Na zeven jaar discussiëren heeft de Icann woensdag besloten dat er meer onderzoek moet komen naar het anonimiseren van gegevens in de whois-database. Voorstellen voor een anoniemere database kregen onvoldoende steun.
De Generic Names Supporting Organization Council, een commissie van de Icann, veegde met 17 tegen 7 een voorstel voor een operational point of contact van tafel. Dit zou het mogelijk maken naam, adres en telefoonnummer van een contactpersoon aan de whois-databse toe te voegen, in plaats van de eigen gegevens van een domeinnaamhouder. Privacyvoorvechters vinden dat individuen niet gedwongen moeten kunnen worden om hun gegevens publiek te maken als ze simpelweg over een domeinnaam willen beschikken, schrijft de New York Times.
Discussies bij de Icann over methodes om dit te voorkomen duren al zeven jaar. Het whois-systeem dateert van begin jaren tachtig, toen privacy nog een ondergeschikte rol speelde bij de gebruikers ervan: overheidsinstanties en universiteiten.
De commissie stemde ook nipt - met 13 tegen 10 - tegen een voorstel om de registrars zelf te laten beslissen of ze persoonsgegevens via whois beschikbaar stellen of niet. In plaats daarvan werd met 17 tegen 7 een motie aangenomen om de discussie uit te stellen en meer onderzoek te doen. Op 15 februari moet duidelijk worden welke studies er gedaan zullen worden naar de mogelijkheden en gevolgen van anonimisering van de database.