De Europese Commissie is al enige tijd van plan in te grijpen in de hoge tarieven voor grensoverschrijdend gsm-verkeer. Nu puntje bij paaltje komt, blijken Zuid-Europese vakantielanden dwars te liggen. Die verdienen immers veel geld aan dat telefoonverkeer.
Eerder sputterden de telecombedrijven al tegen, maar die zijn middels regelgeving nog wel onder de duim te krijgen. Het protest van onder meer Frankrijk, Italië en Spanje is van een andere orde: zij zijn immers degenen die de op stapel staande regelgeving moeten goedkeuren, en ze voelen zich een dief van hun eigen portemonnee als ze in zouden stemmen, omdat dat een behoorlijke daling van hun belastinginkomsten impliceert. Op dit moment zitten de telecomministers van de EU-lidstaten om de tafel om het voorstel tot ingrijpen in de tarieven te bespreken. Gezien Groot-Brittannië, samen met Frankrijk, tegen het van overheidswege ingrijpen in tarieven van bedrijven is, kan nu al gezegd worden dat de geplande invoering per 2007 een grote kans heeft om niet door te gaan.
Grensoverschrijdend mobiel bellen kost de consument gemiddeld het vijfvoudige van de verbindingskosten, en viermaal zoveel als een binnenlands gsm-gesprek. Dat komt doordat de telco's elkaar geld in rekening brengen voor het gebruik van elkaars netwerken en dit doorberekenen aan de klant. Volgens Eurocommissaris Viviane Reding is dat onacceptabel en gaan de telefoontarieven in tegen de Europese gedachte van vrij verkeer. Dat is dus blijkbaar maar hoe je het bekijkt: tegenstanders van ingrijpen vinden dat telco's de vrijheid moeten hebben om de tarieven van hun keuze in rekening te brengen.