Nature weet ons te melden dat een groep natuurkundigen bij toeval heeft ontdekt dat priemgetallen waarschijnlijk veel minder willekeurig zijn dan voor alsnog werd aangenomen. Pradeep Kumar en een groep collega's ontdekten dit terwijl ze een programma voor het onderzoeken van hartritmes aan het testen waren. Hierbij viel hen iets op aan het verschil tussen opeenvolgende priemgetallen, namelijk dat de toename of afname van het verschil een vorm van eenheid bevat: bijna elk toename van het verschil tussen een priemgetal wordt gevolgd door eenzelfde afname. Een ander opvallend iets is dat de toename van het verschil een golflengte-beweging lijkt aan te nemen, met veelal een periode van drie. Dit was echter eerder ook al mensen opgevallen:
This finding is less surprising. Previous studies found period-6 oscillations in the histogram of distances between consecutive primes. Increments, remember, are differences between consecutive distances. The Boston team's findings are not supported by any kind of rigorous mathematical proof.
So sadly they can't shed any light on one of the biggest problems in maths: the Riemann hypothesis. This conjecture in number theory is intimately related to the distribution of primes. In 2001 the Clay Institute in the USA offered a prize of a million dollars for a proof of the Riemann hypothesis.