Om het gebruik van Linux op de desktop te bevorderen, heeft Red Hat de zogeheten Liberation Fonts laten ontwikkelen. Deze lettertypes moeten de veelgebruikte Microsoft-fonts Times New Roman, Arial en Courier New kunnen vervangen.
Van 1996 tot en met augustus 2002 heeft Microsoft de zogenoemde 'Core fonts for the Web' aangeboden. Deze lettertypes mogen vrijelijk verspreid worden en dat heeft ervoor gezorgd dat ze zeer veel gebruikt worden, niet alleen op het internet, maar ook in allerlei documenten. Deze fonts zijn echter niet standaard aanwezig in de verschillende Linux-distributies, omdat de door Microsoft gekozen licentie vaak incompatibel is met de licenties waaronder de distro's verspreid worden. Daardoor hebben Linux-systemen een achterstand op machines die Windows draaien. Dit was een doorn in het oog van Red Hat en reden voor het bedrijf om een grote ontwikkelaar van commerciële fonts in de arm te nemen.
De opdracht die fontontwikkelaar Ascender meekreeg, was eenvoudig: ontwikkel fonts die dezelfde afmetingen hebben als Times New Roman, Arial en Courier New. Hierdoor kunnen de nieuw ontwikkelde lettertypes fungeren als vervanger voor de genoemde fonts. Ascender heeft drie sets fonts ontwikkeld: Liberation Sans (vervanger voor Arial, Albany, Helvetica, Nimbus Sans L en Bitstream Vera Sans), Liberation Serif (vervanger voor Times New Roman, Thorndale, Nimbus Roman en Bitstream Vera Serif) en Liberation Mono (vervanger voor Courier New, Cumberland, Courier, Nimbus Mono L en Bitstream Vera Sans Mono). De fonts zijn vrijgegeven onder de GPL+font-licentie en kunnen vanaf hier gedownload worden.
