeg?f=imagenormal)