Om de maximale prestaties uit een solid state disk te halen, moet Windows 2000 als besturingssysteem gebruikt worden, zo blijkt uit onderzoek van een geheugenfabrikant.
Die opvallende conclusie werd door Saeed Arash Far van ssd-fabrikant Patriot Memory getrokken. Hij vergeleek de prestaties van ssd's in combinatie met diverse besturingssystemen, waaronder Windows XP, Windows Vista en Mac OS X. Ook een niet bij naam genoemde Linux-distributie werd op een ssd geïnstalleerd en aan de snelheidstest onderworpen. De winnaar bleek een gedateerd besturingssysteem te zijn: Windows 2000 presteerde ongeveer vijf tot acht procent beter dan Windows Vista en Mac OS X 10.5. Het traagste besturingssysteem in de test bleek Windows XP, gevolgd door Windows Vista. Apple's Mac OS X bleek marginaal sneller dan Vista, terwijl Linux weer ongeveer één a twee procent sneller bleek dan Vista en OS X.
De verschillen in prestaties zouden op twee factoren terug te voeren zijn. Ten eerste zorgen de processen die de besturingssystemen op de achtergrond draaien voor vertragingen en ten tweede is de manier waarop de OS'en hun data in blokken indelen van belang. Flashgeheugen is opgebouwd uit geheugenblokken van 4KB, een blokgrootte die ook Vista, OS X en Linux hanteren. Die besturingssystemen zouden de ssd's dus efficiënter kunnen aansturen. Veel controllers gebruiken intern echter een blokgrootte van 128KB, waardoor de snelheidswinst beperkt blijft.
Windows XP bleek zo'n tien procent sneller met een ssd dan met een harde schijf, maar Vista presteerde ongeveer 25 procent beter. Dat zou niet alleen te danken zijn aan de kleinere geheugenblokken, maar ook aan de prefetching waarvan Vista zich bedient. Windows 2000 wist Vista echter weer te verslaan omdat het geen processen in de achtergrond draait, een voordeel waar ook de geteste Linux-versie van profiteert. De toekomstige besturingssystemen van Microsoft en Apple, respectievelijk Windows 7 en Mac OS X Snow Leopard, zullen volgens beide bedrijven voor gebruik met ssd's geoptimaliseerd worden.
