Een groep onderzoekers aan de universiteit van Cornell heeft een robot ontwikkeld die in staat is beschadigingen te detecteren en zijn gedrag daarop af te stemmen.
Het prototype dat gebruikt werd voor het nodige aan tests en ontwikkeling is een eenvoudig model met vier poten, maar de algoritmes kunnen volgens de wetenschappers probleemloos ingezet worden voor complexere robots. Het onderzoek moet vooral zijn nut bewijzen in toepassingen waar robots om moeten gaan met onvoorspelbare situaties, zoals bij de verkenning van de ruimte. Daarnaast kan het ontwikkelen van de algoritmes wetenschappers helpen om beter te begrijpen hoe menselijk en dierlijk gedrag in elkaar zit. In plaats van de robot te voorzien van een uitgebreide collectie voorgeprogrammeerde situaties en bijhorende resultaten, laten de ontwikkelaars het apparaat zelf ontdekken hoe zijn omgeving in elkaar zit en hoe het zichzelf kan besturen.
Dit proces vertoont volgens hen grote gelijkenissen met hoe baby's hun lichaam leren kennen en gebruiken. Als de robot ingeschakeld wordt, detecteert hij eerst zijn verschillende ledematen en hoe die gebruikt kunnen worden om zijn doelstelling, 'voorwaarts bewegen', te bereiken. Daartoe wordt een reeks computermodellen opgesteld, op basis waarvan het apparaat gaat experimenteren met verschillende commando's die naar de motoren gestuurd kunnen worden. Op het moment dat de onderzoekers een van de poten weghalen, evalueert het apparaat zichzelf helemaal opnieuw om een nieuwe strategie te ontwikkelen. De ontwikkelde algoritmes zouden onder andere gebruikt kunnen worden voor Mars-robots.