Het Noorse Opera heeft een bèta van Opera 10 vrijgegeven. De browser heeft volgens het bedrijf een snellere renderengine. Ook is de interface opgefrist en is bij trage verbindingen de acceleratietechniek Opera Turbo beschikbaar.
De Turbomodus van Opera 10 werd voor het eerst publiekelijk zichtbaar in de in maart uitgebrachte alfa-versie. In de nieuwe bèta, die codenaam Peregrine heeft meegekregen, kan de acceleratietechniek verder worden getest. Bij de Turbomodus wordt een webpagina in gecomprimeerde vorm van een Opera-proxyserver binnengehaald. Vooral plaatjes moeten door de extra compressieslag in kwaliteit inboeten, zo blijkt uit een bezoek aan bijvoorbeeld The Big Picture met een geactiveerde Opera Turbo. Opera benadrukt dan ook dat de Turbomodus vooral bedoeld is voor gebruikers die het moeten stellen met een trage internetverbinding of communiceren via een 3g-verbinding. Daarnaast kan de compressietechniek nuttig zijn voor gebruikers die te maken hebben met datalimieten.
Opera 10 bèta - die beschikbaar is voor Windows, OS X en Linux - heeft ook zijn renderengine Presto verbeterd. De Noorse software-ontwikkelaar belooft tot 40 procent betere prestaties bij het renderen van websites die intensief gebruikmaken van scripting. Daarnaast weet Opera 10 de Acid3-test geheel te doorlopen, is er ondersteuning voor web fonts en rgba/hsla-transparantie, en is het renderen van svg-graphics verbeterd.
De browser heeft in versie 10 ook een opgepoetste interface gekregen. Zo kan de balk waar de tabs worden vertoond, worden uitgerekt waardoor een preview van de webpagina wordt getoond. Verder kunnen hyperlinks met bijvoorbeeld een e-mailadres de gebruiker naar webmaildiensten doorsturen en is de Speed Dial-startpagina beter aan te passen. Een andere toevoeging is een auto-update-feature en spellingscontrole binnen invoervelden en daarnaast biedt de developmenttool Dragonfly nu de mogelijkheid om http-headers te bekijken en de inhoud van de DOM te bewerken.