Het Amerikaanse PC Magazine zal met het aankomende januari-nummer voor de laatste maal als tijdschrift verschijnen. De Belgische en Nederlandse PC Magazines blijven echter gewoon in de kiosk liggen.
Uitgeverij Ziff Davis Media, die na ernstige financiële problemen onlangs uit de Chapter 11-faillissementsbeschermingsregeling wist te stappen, heeft laten weten dat het niet langer rendabel is om PC Magazine op papier uit te brengen. Het bedrijf wil zich volledig op internet gaan richten, waarbij diverse websites onder de PCMag Digital Network-paraplu zijn ondergebracht. De diverse websites zouden met zeven miljoen unieke bezoekers per maand winstgevend zijn. De papieren editie kampte met hoge distributiekosten, slinkende abonnementsbestanden en dalende advertentie-inkomsten. Door het schrappen van de papieren uitgave zullen zeven werknemers hun baan verliezen.
Met het definitief laten vallen van de gedrukte editie neemt Ziff Davis Media afscheid van een eens vooraanstaande titel in de it-media. Het blad heeft 27 jaar lang in Amerikaanse kiosken gelegen en telde soms meer dan vijfhonderd pagina's. Ook verscheen het blad in diverse andere landen. De hoogtijdagen van de Amerikaanse editie lagen begin deze eeuw: toen wist PC Magazine een recordoplage van 1,2 miljoen te behalen.
Minoc, de uitgever die het gelijknamige tijdschrift op de Belgische en Nederlandse markt uitbrengt, laat aan Tweakers.net weten dat PC Magazine op beide markten gewoon zal blijven verschijnen. Hans de Loore, general manager bij Minoc, stelt dat de oplages, zowel binnen het abonnementenbestand als de losse verkoop, in beide landen vooralsnog stabiel blijven. De uitgever claimt een oplage van 25.000 stuks in België en 35.000 exemplaren in Nederland. Volgens de Loore zijn de kosten voor het maken en verspreiden van een tijdschrift in Europa ten opzichte van de VS aanmerkelijk lager, omdat het distributienetwerk hier fijnmaziger is. Bovendien verwacht hij verder weinig problemen om de twee PC Magazines met voldoende content te kunnen vullen; slechts twintig procent van de geplaatste stukken zou oorspronkelijk van Amerikaanse redacteuren afkomstig zijn.
