Amazon heeft zijn Elastic Compute Cloud- oftewel EC2-dienst naar Europa uitgebreid. Europese gebruikers gaan echter tien procent meer voor de virtuele machines betalen dan Amerikaanse klanten.
Elastic Compute Cloud is onderdeel van Amazon Web Services. Het internetbedrijf noemt de virtuele machines 'instances', en de grootte van elke instance is gebaseerd op EC2 Compute Units, die op hun beurt gerelateerd zijn aan vergelijkbare cpu-capaciteit van fysieke hardware: een 1,0 tot 1,2GHz Opteron of Xeon-processor uit 2007. De prijzen van virtuele cpu's voor standaard instances beginnen voor Europese gebruikers bij 11 dollarcent per uur, terwijl Amerikanen 10 dollarcent betalen. De virtuele cpu met de hoogste capaciteit kost 88 dollarcent per uur in Europa; in de VS is dit 80 dollarcent per uur.
De prijzen voor data-in en -out zijn echter hetzelfde, met input-tarieven van 10 dollarcent per GB en output-tarieven die beginnen bij 17 dollarcent per GB voor de eerste 10TB. Europese klanten zullen het voorlopig ook nog moeten doen met Linux- of Unix-instances, terwijl Amerikanen al over instances kunnen beschikken die Windows Server 2003 ondersteunen. Die zijn echter wel een kwart duurder dan de Linux- en Unix-varianten. Volgens Amazon zullen echter ook Europeanen binnenkort Windows-instances kunnen krijgen.