Wetenschappers zijn erin geslaagd een nieuwe invoertechniek te ontwikkelen. In hun onderzoek naar vertaalsystemen voor gesproken tekst maakten ze gebruik van een aantal sensoren die op de nek en het gezicht geplakt worden. Deze sensoren meten de beweging van de spieren en geven deze door aan de vertaalcomputer. Op basis van deze gegevens kan het systeem vervolgens analyseren welke woorden de gebruiker uitspreekt om deze simultaan te vertalen. In tegenstelling tot reeds bekende vertaalcomputers, is het bij dit systeem niet nodig dat gebruikers luid en duidelijk spreken. De beweging van de mond volstaat voor het systeem zonder dat er enig geluid aan te pas moet komen.
Een prototype van het systeem is in staat Chinees naar Engels te vertalen, een ander exemplaar interpreteert Engelse teksten om deze in het Spaans of Duits om te zetten. De onderzoekers hebben echter nog heel wat werk voor de boeg: de prototypes kunnen slechts met een woordenschat van 100 tot 200 woorden overweg en hebben een accuratesse van nog maar tachtig procent. Met grotere vocabulaires daalde de nauwkeurigheid bovendien dramatisch. Toch zijn de wetenschappers enthousiast over de nieuwe invoermethode. Of deze ook zal bijdragen aan de grootste problemen van taalcomputers - het niet overweg kunnen met de context van de tekst en de complexiteit van grammatica - valt echter te betwijfelen.
