De regering van Cuba heeft het verbod op de verkoop van computers in het land opgeheven. De toegang tot internet blijft echter nog beperkt tot scholen en bepaalde werkplekken.
De Cubanen moeten relatief gezien een stevig bedrag voor een computer neerleggen. Een pc kost er meer dan 500 euro, terwijl de lonen in het land gemiddeld op nog geen 13 euro per maand liggen. Sommige Cubanen krijgen van familie uit het buitenland echter extra geld toegestuurd, waardoor ze zich toch een computer kunnen veroorloven.
De onderdelen van de verkochte pc's worden uit China geïmporteerd en de systemen zijn door Cubaanse bedrijven geassembleerd. De computers zijn voorzien van een Intel Celeron-processor, 512MB werkgeheugen en een 80GB harde schijf. Verder is de pc uitgerust met een dvd-romspeler, een crt-scherm en een muis en toetsenbord. Als besturingssysteem wordt Windows XP gebruikt.
De toegang tot internet blijft daarentegen voorbehouden aan basisscholen, universiteiten en bepaalde werkplekken. Cuba mag vanwege een handelsembargo geen gebruik van de onderzeese glasvezelverbinding maken. Verbinding met internet wordt via satelliet gelegd, wat een lage bandbreedte en hoge prijzen tot gevolg heeft. Mogelijk breken er echter betere tijden aan voor Cubaanse internetters: president Hugo Chavez van Venezuela, bondgenoot van de Cubaanse president Raul Castro, laat een nieuwe kabel in het Caribisch gebied leggen.
Het verbod op de verkoop van computers is meer dan zes jaar van kracht gebleven. Sinds Raul Castro het presidentschap van zijn broer Fidel heeft overgenomen, zijn er een aantal verboden op de verkoop van apparatuur opgeheven. Zo konden Cubanen een aantal weken geleden voor het eerst dvd-spelers en mobiele telefoons in het land kopen.
