Volgens drie grote financiële instellingen is in vergelijking met 2005 het aantal identiteitsdiefstallen op internet met ruim tien procent gedaald in 2006. Desalniettemin kosten dergelijke diefstallen de industrie en consumenten bijna vijftig miljard dollar per jaar.
Volgens het onderzoek gaf in 2005 1,5 procent van de ondervraagden aan dat rekeningen waren geopend op hun naam, zonder dat ze daar hun toestemming voor hadden gegeven. In 2006 is dit aantal gedaald naar 1 procent. Ook de hoeveelheid geld die gemiddeld werd ontvreemd en de tijd die het kostte om zaken op te lossen, is afgenomen. De grootste kans om last te krijgen van een identiteitsdiefstal hebben jongvolwassenen, aldus de onderzoekers. Zij zouden gemiddeld gezien te weinig voorzorgsmaatregelen nemen. Ook arme Amerikanen, zij die minder dan 15.000 dollar per jaar verdienen, zouden relatief veel problemen hebben door identiteitsdiefstallen. Deze groep ondervindt ook vaker dan gemiddeld moeilijkheden met het herstellen van de schade. Door de onderzoekers van Visa, Wells Fargo en CheckFree zijn per telefoon vijfduizend Amerikanen ondervraagd.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van en betaald door Visa, Wells Fargo en CheckFree, en het is dus maar de vraag in hoeverre het onderzoek onafhankelijk is. Deze drie instellingen zitten er vanuit commercieel oogpunt tenslotte niet op te wachten als door hen betaald onderzoek zou laten zien dat het aantal identiteitsdiefstallen verder is toegenomen. Dat zou namelijk ook betekenen dat het internet nog immer geen veilige plaats is voor persoonsgegevens. Ondanks deze kanttekening zijn de resultaten uit het 2007 Identity Fraud Survey Report interessant. Zo zou het aantal keren dat identiteitsdiefstallen zijn uitgevoerd in 2006 twaalf procent lager zijn dan in 2005. Deze daling betekent onder meer dat 6,4 miljard dollar is bespaard door antifraudemaatregelen.