Vijf bestuursleden van BenQ zijn aangeklaagd wegens handelen met voorkennis. Volgens de officier van justitie van het Taiwanese Taoyuan heeft het vijftal zich schuldig gemaakt aan het witwassen van geld en de overtreding van de regels omtrent effectenhandel.
Met president-directeur K.Y. Lee, directeur Sheaffer Lee en financieel directeur Eric Yu zijn drie directieleden aangeklaagd. Ook zijn de hoofden van de financiële en de boekhoudkundige afdelingen betrokken bij de zaak. Deze aanklacht komt niet onverwacht; Yu zit al sinds half maart vast na een inval op het hoofdkantoor van BenQ, terwijl zijn collega-directieleden op borgtocht vrij waren. Het Taiwanese bedrijf zegt gechoqueerd te zijn door het nieuws en zal alle aantijgingen in de rechtzaal aanvechten.
Volgens de aanklager hebben de directieleden in het voorjaar van vorig jaar aandelen met een totale waarde van 176 miljoen dollar verkocht, vlak voor de aankondiging dat de kwartaalverliezen hoger uit zouden vallen door de overname van de mobiele telefoontak van Siemens. Toen het bericht over de grote verliezen in het nieuws kwam, daalde de waarde van het aandeel BenQ. De directieleden zouden de aandelen vervolgens hebben teruggekocht, waardoor ze een winst van ongeveer zeven miljoen dollar maakten. Het geld zou via een Maleisische bankrekening zijn witgewassen en werd teruggesluisd naar Taiwan, aldus de aanklacht.
Volgens de bestuursleden was het grote verlies in de financiële wereld al verwacht; het was namelijk geen groot geheim dat de overname een negatieve invloed op de winstcijfers van BenQ zou hebben. De transacties van en naar Maleisië zouden volgens het bedrijf onderdeel zijn van een regeling om het voor buitenlands personeel mogelijk te maken om effecten te verhandelen op de beurs van Taiwan. BenQ gaf overigens een miljard dollar uit in een poging om de aangekochte afdeling van Siemens weer winstgevend te maken, maar dit bleek tevergeefs.