De afgelopen paar weken is Estland slachtoffer geweest van een massale ddos-aanval vanuit Rusland. De aanval was het gevolg van een Estlandse beslissing om een oorlogsmonument uit de Sovjet-tijd te verplaatsen vanuit het centrum van Tallinn naar een van de buitenwijken.
Het Estlandse besluit had primair tot gevolg dat een deel van de aldaar wonende Russen de straat op ging om hier tegen te demonstreren. Zij ervoeren dit namelijk als een aanval op hun erfgoed en hun minderheidsrechten. Bij deze reactie bleef het echter niet: vrijwel alle Estlandse overheidswebsites kregen te maken met ddos-aanvallen. Deze waren zo hevig dat een deel van de websites gedurende enkele dagen zelfs onbereikbaar zijn geweest vanuit het buitenland. Volgens enkele analisten en de Estlandse authoriteiten is de internetaanval terug te leiden tot ip-adressen van de Russische overheid. Voor minister-president Andrus Ansip was dit, gecombineerd met de ongeregeldheden in de echte wereld, zelfs reden om te melden dat Estland te maken had met een zware aanval.
Mikko Hyppönen van F-Secure is er echter niet ten volle van overtuigd dat het de Russen zijn die Estland hebben aangevallen. Hij beaamt dat het mogelijk is dat Russische overheidscomputers betrokken zijn bij de ddos-aanval. Het is echter zeer goed mogelijk dat die pc's onderdeel zijn van een botnet, dat bestuurd wordt vanuit een totaal andere locatie; hierdoor zou de Russische overheid in ieder geval ten dele zijn vrijgepleit. De kans is vrij klein dat de waarheid over deze situatie naar buiten komt. Voor Estland zou het een enorm gezichtsverlies betekenen wanneer het zijn grote buurman ten onrechte beschuldigd zou hebben. Rusland zal echter nooit en te nimmer toegeven Estland op deze wijze aangevallen te hebben, omdat het dan zou toegeven een oorlogshandeling uitgevoerd te hebben. De Navo en de VS hebben mensen naar Estland gestuurd om de situatie te onderzoeken.